direct naar inhoud van Toelichting
Plan: Buitengebied: Buitenkade 13
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0870.04BP1071BgBuitk13-VA01

Toelichting

Hoofdstuk 1 Inleiding

1.1 Aanleiding en doelstelling

De Hervormde Gemeente van Dussen - Hank heeft moeten besluiten het kerkgebouw aan de Buitenkade 13 in Hank te sluiten voor de erediensten. De Hervormde Gemeente, eigenaar van het kerkgebouw en omliggende gronden, heeft nu plannen om de religieuze bestemming van het kerkgebouw te wijzigen in een woonbestemming. De kerk moet in de toekomst onderdak bieden aan één woning met het daarbij behorende erf. In het kader van de voorgenomen bestemmingswijziging blijft het kerkgebouw behouden en wijzigt uitsluitend de bestemming.

Het geldende bestemmingsplan Buitengebied Werkendam staat de voorgenomen bestemmingswijziging niet toe. De gemeente Werkendam heeft echter aangegeven medewerking aan de bestemmingswijziging te willen verlenen door middel van een nieuw bestemmingsplan. Voorliggend bestemmingsplan beschrijft en geeft de voorgenomen bestemmingswijziging vorm.

1.2 Ligging en begrenzing plangebied

Het plangebied ligt in buurtschap Vierbannen in de Noord-Brabantse gemeente Werkendam. Het plangebied ligt ruim 1 kilometer ten noorden van het dorp Hank, ten westen van het buurtschap ligt de rijksweg A27.

Vierbannen bestaat uit lintbebouwing langs de Buitenkade. Het kerkgebouw is ook gelegen langs de Buitenkade en is zodoende onderdeel van het bebouwingslint van Vierbannen en het enige kerkgebouw in het buurtschap. Aan de weerszijden van het perceel staan woningen. Ten noorden van het gebied loopt de watergang Vierbansche Gantel. Aan de westzijde van het plangebied loopt een zijtak van de Vierbansche Gantel. Ten zuiden van het plangebied liggen weilanden in agrarisch gebruik.

afbeelding "i_NL.IMRO.0870.04BP1071BgBuitk13-VA01_0001.jpg"

afbeelding - ligging plangebied

1.3 Geldende bestemmingsplannen

Het plangebied ligt binnen het bestemmingsplan Buitengebied Werkendam, dat op 19 juni 2007 door de raad is vastgesteld en op 19 februari 2008 gedeeltelijk is goedgekeurd door de Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant en bij uitspraak van de Raad van State op 24 juni 2009 onherroepelijk geworden.

De gemeente Werkendam is momenteel bezig met een herziening van het bestemmingsplan buitengebied. In september 2012 is een ontwerpbestemmingsplan ter inzage gelegd. Het plangebied heeft zowel in het bestemmingsplan Buitengebied Werkendam en het nieuwe ontwerpbestemmingsplan een maatschappelijke bestemming gekregen.

afbeelding "i_NL.IMRO.0870.04BP1071BgBuitk13-VA01_0002.jpg"

 afbeelding - uitsnede bestemmingsplankaart "Buitengebied Werkendam" bestemmingsplan 2012

1.4 De bij het plan behorende stukken

Het bestemmingsplan Buitengebied: Buitenkade 13 bestaat uit de volgende stukken:

  • toelichting;
  • verbeelding, schaal 1:1.000 (tek.nr.NL.IMRO.0870.04BP1071BgBuitk13-VA01);
  • planregels.

De toelichting is niet juridisch bindend, maar vormt een belangrijk onderdeel van het bestemmingsplan. De toelichting geeft aan wat de beweegredenen en achtergronden zijn die aan het bestemmingsplan ten grondslag liggen. Tot slot heeft de toelichting als doel om het bestemmingsplan te begrijpen en de regels op een correcte manier na te leven.

De verbeelding en de planregels vormen samen het juridisch bindende gedeelte van het bestemmingsplan en kunnen enkel in samenhang met elkaar 'gelezen' worden.
Op de verbeelding zijn de bestemmingen van de in het plangebied begrepen gronden en opstallen aangegeven. Aan deze bestemmingen zijn regels en bepalingen gekoppeld om de uitgangspunten van het plan zeker te stellen.

1.5 Opzet bestemmingsplan en toelichting

De toelichting is als volgt opgebouwd:

  • hoofdstuk 2 staat stil bij de huidige situatie van het plangebied.
  • In hoofdstuk 3 is een beknopt overzicht opgenomen van de belangrijkste beleidsvisies van andere overheden die relevant zijn voor het plangebied;
  • de gevolgen of effecten op de planologische- en milieutechnische aspecten worden in hoofdstuk 4 beschreven;
  • Hoofdstuk 5 beschrijft de toekomstige situatie van het plangebied;
  • in hoofdstuk 6 worden de gehanteerde bestemmingen met bijbehorende regeling beschreven;
  • hoofdstuk 7 heeft betrekking op de economische uitvoerbaarheid van het plan;
  • hoofdstuk 8 behandelt ten slotte de maatschappelijke uitvoerbaarheid. Hierin worden de resultaten beschreven van de gevolgde procedure en het vooroverleg conform artikel 3.1.1 Bro.

Hoofdstuk 2 Beschrijving bestaande situatie

2.1 Gebiedsbeschrijving

De gemeente Werkendam maakt onderdeel uit van het Land van Heusden en Altena. Dit is een streek in het noorden van Noord-Brabant met een landschap van jonge rivierklei met hogere, meer zandige oeverwallen langs de rivieren en lager gelegen open rivierkommen in het binnenland. Het buitendijkse uiterwaardengebied overstroomt jaarlijks. Het land van Heusden en Altena is een landschap met rationeel ingerichte, grootschalige en open rivierkleipolders en langgerekte, meer besloten oeverwallen. Het rivierenlandschap is rijk aan plant- en diersoorten van open weide- en akkergebieden, het halfopen oeverwallenlandschap, sloten, dijken, wegbermen en uiterwaarden. De landbouw is de dominante grondgebruiker voor met name de grondgebonden teelten. Daardoor is de landbouw ook bepalend geworden voor het open karakter.

Het plangebied ligt in het buurtschap Vierbannen. Vierbannen is een van de vijftien buurtschappen in de gemeente Werkendam en wordt omsloten door het open agrarische gebied van het Land van Heusden en Altena. Vierbannen bestaat uit een bebouwingslint met voornamelijk woonpercelen.

2.2 Beschrijving planlocatie

Het plangebied wordt gevormd door het perceel van de Hervormde Kerk aan de Buitenkade 13 in Vierbannen. Het perceel van de Hervormde Kerk is het enige perceel in het hele bebouwingslint van Vierbannen dat geen woonfunctie heeft. De omgeving van het plangebied wordt dan ook gekenmerkt door woningen. Daarnaast is ten noorden van het plangebied een geitenhouderij gevestigd. De geitenhouderij 'De Geitenbrij' is het enige agrarische veebedrijf in de directe nabijheid van het plangebied.

afbeelding "i_NL.IMRO.0870.04BP1071BgBuitk13-VA01_0003.jpg"

afbeelding - huidige situatie plangebied (bron: Google Earth)

In het plangebied staat naast het kerkgebouw van de Hervormde Kerk geen andere bebouwing. Het kerkgebouw betreft een bakstenen gebouw met zadeldak en stamt uit 1903. Het gebouw bestaat uit één laag met kap. De entree is georiënteerd op de Buitenkade. Aan de voorzijde van het kerkgebouw ligt een gedeeltelijk verhard terrein. Het achterste deel van het perceel, grenzend aan de Vierbansche Gantel, wordt gekenmerkt door beplanting in de vorm van enkele bomen en struiken. Het kerkgebouw is cultuurhistorisch waardevol, omdat het vertelt over de geschiedenis van het buurtschap Vierbannen en de afsplitsing van de Hervormde Gemeente van Dussen in 1903.

afbeelding "i_NL.IMRO.0870.04BP1071BgBuitk13-VA01_0004.png" afbeelding "i_NL.IMRO.0870.04BP1071BgBuitk13-VA01_0005.png"

afbeelding - voormalig kerkgebouw Hervormde Kerk te Hank

Hoofdstuk 3 Beleidskader

Dit bestemmingsplan heeft een dusdanig klein karakter dat het nationale beleid aangaande de ruimtelijke ordening niet direct van toepassing en te vertalen is in dit bestemmingsplan. Het is daarnaast zo dat de uitgangspunten uit beleidstukken van het rijk doorvertaald worden in provinciale en gemeentelijke beleidstukken. In dit hoofdstuk wordt dan ook ingegaan op de relevante provinciale en gemeentelijke beleidstukken die voor dit bestemmingsplan van toepassing zijn.

3.1 Provinciaal beleid

3.1.1 Provinciale Ruimtelijke Structuurvisie 2010-2025

In de Provinciale Ruimtelijke Structuurvisie (PRS) worden de hoofdlijnen van het ruimtelijke beleid van de provincie Noord-Brabant voor de periode tot 2025, met een doorkijk naar 2040, beschreven. De PRS is vastgesteld door de Provinciale Staten op 1 oktober 2010, op 1 januari 2011 is deze in werking getreden.

afbeelding "i_NL.IMRO.0870.04BP1071BgBuitk13-VA01_0006.png"

afbeelding - uitsnede structurenkaart Provinciale Ruimtelijke Structuurvisie

Het plangebied bevindt zich binnen een zone die is aangeduid als 'Gemengd landelijk gebied'. De provincie beschouwt het hele landelijke gebied als een gebied waarbinnen een menging van functies aanwezig is, daarom de naam 'Gemengd landelijk gebied'. In het 'Gemengd landelijk gebied' wordt ingezet op een verscheidenheid zoals land- en tuinbouw, recreatie en kleinschalige functies.

Voor kernen in het landelijk gebied is het belangrijk dat aandacht wordt gegeven aan de relatie tussen het 'stedelijke' gebruik en het omliggende landschap. Versterken van het eigen karakter van het landschap staat hierbij centraal. Om dit doel te bereiken is het benutten van oude linten en ontginningsstructuren als multifunctionele zones en dragers van het stedelijk gebied één van de provinciale opgaven. Daarnaast is ook het benutten van cultuurhistorisch waardevolle complexen voor wonen een provinciaal uitgangspunt.

Doorwerking in bestemmingsplan
Het plangebied betreft een bestaand bebouwd perceel dat onderdeel uitmaakt van het bebouwingslint Vierbannen. Het voorgenomen plan houdt uitsluitend een bestemmingswijziging in en leidt dan ook niet tot een onevenredige toename van bebouwing in het landelijk gebied. Daarnaast wordt met de voorgenomen bestemmingswijziging het kerkgebouw uit 1903 voorzien van een nieuwe gebruiksfunctie waarmee het behoud van dit kerkgebouw veiliggesteld kan worden.

3.1.2 Verordening Ruimte Noord-Brabant 2012

De Verordening Ruimte 2012 is één van de uitvoeringsinstrumenten voor de provincie om haar doelen te bereiken. In de verordening heeft de provincie de kaderstellende elementen uit de Structuurvisie en ander provinciaal beleid vertaald in regels die van toepassing zijn op (de inhoud van) bestemmingsplannen. Op basis van de kaarten die bij de Verordening Ruimte horen ligt het plangebied buiten het bestaand stedelijk gebied van de provincie Noord-Brabant. Het gebied maakt conform de provinciale verordening onderdeel uit van het agrarisch gebied.
Voor een ruimtelijke ontwikkeling buiten bestaand stedelijk gebied dient voldaan te worden bij de uitgangspunten van hoofdstuk 2 van de verordening 'Bevordering van ruimtelijke kwaliteit'. In dit hoofdstuk is een verdeling gemaakt in:

  • 1. zorgplicht voor ruimtelijke kwaliteit
    een ruimtelijke ontwikkeling dient bij te dragen aan het behoud en de bevordering van de ruimtelijke kwaliteit van het plangebied en de naaste omgeving.
  • 2. kwaliteitsverbetering van het landschap
    een ruimtelijke ontwikkeling bevat een verantwoording waaruit blijkt dat het plan haalbaar is en bovendien aantoont dat sprake is van een fysieke verbetering voor het gebied.

Het plangebied maakt in de verordening bovendien deel uit van een zoekgebied voor ecologische verbindingszone en zoekgebied voor behoud en herstel van watersystemen.

Doorwerking in bestemmingsplan
Hoewel het plangebied ligt binnen de grenzen van het agrarisch gebied heeft de huidige fysieke inrichting van het plangebied geen relatie met agrarische doeleinden. Het plangebied maakt deel uit van het historische bebouwingslint Vierbannen. Mede hierom wordt de voorgenomen wijziging van de vigerende maatschappelijke functie naar de woonfunctie als aanvaardbaar en passend geacht. Om te voldoen aan de voorwaarden uit de Verordening Ruimte voor de bevordering van de ruimtelijke kwaliteit wordt hier op de volgende wijze op aangesloten:

  • 1. zorgplicht voor ruimtelijke kwaliteit
    Met de voorgenomen bestemmingswijziging voor het perceel Buitenkade 13 wordt gebruik gemaakt van het bestaande hoofdgebouw op het perceel, het voormalige kerkgebouw van de Hervormde Kerk. Het kerkgebouw blijft in de toekomst behouden en grootschalige uitbreiding van het hoofdgebouw wordt met dit bestemmingsplan niet toegestaan. De voorgenomen functiewijziging kan derhalve niet worden beschouwd als toevoeging van, maar als (zorgvuldig) duurzaam hergebruik van bestaande bebouwing. Met de functiewijziging naar wonen vervoegt het perceel zich in het bestaande bebouwingslint van Vierbannen. Middels onderzoek is rekening gehouden met de bodemkwaliteit, waterhuishouding en wegverkeerslawaai (zie hoofdstuk 4). In dit hoofdstuk wordt ook ingegaan op de ecologische-, archeologische en cultuurhistorische waarden van het gebied. Het perceel Buitenkade 13 is net als de omliggende percelen bereikbaar via de Buitenkade.
  • 2. kwaliteitsverbetering van het landschap
    Met de voorgenomen functiewijziging wordt het bestaande kerkgebouw bewoonbaar gemaakt. Hiermee wordt voorkomen dat het gebouw leeg komt te staan en wordt verwaarlozing van het perceel tegengegaan.
    Het kerkgebouw is meer dan 100 oud. Ondanks dat het kerkgebouw geen formele status als monument heeft, wordt het herkenbare object in Vierbannen, op deze wijze wel veilig gesteld voor de toekomst.
    Bovendien wordt voor de kwaliteitsverbetering van het landschap bij de inrichting van het perceel rekening gehouden met de ligging aan de ecologische verbindingszone de Vierbansche Gantel. Dit sluit aan bij de uitgangspunten als gevolg van de aanwijzing als zoekgebied voor ecologische verbindingszone en behoud en herstel van watersystemen.

Ten behoeve van deze aanwijzing als zoekgebied voor ecologische verbindingszone en behoud en herstel van watersystemen zijn via de verbeelding en regels specifieke bepalingen voor het plangebied van kracht. Deze specifieke regelingen zijn respectievelijk gericht op de verwezenlijking, het behoud en het beheer van ecologische waarden en de verwezenlijking, het behoud, beheer en herstel van watersystemen.

Het bestemmingsplan sluit aan bij de bepalingen zoals deze zijn opgenomen in de Verordening Ruimte Noord-Brabant.

3.1.3 Handreiking toepassing kwaliteitsverbetering regio West-Brabant

In aansluiting op de provinciale Structuurvisie ruimtelijke ordening en de Verordening Ruimte heeft de regio West-Brabant een handreiking opgesteld. In deze handreiking staan aanbevelingen hoe in de regio West-Brabant de kwaliteitsverbetering van het landschap vormgegeven kan worden. Doel van de handreiking is het bieden van een eenduidig beleidskader waarbinnen ruimtelijke ontwikkelingen in het landelijk gebied plaats dienen te vinden. Hierbij wordt overigens wel ruimte vrijgehouden voor gemeenten om in voorkomende gevallen maatwerk te leveren.

Categorie 1
Conform deze handreiking valt de voorgenomen functiewijziging voor het perceel Buitenkade 13 te Hank in categorie 1. In de handreiking wordt namelijk gesteld dat de vestiging van of splitsing in meerdere wooneenheden in monumentale/karakteristieke/cultuurhistorisch waardevolle bebouwing nauwelijks tot geen landschappelijke invloed hebben. Hiervoor wordt dan ook geen (extra) kwaliteitsverbetering van het landschap geëist.

Doorwerking in bestemmingsplan
In het kader van de kwaliteitsverbetering van het landschap wordt voor het perceel Buitenkade 13 met name ingezet op een inrichting die ontwikkeling van de naastgelegen ecologische verbindingszone de Vierbansche Gantel mogelijk maakt. Hoe hier exact invulling aan wordt gegeven staat beschreven in hoofdstuk 5.

3.1.4 Provinciaal Waterplan 2010-2015

Het Provinciaal Waterplan (PWP) is de structuurvisie voor het aspect water op grond van de Wet ruimtelijke ordening. Het plan bevat de verplichte onderdelen vanuit de Europese Kaderrichtlijn Water. Behalve dat het PWP de uitgangspunten aangeeft voor het waterbeleid van waterschappen en gemeenten, toetst de provincie aan de hand van dit plan ook of de plannen van de waterschappen passen in het provinciale beleid.

Doorwerking in bestemmingsplan
Aangezien het plangebied aan de Vierbansche Gantel ligt wat onderdeel uitmaakt van de Ecologische Hoofdstructuur moet er rekening gehouden worden met het PWP. Voor de watergang geldt dat de inrichting en het beheer is gericht op behoud, herstel en ontwikkeling van het gezonde en goed functionerende ecosysteem. Om het gewenste onderhoud van de Vierbansche Gantel invulling te geven wordt hier bij de inrichting van het perceel rekening mee gehouden. Uitgangspunt is het creëeren van een obstakelvrije onderhoudsstrook.

In paragraaf 4.6 is een waterparagraaf opgenomen. Hierin is opgenomen welke waterhuishoudkundige thema's relevant zijn voor het plangebied en op welke manier daarmee wordt om gegaan.

3.2 Regionaal beleid

3.2.1 Waterbeheerplan 2010-2015

Het beleid van het waterschap Rivierenland is vastgelegd in het Waterbeheerplan 2010-2015 'Werken aan een veilig en schoon Rivierenland'. Het plan gaat over het waterbeheer in het hele rivierengebied en het omvat alle watertaken van het waterschap: waterkeringen, waterkwantiteit, waterkwaliteit en waterketen. Daarnaast beschikt het Waterschap Rivierenland over een verordening: de Keur voor waterkeringen en wateren. Hierin staan de geboden en verboden die betrekking hebben op watergangen en waterkeringen. Voor het uitvoeren van werkzaamheden kan een vergunning nodig zijn. De werkzaamheden in of nabij de watergangen en waterkeringen worden getoetst aan de beleidsregels

Doorwerking in bestemmingsplan
In paragraaf 4.6 is een waterparagraaf opgenomen. Hierin is opgenomen welke waterhuishoudkundige thema's relevant zijn voor het plangebied en op welke manier daarmee wordt om gegaan.

3.2.2 StructuurvisiePlus Land van Heusden en Altena 2004

In de StructuurvisiePlus Land van Heusden en Altena is de gewenste ruimtelijke ontwikkeling voor de komende jaren vastgelegd. In de StructuurvisiePlus worden de volgende doelen nagestreefd:

  • 1. aandacht voor de ruimtelijke kwaliteit en duurzaamheid;
  • 2. vernieuwing en afstemming van het ruimtelijke beleid van de gemeenten, het waterschap en de provincie;
  • 3. het verkrijgen van een breed draagvlak door een breed, open en interactief planproces.

In het land van Heusden en Altena speelt een aantal belangrijke ruimtelijke vraagstukken. De StructuurvisiePlus geeft een oplossingsrichting voor deze vraagstukken:

  • door middel van één regionale oplossing ruimte bieden voor eigen streekgebonden bedrijven. Accepteer dat grote en niet-streekgebonden bedrijven uitwijken naar de stedelijke regio’s;
  • zorg dat bewoners uit de afzonderlijke kernen hun woonwensen kunnen realiseren en zorg dat de beschikbaarheid van voorzieningen daarop wordt afgestemd;
  • vitaal en aantrekkelijk landelijk gebied met ruimte voor zowel vitale landbouw als recreatie;
  • water als ordenend principe.

afbeelding "i_NL.IMRO.0870.04BP1071BgBuitk13-VA01_0007.png"

afbeelding - uitsnede kaart StructuurvisiePlus Land van Heusden en Altena

Het plangebied ligt in het gebied dat in de StructuurvisiePlus is aangewezen voor eventuele landinrichting. In de structuurvisie wordt ingezet op behoud van de ruimtelijke kwaliteiten van het gebied. Dit krijgt vorm door het imago van openheid, natuur en cultuurhistorie centraal te stellen bij nieuwe ontwikkelingen.

De samenwerkende gemeente Aalburg, Werkendam en Woudrichem zijn momenteel bezig met het opstellen van een nieuwe structuurvisie voor het Land van Heusden en Altena. Het ontwerp van deze nieuwe structuurvisie heeft reeds ter inzage gelegen. Voor de beoordeling van dit bestemmingsplan wordt vooralsnog uitgegaan van de structuurvisie uit 2004. In subparagraaf 3.2.3 wordt wel nader ingegaan op de nieuwe structuurvisie.

Doorwerking in bestemmingsplan
Voorgenomen plan houdt uitsluitend een bestemmingswijziging in van een bestaand kerkgebouw dat onderdeel uitmaakt van het bebouwingslint Vierbannen. Het plan leidt dan ook niet tot een onevenredige toename van bebouwing in het landelijk gebied waarmee de openheid wordt teruggedrongen. De bestemmingswijziging heeft wel een positief effect op het behoud van het kerkgebouw uit 1903.

3.2.3 Structuurvisie Land van Heusden en Altena (Ontwerp)

De gemeenten Aalburg, Werkendam en Woudrichem hebben gezamenlijk een nieuwe structuurvisie opgesteld voor het Land van Heusden en Altena. De structuurvisie is nog in ontwerp en niet vastgesteld. Alsnog is voor onderhavige ontwikkeling gekeken of deze ook in de nieuwe structuurvisie past.

Ten aanzien van de uitbreiding van de woonfunctie in het buitengebied is een toetsingskader opgesteld. De gemeenten in het Land van Heusden en Altena zullen aan plannen en initiatieven voor uitbreiding van de woonfunctie in het buitengebied alleen medewerking verlenen in bepaalde situaties. Onderhavig plan valt binnen één van de voorbeeldsituaties, namelijk "de verbouwing of herontwikkeling van een bestaande gebouwde locatie". In alle situaties dient het initiatief ook een bijdrage te leveren aan de kwaliteiten van het buitengebied en de omgevingskwaliteiten van de plek waar dat bouwplan gerealiseerd gaat worden. Daarbij mag de toevoeging van woonfuncties in het buitengebied niet leiden tot aantasting van bestaande bewoningsstructuren in het buitengebied. Uitgangspunt is het behouden van de woonfucnties in de bestaande buurtschappen. Voor wat betreft dit onderwerp wordt afstemming gezocht met de beleidsregel "Landschappelijke kwaliteitsverbetering buitengebied" van de regio West-Brabant.

De gemeenten ondersteunen de realisatie van de ecologische verbindingszones (EVZ) die moeten bijdragen aan het versterken van de landschappelijke kwaliteit, de cultuurhistorische identiteit, duurzaam waterbeheer en betere toeristisch-recreatieve mogelijkheden. Tevens ondersteunen de gemeenten de realisatie, versterking en behoud van de EHS binnen de regio. De gemeenten zullen, daar waar zich kansen voordoen, ruimtelijk faciliteren en meedenken om zodoende win-win mogelijkheden te creëren.

Doorwerking in bestemmingsplan
Voorgenomen plan houdt uitsluitend een bestemmingswijziging in van een bestaand kerkgebouw dat onderdeel uitmaakt van het bebouwingslint Vierbannen. Het plan leidt dan ook niet tot een onevenredige toename van bebouwing in het landelijk gebied. In het kader van de kwaliteitsverbetering van het landschap is gebruik gemaakt van de beleidsregel "Landschappelijke kwaliteitsverbetering buitengebied". Daarbij is tevens rekening gehouden met de aangrenzende EVZ en is het behoud gegarandeerd. Hoe hier exact invulling aan wordt gegeven staat beschreven in hoofdstuk 5.

3.3 Gemeentelijk / lokaal beleid

3.3.1 Welstandsnota

Het uiterlijk en de plek van een gebouw mogen niet in strijd zijn met de redelijke eisen van welstand. Welke eisen dit zijn, heeft de gemeente Werkendam vastgelegd in de welstandsnota. De welstandsnota beschrijft daarmee het welstandsbeleid dat de gemeente hanteert. Deze welstandsnota geeft de burger informatie en inzicht over de wijze waarop de welstandscommissie over bouwplannen zal adviseren. De criteria die bij deze advisering een rol spelen worden met de nota geobjectiveerd en gemotiveerd. De uitslag van de beoordeling van een bouwplan door de welstandscommissie wordt daardoor beter voorzienbaar.

De gemeente Werkendam hanteert in de Welstandsnota voor de verschillende gebieden binnen de gemeente eigen beoordelingskaders. De ruimtelijke kwaliteiten die een gebied kenmerken worden zo meegenomen in de welstandsbeoordeling. Het bouwwerk moet zowel op zichzelf als ook in zijn omgeving worden beoordeeld, waarbij ook verwachte veranderingen van die omgeving een rol kunnen spelen.

Doorwerking in bestemmingsplan
Behoud van het kerkgebouw is belangrijk. Aangezien de kerk niet wordt gesloopt en eveneens niet op grote schaal aan de buitenkant wordt gerenoveerd, is er geen reden om het plan te toetsen in het kader van de Welstandsnota.

3.3.2 Waterplan Werkendam 2008-2015

In 2007 hebben gemeente en waterschap een waterplan opgesteld. In het waterplan staan maatregelen beschreven om in de komende jaren het watersysteem te verbeteren. Het zijn oplossingen voor de waterproblemen die binnen de gemeente voorkomen.

Het hoofddoel van het gemeentelijke waterplan is het realiseren van een gezond en veerkrachtig watersysteem dat voldoet aan de Europese en landelijke normen en dat is gebaseerd op een gezamenlijke visie van gemeente en waterschap op een duurzame waterhuishouding in de gemeente. In het waterplan worden concrete afspraken gemaakt over de stedelijke wateropgave en de vereiste inspanningen om het watersysteem vóór 2015 op orde te brengen en te houden. Belangrijke nevendoelstellingen zijn:

  • 1. Het afstemmen van waterbeleid binnen en buiten de gemeente, zodat de stedelijke wateropgaven gerealiseerd worden de laagst mogelijke maatschappelijke kosten.
  • 2. Het vergroten van het maatschappelijk bewustzijn van water; daartoe worden bij de uitvoering van het plan waar mogelijk bewoners betrokken.
  • 3. Het maken van concrete afspraken over ambities, maatregelen, de bekostiging en de doorwerking daarvan in de ruimtelijke ordening en (meerjaren)begrotingen van beide partijen. Kosteneffectiviteit en laagst mogelijke kosten zijn hierbij voorwaarden.

Doorwerking in bestemmingsplan
Voor Vierbannen zijn in het waterplan geen concrete waterdoelen gesteld die in de planperiode uitgevoerd moeten worden. Het Waterplan Werkendam heeft dan ook geen gevolgen voor dit bestemmingsplan.

Hoofdstuk 4 Planologische en milieutechnische randvoorwaarden

4.1 Algemeen

In dit hoofdstuk wordt een aantal milieuonderwerpen toegelicht. Omdat voorliggend plan kleinschalig van omvang is en uitsluitend betrekking heeft op een bestemmingswijziging is voor een beperkt aantal onderwerpen onderzoek uitgevoerd. De overige onderwerpen worden in hun algemeenheid kort beschreven.

4.2 Geluid

Algemeen
Op basis van de Wet geluidhinder (Wgh) zijn er drie geluidsbronnen waarmee bij de vaststelling van bestemmingsplannen rekening gehouden dient te worden: wegverkeers-, railverkeers- en industrielawaai.
In en in de nabijheid van het plangebied zijn geen geluidzones vanwege railverkeers- of industrielawaai aanwezig. Beide onderdelen worden logischerwijs dan ook niet nader toegelicht in deze paragraaf.

Wegverkeerslawaai
Artikel 76 van de Wet geluidhinder verplicht ertoe om bij een bestemmingsplan rekening te houden met de geluidzone van wegen, wanneer sprake is van realisatie van nieuwe geluidsgevoelige objecten binnen een geluidzone.
Op grond van artikel 74 Wgh heeft iedere weg van rechtswege een geluidzone, met uitzondering van:

  • wegen die liggen binnen een tot woonerf bestemd gebied;
  • wegen waarop een wettelijke snelheid geldt van ten hoogste 30 km/uur.

Met de voorgenomen bestemmingswijziging wordt een woonbestemming toegevoegd aan het bebouwingslint Vierbannen. Een woning is in de Wet geluidhinder aangemerkt als geluidsgevoelige functie.

Het plangebied ligt langs de Buitenkade waar een maximale snelheid van 30 km/uur geldt. Conform de Wet geluidhinder heeft een weg waar een maximale snelheid van 30 km/uur geldt geen geluidzone. Onderzoek in het kader van de Wet geluidhinder is dan ook niet noodzakelijk. In het kader van een goede ruimtelijke onderbouwing is het wenselijk de geluidsbelasting als gevolg van het wegverkeer op de Buitenkade in beeld te brengen. In verband met de voorgenomen bestemmingswijziging is dan ook wel een akoestisch onderzoek uitgevoerd. Het akoestisch onderzoeksrapport van 21 september 2012 is opgesteld door BVA verkeersadviezen en is als Bijlage 1 aan het plan toegevoegd.

Uit het onderzoek blijkt dat de voorkeursgrenswaarde van 48 dB ten gevolge van het wegverkeer op de niet-zoneplichtige Buitenkade op de zuidgevel van het bestaande gebouw wordt overschreden (49 dB). Omdat de Buitenkade niet beschikt over een wettelijke geluidzone bestaat er formeel geen mogelijkheid om voor de nieuwe woning een hogere waarde procedure te doorlopen.

Ondanks dat geluidsbelasting op de zuidelijke gevel de voorkeursgrenswaarde met 1 dB overschrijdt wordt de wettelijk voorgeschreven binnenwaarde van 33 dB, conform het Bouwbesluit, voor de woning haalbaar geacht. Het aspect geluid vormt geen belemmering voor de ontwikkeling van het voorgenomen plan.

4.3 Luchtkwaliteit

In het kader van de Wet luchtkwaliteit is het van belang om bij een ruimtelijk plan te kijken welke invloed het plan heeft op de luchtkwaliteit. In deze wet is van bepaalde projecten getalsmatig vastgelegd dat ze "niet in betekenende mate" (NIBM) bijdragen aan de luchtverontreiniging. In de Regeling NIBM is een lijst met van projecten (inrichtingen, kantoor- en woningbouwlocaties) opgenomen die niet in betekenende mate bijdragen aan de luchtverontreiniging. Deze projecten kunnen zonder toetsing aan de grenswaarden voor het aspect luchtkwaliteit uitgevoerd worden.
Voor woningbouw geldt dat voor maximaal 1.500 woningen (in geval van één ontsluitingsweg) of 3.000 woningen (in geval van twee ontsluitingswegen met een gelijkmatige verkeersverdeling) geen beoordeling op luchtkwaliteit meer hoeft plaats te vinden.

Het voorgenomen plan betreft de bestemmingswijziging van maatschappelijk naar wonen. Feitelijke gezien houdt dit plan dan ook de 'realisatie' van één nieuwe woning in. Het plan voldoet derhalve aan de NIBM-grens en draagt dus niet in betekenende mate bij aan de luchtverontreiniging. Nadere toetsing van het plan aan de Wet Luchtkwaliteit is daarom niet noodzakelijk. Het aspect luchtkwaliteit vormt geen belemmering voor de ontwikkeling van het voorgenomen plan.

4.4 Externe veiligheid

Externe veiligheid betreft het risico dat aan bepaalde activiteiten verbonden is voor niet bij de activiteit betrokken personen. Het externe veiligheidsbeleid richt zich op het voorkomen en beheersen van risicovolle bedrijfsactiviteiten en van risicovol transport. Het gaat daarbij om de bescherming van individuele burgers en groepen tegen ongevallen met gevaarlijke stoffen. Risicobronnen kunnen worden onderscheiden in risicovolle inrichtingen (onder andere lpg-tankstations) en transport van gevaarlijke stoffen (over weg, spoor en water en door buisleidingen).

Om voldoende ruimte te scheppen tussen een risicobron en personen of objecten die risico lopen (kwetsbare of beperkt kwetsbare objecten) moeten vaak afstanden in acht worden genomen. Ook ontwikkelingsmogelijkheden die ingrijpen in de personendichtheid kunnen om onderzoek vragen.

De gemeente Werkendam heeft de Beleidsvisie externe veiligheid Werkendam (mei 2010) laten opstellen door Oranjewoud. De beleidsvisie geeft een overzicht van de externe veiligheidssituatie in de gemeente Werkendam door middel van een signaleringskaart. Op grond daarvan is een beleidslijn opgesteld voor het omgaan met de consequenties van externe veiligheid (plaatsgebonden risico's en groepsrisico's) op de ruimtelijke inrichting.

Om het aspect externe veiligheid te beoordelen is de signaleringskaart van de gemeente Werkendam geraadpleegd. Op basis van informatie afkomstig van de risicokaart kan vooralsnog het volgende worden geconcludeerd:

  • Inrichtingen:
    In de nabijheid van het plangebied bevinden zich geen inrichtingen die op basis van het Bevi een belemmering vormen voor de voorgenomen ontwikkeling.
  • Transportroutes:
    Op een afstand van circa 800 meter ligt de rijksweg A27. Het groepsrisico dient in beeld gebracht te worden binnen een zone van 200 meter vanaf de A27. Binnen een afstand van 800 meter bevindt zich het invloedsrisicogebied. Vanwege de rijksweg A27 is het toxische scenario het meest risicovol. Het plan wordt in het kader van het vooroverleg voorgelegd aan de regionale brandweer om te inzicht te krijgen in de mogelijke risico's en eventueel te nemen maatregelen.
    [PM Advies regionale brandweer]
    Voor het plangebied zijn geen andere verkeerswegen, water- of spoorwegen in het kader van externe veiligheid relevant.
  • Buisleidingen:
    In en in de omgeving van het plangebied zijn geen buisleidingen aanwezig die in het kader van de externe veiligheid relevant zijn en een belemmering vormen voor de voorgenomen bestemmingswijziging.

4.5 Bodem

In het kader van de onderzoeksplicht van artikel 3.1.6 Bro dient onder andere de bodemgesteldheid in het plangebied in beeld gebracht te worden. Onderzocht moet worden of de bodem verontreinigd is en wat voor gevolgen een eventuele bodemverontreiniging heeft voor de uitvoerbaarheid van het plan. Een nieuwe bestemming mag pas worden opgenomen als is aangetoond dat de bodem geschikt (of geschikt te maken) is voor de nieuwe of aangepaste bestemming.

In verband met de voorgenomen bestemmingswijziging van het plangebied naar wonen is door NIPA milieutechniek bv een verkennend bodemonderzoek Buitenkade 13 te Hank uitgevoerd. Het onderzoeksrapport met de datum van 24 oktober 2012 is als Bijlage 2 aan het plan toegevoegd.

Uit het verkennende bodemonderzoek blijkt het volgende:

  • In de bovengrond is een lichte verontreiniging met enkele zware metalen, PAK en PCB aangetroffen.
  • in de ondergrond is een lichte verontreiniging met eveneens enkele zware metalen aangetroffen.
  • Het grondwater is licht verontreinigd met barium en zink.
  • De in april 1993 gereinigde en met zand afgevulde ondergrondse brandstoftank is niet aangetroffen. Ter plaatse van de vermoedelijke ligging van deze tank is geen verontreiniging met olieproducten in grond en grondwater aangetoond.

Op basis van de onderzoeksresultaten is het uitvoeren van aanvullend of nader bodemonderzoek in het kader van de Wet bodembescherming niet noodzakelijk. De beoogde woonfunctie voor het plangebied wordt niet belemmerd door de bodemkwaliteit.

Wel dient bij het eventueel afvoeren van grond rekening te worden gehouden met gebruiksbeperkingen conform Besluit Bodemkwaliteit. Het aspect bodem vormt geen belemmering voor de ontwikkeling van het voorgenomen plan.

4.6 Waterparagraaf

Algemeen
Sinds 1 november 2003 is voor alle ruimtelijke plannen de watertoets verplicht. Het doel van de watertoets is waterbelangen evenwichtig mee te nemen in het planvormingsproces van Rijk, Provincies en gemeenten. Hiermee wordt een veilig, gezond en duurzaam watersysteem nagestreefd. De toets omvat het gehele proces van vroegtijdig informeren, adviseren, afwegen en uiteindelijk beoordelen van de in ruimtelijke plannen voorkomende waterhuishoudkundige aspecten.

Voorliggend bestemmingsplan heeft betrekking op de Buitenkade 13 in Hank. Via de digitale watertoets is op 27 februari 2013 beoordeeld of en welke waterbelangen voor het plan relevant zijn. Op basis van de digitale watertoets blijkt dat voor het gebied de normale watertoetsprocedure van Waterschap Rivierenland van toepassing is.

Situatie plangebied
Beleidsuitgangspunten
Het plangebied maakt onderdeel uit van het bebouwingslint van het buurtschap Vierbannen. Het plangebied ligt voorzover bekend niet in een drinkwaterwin- of grondwaterbeschermingsgebied. Als gevolg van de voorgenomen bestemmingswijziging treden er naar verwachting geen effecten op voor de waterhuishouding in het plangebied en in de nabijheid van het plangebied. De watergang Vierbansche Gantel die zowel aan de noordzijde als de westzijde langs het plangebied loopt is in de Provinciale Verordening Ruimte aangewezen als:

  • Zoekgebied voor ecologische verbindingszone.
  • Zoekgebied voor behoud en herstel watersystemen.

Het provinciaal beleid zet voor deze zones in op inrichting, beheer en bescherming van de aanwezige (natte) natuurwaarden. Doel is het laten functioneren van de ecologisch hoofdstructuur als netwerk en verbetering en herstel van het natuurlijke watersysteem. Het voorgenomen plan betreft in eerste instantie uitsluitend een functiewijziging. Voor de inrichting van het perceel wordt op uitvoeringsniveau aansluiting gezocht bij de provinciale uitgangspunten voor beide zoekgebieden. Het belangrijkste uitgangspunt dat hierbij een rol speelt is het stand-stillbeginsel. Dit beginsel houdt in dat ontwikkelingen niet mogen leiden tot achteruitgang van de huidige situatie, tenzij de negatieve effecten (op bijvoorbeeld ecologie of waterkwantiteit) volledig worden gecompenseerd.

Grond- en oppervlaktewater
Voorzover bekend is in en om het plangebied geen sprake van grondwateroverlast. In de toekomstige situatie mag het verhard oppervlak op het perceel met maximaal 180 m² toenemen, terwijl in de huidige situatie het hele perceel verhard kan worden. De bestaande bebouwing blijft gehandhaafd en als gevolg van de functiewijziging kan uitsluitend het omliggende terrein anders worden ingericht. Het plan heeft mogelijk een gering effect op de waterhuishouding en wordt hydrologisch als niet relevant gezien. Er is geen compenserende waterberging nodig.

De Vierbansche Gantel is aangewezen als A-watergang. Ten behoeve van het onderhoud van deze watergang wordt op het perceel een obstakelvrije strook van 5 meter breed gerealiseerd. Met deze maatregel wordt de onderhoudsstrook van 5 meter zoals deze is opgenomen in de legger gewaarborgd.

Droogweer- en regenwaterafvoer afvoer (DWA & RWA)
In de nieuwe situatie wordt het afvalwater gescheiden van het hemelwater en aangesloten op het bestaande riool. Voor de infiltratie/berging van het hemelwater worden bij de ontwikkeling van het voorgenomen plan zoveel als mogelijk voorzieningen getroffen, om conform de trits 'vasthouden - bergen - afvoeren' het hemelwater te verwerken.

Vooroverleg
Het bestemmingsplan is in het kader van het wettelijk verplichte vooroverleg voorgelegd aan Waterschap Rivierenland. Het Waterschap heeft aangegeven geen opmerkingen op het plan te hebben (zie bijlage 5). Het aspect water vormt geen belemmering voor de ontwikkeling van het plan.

4.7 Flora en fauna

In Nederland wordt de natuur beschermd op basis van gebiedsbescherming en soortenbescherming. Ten behoeve van het voorgenomen plan is door Regelink Ecologie & Landschap een quickscan uitgevoerd (zie Bijlage 3).

Gebiedsbescherming
De volgende natuurgebieden kunnen van invloed zijn op het project:

  • Natura 2000;
  • Beschermde natuurmonumenten;
  • Ecologische hoofdstructuur.

Het plangebied ligt in het landelijk gebied van Werkendam maar is onderdeel van het bebouwingslint Vierbannen. In de omgeving van het plangebied ligt het Natura 2000-gebied de Biesbosch. De Biesbosch ligt op circa 740 meter van het plangebied. Vanwege de afstand en de menselijke invloeden in het tussenliggende gebied zijn negatieve effecten op de Biesbosch uitgesloten.
In de omgeving van het plangebied zijn geen Beschermde Natuurmonumenten aanwezig.

Het plangebied maakt zelf geen onderdeel uit van de Ecologische Hoofdstructuur (EHS). De Vierbansche Gantel die in het noorden en westen aan het plangebied grenst behoort wel tot de EHS. Conform de Verordening Ruimte van de provincie dient ook voor ontwikkelingen buiten de EHS beoordeeld te worden of sprake is van aantasting van ecologische waarden en kenmerken van de EHS. Op basis van de uitgevoerde quickscan blijkt dat de voorgenomen ontwikkeling aanvaardbaar is binnen het afwegingskader van de EHS.

Soortenbescherming
De Flora- en Faunawet beschermt een groot aantal in het wild levende planten- en diersoorten, ook buiten beschermde natuurgebieden. De wet verbiedt bepaalde handelingen die kunnen leiden tot schade aan (populaties of individuen van) beschermde soorten (algemene verbodsbepalingen).

Wanneer het bestemmingsplan handelingen mogelijk maakt die beschermde planten en dieren kunnen bedreigen, is het verplicht om vooraf te toetsen of deze plannen kunnen leiden tot overtreding van algemene verbodsbepalingen. Wanneer dit het geval dreigt te zijn, moet onderzocht worden of er maatregelen genomen kunnen worden om dit te voorkomen, indien dit niet mogelijk is dienen de gevolgen voor beschermde soorten zoveel mogelijk beperkt te worden.

Voorliggend bestemmingsplan heeft uitsluitend betrekking op de functiewijziging van maatschappelijk naar wonen. Als gevolg van deze functiewijziging is de verwachting, op basis van de uitgevoerde quickscan, dat er mogelijk negatieve effecten zijn te verwachten voor vogels. Op de overige soortgroepen wordt geen negatief effect op beschermde soorten (of functies) verwacht.

Om de mogelijke negatieve effecten op vogels te voorkomen dienen de kapwerkzaamheden in het plangebied buiten het broedseizoen uitgevoerd te worden. Het broedseizoen loopt voor de meeste vogelsoorten van 15 maart tot 15 juli. Indien rekening wordt gehouden met het broedseizoen kan redelijkerwijs worden gesteld dat het voorgenomen plan niet door de Flora- en Faunawet wordt verhinderd.

Opgemerkt wordt dat het kappen van bomen vergunningplichtig is en mogelijk kan leiden tot een herplantplicht.

Het aspect flora en fauna vormt geen belemmering voor de ontwikkeling van het plan.

4.8 Archeologie en cultuurhistorie

Archeologie
Sinds 1 september 2007 is de Wet op de Archeologische Monumentenzorg (Wamz) van toepassing. Dit is een herziening van de Monumentenwet 1988. Met deze herziening zijn de belangrijkste bevoegdheden aangaande de archeologie bij de gemeente neergelegd. De gemeenteraad is op grond van de Monumentenwet verplicht bij de vaststelling van bestemmingsplannen rekening te houden met de in de grond aanwezige of te verwachten archeologische waarden.

In verband met deze verplichting heeft de gemeente Werkendam een archeologische beleidskaart opgesteld. Het plangebied ligt op basis van deze archeologische beleidskaart in een zone met een lage archeologische verwachting. In zones met een lage archeologische verwachting geldt alleen voor MER-plichtige projecten een onderzoeksplicht.

Het voorgenomen plan houdt de functiewijziging in van een bestaand pand in het bebouwingslint Vierbannen. Omdat met dit bestemmingsplan uitsluitend een functiewijziging wordt geregeld is de verwachting dat er geen grondroerende werkzaamheden plaatsvinden die kunnen leiden tot verstoring/beschadiging van archeologische waarden. Archeologisch onderzoek in het kader van dit bestemmingsplan wordt dan ook niet nodig geacht.

Cultuurhistorie en monumenten
De Modernisering van de monumentenzorg (MoMo) heeft erin geresulteerd dat per 1 januari 2012 het Besluit ruimtelijke ordening is aangepast. Met de wijziging in het Besluit ruimtelijke ordening (Bro, artikel 3.1.6) per 1 januari 2012 dienen naast de archeologische waarden ook cultuurhistorische waarden te worden meegewogen bij het vaststellen van bestemmingsplannen.

Het voorgenomen plan houdt de functiewijziging in van het bestaande kerkpand aan de Buitenkade 13 in Vierbannen. Hoewel het betreffende kerkgebouw geen formele status als rijks- of gemeentelijke monument heeft, blijft het kerkgebouw uit 1903 met de functiewijziging behouden voor de komende generaties. Hiertoe is tevens de aanduiding 'karakteristiek' opgenomen, ter instandhouding en ontwikkeling van de cultuurhistorische waarden.

4.9 Milieuhinder bedrijvigheid

In verband met de voorgenomen functiewijziging is het van belang om inzichtelijk te maken of het woon- en leefklimaat niet worden gehinderd door bedrijvigheid in de omgeving. Anderzijds is het ook van belang dat de nieuwe woningen niet leiden tot beperkingen op de bedrijfsvoering van de reeds aanwezige bedrijven.

Om inzichtelijk te maken of in de omgeving van het plangebied bedrijvigheid aanwezig is, dat van invloed is op het plan, wordt uitgegaan van de publicatie Bedrijven en Milieuzonering 2009 van de Vereniging Nederlands Gemeenten (VNG). Hierbij gaat het om de in deze publicatie opgenomen categorisering van bedrijfstypen en de daarbij behorende richtafstanden ten opzichte van woonbebouwing.

Ten noorden van het plangebied, aan de Buitendijk 140a, ligt de veehouderij 'De Geitenbrij'. Op basis van de richtafstanden (voor geur) uit de handreiking Bedrijven en Milieuzonering dient nagegaan te worden of deze veehouderij van invloed is op het woon- en verblijfsklimaat in het plangebied. Aan de andere kant dient ook inzichtelijk te worden gemaakt of de veehouderij niet wordt belemmerd als gevolg van de voorgenomen functiewijziging. Naast de aanwezigheid van de dieren op de veehouderij is op dit perceel ook een opslagtank van propaan aanwezig. Ook de mogelijke 'hinder' (in de vorm van gevaar) van dit object dienen inzichtelijk te worden gemaakt.

Veehouderij 'De Geitenbrij'
Met het oog op de aanwezigheid van de veehouderij is in het kader van dit bestemmingsplan door De Roever omgevingsadvies een geurrapport opgesteld. Het rapport van 26 maart 2012 is als Bijlage 4 aan het plan toegevoegd.

Uit het onderzoek blijkt dat het plangebied voor een gedeelte ligt binnen de geurcontour (voorgrondbelasting) van veehouderij 'De Geitenbrij'. Voor het plangebied geldt conform de Wet geurhinder en veehouderij (Wgv) een norm 8,0 oug/m³. De geurbelasting ter plaatse van het plangebied bedraagt 9,4 oug/m³. De overschrijding van de Wgv-norm betekent echter niet dat sprake is van een slecht leefklimaat. Op basis van de bandbreedte die de Wgv hanteert bij geurnormen, blijkt dat zelfs bij een geurbelasting van 20,0 oug/m³, sprake is van een acceptabel leefklimaat. De geurbelasting ter plaatse van het plangebied van 9,4 oug/m³ kan dan ook als acceptabel worden geacht. Ook wat betreft afstanden en achtergrondbelasting is sprake van een acceptabel woon- en verblijfsklimaat.

De functiewijziging van het plangebied naar wonen leidt niet tot een belemmering voor de veehouderij 'De Geitenbrij'. De veehouderij wordt namelijk al belemmerd door de woning aan de Buitenkade 11a. De 'nieuwe' woning aan de Buitenkade 13 vormt derhalve geen extra belemmering voor de bedrijfsvoering van de veehouderij 'De Geitenbrij', uitgaande van de huidige bedrijfsopzet.

In verband met de overschrijding van de geurnormen dient door de gemeenteraad een hogere geurbelasting vastgesteld te worden.

Propaantank
Veehouderij 'De Geitenbrij' beschikt op het perceel, Buitendijk 140a, over een propaantank van 6 m³. Propaantanks met een omvang van minder dan 13 m³ vallen niet onder de regels van het Bevi, maar zijn geregeld in het Besluit algemene regels voor inrichting milieubeheer (Activiteitenbesluit). In artikel 3.28 lid 3 van het Besluit algemene regels voor inrichting milieubeheer is voor propaantanks van 6 m³ een veiligheidsafstand opgenomen van 50 meter. De afstand van 50 meter komt overeen met de richtafstand van 50 meter (voor gevaar) zoals deze voor dergelijke tanks is opgenomen in de handreiking Bedrijven en Milieuzonering.

De afstand van het huidige kerkgebouw op het perceel Buitenkade 13, waar in de toekomst in gewoond mag worden, ligt op een afstand van meer dan 50 meter van de propaantank op het perceel Buitenkade 140a. Het voorgenomen plan voor de functiewijziging wordt derhalve niet belemmerd in verband met de veiligheidsafstanden uit het Besluit algemene regels voor inrichting milieubeheer.

4.10 Verkeer en parkeren

Het perceel Buitenkade 13 wordt in de huidige situatie ontsloten via de Buitenkade. Ook in de toekomstige situatie zal het perceel ontsloten worden op de Buitenkade.

In de toekomstige situatie wordt op het perceel Buitenkade 13 ruimte gereserveerd voor de aanleg van minimaal twee parkeerplaatsen op eigen terrein. De parkeerplaatsen worden aan de voorzijde van het perceel gerealiseerd.

4.11 Duurzame verstedelijking

Sinds 1 oktober 2012 is in het Besluit ruimtelijke ordening de verplichting opgenomen om in het geval van nieuwe stedelijke ontwikkeling in de toelichting een onderbouwing op te nemen van nut en noodzaak van de nieuwe stedelijke ruimtevraag en de ruimtelijke inpassing. Hierbij wordt uitgegaan van de 'ladder voor duurzame verstedelijking' zoals opgenomen in artikel 3.1.6, lid 2 Bro.

Het voorgenomen plan betreft een kleinschalige 'ontwikkeling' in het landelijk gebied van Werkendam. De uitgangspunten met betrekking tot de duurzame verstedelijking zijn met name gericht op stedelijk gebied. Toetsing van het voorgenomen plan aan de 'ladder voor duurzame verstedelijking' is dan ook niet nodig. Voorgenomen bestemmingsplan is niet in strijd met de uitgangspunten voor duurzame verstedelijking.

4.12 Kabels en leidingen

In het plangebied bevinden zich geen kabels en/of leidingen die planologisch gezien een doorwerking behoeven in dit bestemmingsplan. Het voorgenomen plan wordt dan ook niet belemmerd door aanwezigheid van kabels en leidingen.

Hoofdstuk 5 Planbeschrijving

5.1 Beoogde situatie

Het voorgenomen plan heeft betrekking op de voorgenomen functiewijziging voor het kerkgebouw van de Hervormde Gemeente van Dussen-Hank. Het kerkgebouw dat gevestigd is aan de Buitenkade 13 te Hank in het buurtschap Vierbannen heeft momenteel een maatschappelijke functie. De Hervormde Gemeente heeft echter moeten besluiten om het kerkgebouw uit 1903 te sluiten.

Om de kerk in de toekomst te behouden en van een nieuwe functie te voorzien, wil de Hervormde Gemeente van Dussen-Hank, met dit bestemmingsplan aan het kerkgebouw een woonfunctie toekennen. In verband met de voorgenomen functiewijziging is het overigens niet de bedoeling om het kerkgebouw te slopen, het kerkgebouw vertelt immers over de geschiedenis van het buurtschap Vierbannen. Uitgangspunt is dat het huidige pand blijft bestaan en alleen de gronden rondom het kerkgebouw ten behoeve van de woonfunctie worden ingericht. Om het bebouwd oppervlak in de toekomst niet verder toe te laten nemen wordt op de verbeelding een maximum aantal vierkante meters aan bebouwing toegestaan. Dit maximum komt overeen met het nu geldende maximum.

5.2 Kwaliteitsverbetering/landschappelijke inpassing

Bij nieuwe ontwikkelingen is het van belang dat de ruimtelijke kwaliteit van de omgeving niet verloren gaat of, als mogelijk, juist wordt versterkt. Tevens is vanuit het ruimtelijke beleid een goede landschappelijke inpassing een vereiste.
De provincie Noord-Brabant heeft in de Verordening Ruimte de verplichting opgenomen een investering te doen in de ruimtelijke kwaliteit van het landschap. Dit betekent dat bij nieuwe ontwikkelingen, zorg moet worden gedragen voor een verbetering van de ruimtelijke kwaliteit ter plaatse. In de Verordening Ruimte wordt echter geen norm gesteld voor deze investering en wordt hiermee in handen van de gemeente gelegd. De provincie geeft echter wel aan dat wel op een goede manier moet worden onderbouwd dat de voorgenomen ontwikkeling bijdraagt aan de ruimtelijke kwaliteit van het landschap.

Bebouwing
De voorgenomen bestemmingswijziging betreft een ruimtelijke ontwikkeling waarvan de impact op het landschap verwaarloosbaar is, zoals ook blijkt uit de Handreiking toepassing kwaliteitsverbetering regio West-Brabant. De bebouwing (het kerkgebouw) is reeds op het perceel aanwezig en blijft gehandhaafd. Het perceel maakt onderdeel uit van het bebouwingslint Vierbannen en de toevoeging van één nieuwe woning in een reeds bestaand gebouw vervoegt zich uitstekend in dit bestaande lint. Omdat de bouwmassa reeds omvangrijker is dan gebruikelijk is in het lint, is de realisatie van vrijstaande bijgebouwen in dit bestemmingsplan niet mogelijk gemaakt. Opgemerkt wordt echter dat de realisatie van vergunningvrije bijbehorende bouwwerken in het kader van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) hiermee niet tegengehouden kunnen worden.

Het parkeren bij de woning dient aan de voor- of oostzijde van het hoofdgebouw plaats te vinden. In totaal dienen op eigen terrein minimaal 2 parkeerplaatsen aangelegd te worden. Overigens is het aannemelijk dat de toekomstige verkeersbewegingen op en naar de woning, minder invloed hebben op de omgeving, dan de verkeersbewegingen van de voormalige kerk.

Voorwaarden Vierbansche Gantel
Het perceel wordt aan de noord- en westzijde begrensd door de Vierbansche Gantel. De Vierbansche Gantel is door Waterschap Rivierenland aangewezen als A-watergang. Voor A-watergangen wordt in het Land van Heusden en Altena een onderhoudsstrook van 5 meter gevraagd, gemeten vanuit de insteek. Met deze zone wordt handmatig en/of machinaal onderhoud van de watergang vanaf de kant mogelijk gemaakt. Op dit moment is langs beide watergangen geen vrije onderhoudsstrook van 5 meter. Aan de westzijde van het perceel belet het voormalige kerkgebouw een dergelijke strook over de volledige 5 meter. Aan de achterzijde is het perceel begroeid met opgaande beplanting. Als randvoorwaarde voor de nieuwe inrichting van het perceel geldt dat de strook aan de achterzijde van het perceel tot 5 meter vanuit de insteek obstakelvrij wordt gemaakt. Het bestaande flauwe talud dat geleidelijk overloopt in het water dient behouden te blijven.
De strook aan de westzijde wordt buiten de bebouwing om, ook obstakelvrij gemaakt.

Voorwaarden Ecologische verbindingszone
De Vierbansche Gantel is ook aangewezen als ecologische verbindingszone. In dit kader is het van belang dat bij de toekomstige inrichting van het perceel Buitenkade 13 geen negatieve gevolgen optreden voor de waarden en kenmerken van de verbindingszone. Om dergelijke negatieve effecten te voorkomen wordt uitgegaan van het stand-stillbeginsel. Dit beginsel houdt in dat ontwikkelingen niet mogen leiden tot achteruitgang van de huidige situatie, tenzij de negatieve effecten (op bijvoorbeeld ecologie of waterkwantiteit) volledig worden gecompenseerd. Het behouden van de natuurlijke oever aan de achterzijde van het perceel wordt hiervoor als uitgangspunt gehanteerd. Door de natuurlijke oever te waarborgen kunnen zich meer soorten planten en dieren in de watergang ontwikkelen.

Daarnaast wordt als randvoorwaarde voor het gebied opgenomen dat een maximum oppervlakte van 40% van het perceel verhard/bebouwd mag worden. Waar in de huidige situatie het hele perceel verhard kan worden is het opnemen van een maximum een aanzienlijke verbetering. Op basis van de 40% kan naast de maximaal toegestane oppervlakte aan bebouwing 283 m² (bestaand kerkgebouw 213 m² en nieuwe bijgebouwen 70 m²) circa 180 m² aan verharding op het perceel worden gerealiseerd. Het vastleggen van een maximum verhardingspercentage sluit ook aan bij het provinciale beleid ten aanzien van de ligging in een zoekgebied voor behoud en herstel van watersystemen.

Tuin
Buiten de bovenstaande voorwaarden is de inrichting van de tuin behorende bij de woning vrij in te vullen. Langs de Buitenkade in Hank zijn de overige percelen ook ingericht met een huis- en tuinbestemming. Op basis van dit gegeven is het dan ook de verwachting dat de inrichting als reguliere tuin behorende bij de woning, niet leidt tot nadelige invloed op de water- natuur- en landschappelijke waarden.

afbeelding "i_NL.IMRO.0870.04BP1071BgBuitk13-VA01_0008.jpg"

afbeelding - voorstel perceelsopzet

Conclusie
De voorgenomen bestemmingswijziging draagt met de bovenstaande voorwaarden op voldoende wijze bij aan de eis uit de Verordening Ruimte van Provincie Noord-Brabant om te investeren in de ruimtelijke kwaliteit van het landschap, mede met het oog op de Handreiking toepassing kwaliteitsverbetering regio West-Brabant, waaruit blijkt dat geen extra ruimtelijke kwaliteitsverbetering van het landschap wordt geëist, omdat de ontwikkeling nauwelijks tot geen landschappelijke invloed heeft. Uitvoering van de beschreven voorwaarden wordt middels enkele specifieke regels in dit bestemmingsplan gewaarborgd. Daarnaast worden deze afspraken ook nog vastgelegd in een anterieure overeenkomst tussen gemeente en initiatiefnemer.

Hoofdstuk 6 Juridische aspecten

6.1 Algemene juridische opzet

In dit hoofdstuk worden de van het bestemmingsplan deel uitmakende regels van een nadere toelichting voorzien. De regels van dit bestemmingsplan geven inhoud aan de bestemmingen binnen het plangebied. Met de regels wordt onder andere het gebruik en de toegestane bebouwing geregeld.

Het juridisch bindende gedeelte van dit bestemmingsplan bestaat uit de verbeelding en de regels. Verbeelding en regels dienen in samenhang met elkaar te worden gelezen, waarbij de op de verbeelding genoemde bestemmingen en de op de verbeelding opgenomen aanduidingen (zoals bijvoorbeeld de bouwvlakken en bouwhoogten) zijn terug te vinden en nader zijn uitgewerkt in de regels. De regels geven daarnaast aan waarvoor de gronden en opstallen gebruikt mogen worden.

Bij de opzet van het bestemmingsplan is getracht de regeling zo duidelijk en eenvoudig mogelijk te houden. Bij het opstellen van de regels is daarom ook aangesloten bij de regels van het in ontwerp zijnde bestemmingsplan Buitengebied Werkendam. De regels uit dit bestemmingsplan voldoen aan de standaardeisen van de gemeente en zorgen ervoor dat voor dit plangebied grotendeels dezelfde eisen gelden als de overige woonpercelen in het buitengebied.

Verbeelding
Op de verbeelding zijn de bestemmingen die in het gebied voorkomen, in beeld gebracht. Ook zijn aanduidingen opgenomen voor specifiek in het gebied voorkomende elementen. Het plan bestaat uit de bestemmingen die in paragraaf 6.2 worden behandeld.

Regels
De opbouw van de regels is als volgt:

  • Hoofdstuk 1 bevat de begrippen (artikel 1) en een bepaling over de wijze van meten (artikel 2); artikel 1 wordt opsommingsgewijs in alfabetische volgorde gegeven en dienen als referentiekader voor de overige regels.
  • Hoofdstuk 2 bevat de bestemmingen. Deze artikelen zijn opgebouwd conform de standaard vergelijkbare bestemmingsplan en hebben zodoende een vaste opbouw (zie paragraaf 6.3).
  • Hoofdstuk 3 bevat de algemene regels die van algemeen belang zijn voor het plan en van toepassing zijn op alle bestemmingen genoemd in hoofdstuk 2;
  • Hoofdstuk 4 bevat de overgangs- en slotregels.

6.2 Bestemmingen

6.2.1 Tuin

De Vierbansche Gantel aan de west- en noordzijde van het plangebied is een A-watergang. Conform de legger van het waterschap dient voor het onderhoud van de Vierbansche Gantel een obstakelvrije strook aangehouden te worden. Om te voorkomen dat op het achterterrein van de toekomstige woning aan de Buitenkade 13 bebouwing nabij de Vierbansche Gantel wordt gerealiseerd is de gewenste onderhoudsstrook voorzien van de bestemming "Tuin".

6.2.2 Water

Het deel van de Vierbansche Gantel dat in het plangebied ligt is voorzien van de passende bestemming "Water".

6.2.3 Wonen

Voor het woonperceel Buitenkade 13 is in dit bestemmingsplan de bestemming "Wonen" opgenomen. De locatie van het hoofdgebouw is op de verbeelding vastgelegd door een bouwvlak. Per bouwvlak is maximaal één woning toegestaan. Middels de aanduiding "karakteristiek" blijven de cultuurhistorische waarden van het voormalige kerkgebouw gehandhaafd.

In de regels is de maximale inhoud van de woonbebouwing vastgelegd. Daarnaast is voor het gebouw een maximale goot- en bouwhoogte opgenomen.

Om het vrijstaande beeld van de voormalige kerk te behouden mogen geen vrijstaande bijgebouwen bij de woning worden gebouwd.

De woning en bijgebouwen mogen mede worden gebruikt voor de uitoefening van een beroep of bedrijf aan huis. Een beroep of bedrijf aan huis kan worden toegestaan na een afwijking via een omgevingsvergunning. Voor zowel het beroep als het bedrijf aan huis geldt dat de woonfunctie daardoor niet mag worden verdrongen. Daarom mag maximaal 45 m² vloeroppervlakte van de woning en bijgebouwen hiervoor worden gebruikt. Uitsluitend beroepen en bedrijven uit milieucategorie 1 en 2 van de bij het bestemmingsplan behorende Staat van bedrijfsactiviteiten aan huis zijn toegestaan. Horeca en detailhandel zijn niet mogelijk. Voorts mag het beroep of bedrijf uitsluitend worden uitgeoefend door degene die tevens de gebruiker van de woning is.

6.3 Bijzondere regelingen

Het plangebied heeft ook grotendeels de aanduidingen 'overige zone - zoekzone - water' en 'overige zone - zoekzone - EVZ'. Beide aanduidingen hebben tot doel om de zoekgebieden in te richten voor ecologische verbindingszones en behoud en herstel van de watersystemen. De regeling voor deze beide zoekzones is afkomstig uit de Verordening Ruimte van de provincie Noord-Brabant en is overeenkomstig hetgeen ook in het nieuwe bestemmingsplan Buitengebied Werkendam voor deze zones wordt geregeld.

Het plangebied heeft daarnaast de aanduiding voor de ligging in het landschapstype 'zeekleilandschap-eerste aanwaspolders' gekregen. Hiermee wordt gestreefd naar instandhouding, herstel en ontwikkeling van het zeekleilandschap dat ter plaatse van het plangebied kenmerkend is. Ook deze regeling is afkomstig uit het nieuwe bestemmingsplan dat voor het buitengebied van Werkendam wordt opgesteld.

Hoofdstuk 7 Economische uitvoerbaarheid

Bij het opstellen van een nieuw bestemmingsplan dient op grond van artikel 3.1.6 lid 1 sub f van het Besluit ruimtelijke ordening onderzoek plaats te vinden naar de economische uitvoerbaarheid van het plan.

Overeenkomst
De gemeente Werkendam en de initiatiefnemer sluiten een anterieure overeenkomst met betrekking tot de financiele afhandeling van het plan. In de overeenkomst zijn afspraken gemaakt aangaande de kosten voor het opstellen van het bestemmingsplan en mogelijke risico's op planschade. Om inzicht te krijgen in de mogelijke planschade is door de initiatiefnemer een risicoanalyse uitgevoerd.
Op basis van de anterieure overeenkomst liggen de financiële risico's van het voorgenomen plan bij de initiatiefnemer en niet bij de gemeente.

De economische uitvoerbaarheid van het voorgenomen plan is derhalve verzekerd, een exploitatieplan is dan ook niet noodzakelijk.

Hoofdstuk 8 Overleg

8.1 Overleg conform artikel 3.1.1. Bro

In het kader van het wettelijke verplichte overleg op grond van artikel 3.1.1 van het Besluit ruimtelijke ordening is het voorontwerp bestemmingsplan voorgelegd aan de gebruikelijke partners, waaronder de provincie Noord-Brabant, het waterschap en overige organisaties. Van de provincie en het waterschap is een reactie ontvangen. De reacties zijn opgenomen in bijlage 5. Beiden hebben aangegeven geen opmerkingen op het plan te hebben.

8.2 Zienswijzen

Het ontwerp bestemmingsplan heeft vanaf 18 oktober 2013 gedurende zes weken voor een ieder ter inzage gelegen op het gemeentehuis te Werkendam en was eveneens te bekijken via de gemeentelijke website en de landelijke voorziening. Binnen deze periode bestond voor belanghebbenden de mogelijkheid om zijn/haar mening over het plan te geven. Van de gelegenheid tot het indienen van zienswijzen is geen gebruik gemaakt. Er zijn geen zienswijzen ingediend.

De gemeenteraad heeft het ontwerp bestemmingsplan vervolgens op 11 februari 2014 ongewijzigd vastgesteld. Tegelijk met de vaststelling van het ontwerp bestemmingsplan is tevens het ontwerp van de 'Geurverordening Buitengebied: Buitenkade 13 gemeente Werkendam' vastgesteld.