direct naar inhoud van 3.2 Provinciaal beleid
Plan: Uitbreiding Kurenpolder
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0870.04BP1007UitbrKrnpd-VA01

3.2 Provinciaal beleid

Paraplu nota Noord Brabant

In het provinciaal ruimtelijk beleid worden toerisme en recreatie gezien als nevengeschikte activiteiten in het buitengebied, die een belangrijke bijdrage leveren aan de leefbaarheid van het platteland. Bij de mogelijkheden voor verblijfsrecreatie maakt de provincie onderscheid in twee typen gebieden:

  • 1. de groene hoofdstructuur (GHS), agrarische hoofdstructuur-landschap (AHS-landschap) en regionale natuur- en landschapseenheden (RNLE'en);
  • 2. de agrarische hoofdstructuur-landbouw (AHS-landbouw).

Daarnaast zijn er specifieke voorwaarden voor recreatiewoningen.

Ontwikkelingsmogelijkheden voor bestaande verblijfsrecreatiebedrijven in de GHS, de AHS-landschap en de RNLE'n

Een deel van het plangebied is gelegen in de GHS en tevens in de RNLE-landschapsdeel, zie figuren 3.3 en 3.4.

GHS

Bestaande verblijfsrecreatiebedrijven in de GHS kunnen, als dat nodig is voor een kwaliteitsverbetering, in beperkte mate uitbreiden onder de volgende voorwaarden:

  • a. de uitbreiding is onderdeel van een kwaliteitsverbetering die op langere termijn noodzakelijk is voor de continuïteit van het bedrijf;
  • b. de mogelijkheden om tot kwaliteitsverbetering te komen zonder uitbreiding - dit wil zeggen, door inbreiding en herstructurering van de recreatieve voorzieningen - zijn uitgeput;
  • c. de uitbreiding en de uitstralingseffecten daarvan mogen de draagkracht van het betrokken gebied niet overschrijden;
  • d. de uitbreiding moet leiden tot verrijking van het toeristisch product in de streek;
  • e. alternatieve locaties voor een uitbreiding buiten de GHS ontbreken. Hierbij zijn de beleidslijnen omtrent alternatieve locaties uit paragraaf 4.5 van de Paraplunota ruimtelijke ordening van toepassing, met uitzondering van de beleidslijn over het kostenaspect;
  • f. aantasting van natuur- en landschapswaarden moet zoveel mogelijk worden voorkomen. Als er toch aantasting plaatsvindt, moet worden gecompenseerd met inachtneming van de eisen die zijn genoemd in paragraaf 4.5 de Paraplunota ruimtelijke ordening.

afbeelding "i_NL.IMRO.0870.04BP1007UitbrKrnpd-VA01_0005.jpg"

Figuur 3.3. Groene Hoofdstructuur Noord Brabant (uitbreidingsterrein is gearceerd)

afbeelding "i_NL.IMRO.0870.04BP1007UitbrKrnpd-VA01_0006.jpg"

Figuur 3.4. Nadere begrenzing RNLE-landschapsdeel (uitbreidingsterrein is gearceerd)

De toetsing aan de onder a, b, c en d genoemde voorwaarden is opgedragen aan de hiervoor genoemde onafhankelijke adviescommissie Toerisme en Recreatie. Uitbreiding van een recreatieverblijf nabij en in een ecologische verbindingszone is toegestaan, mits het functioneren van de ecologische verbinding voorop staat. Deze toetsing heeft plaatsgevonden en het oordeel van de commissie is positief2.

AHS-landschap, subzone RNLE-landschapsdeel

Uitbreiding van verblijfsrecreatiebedrijven is toegestaan onder de voorwaarden a., b. en c., als genoemd bij GHS. Ook moet de uitbreiding verenigbaar zijn met de ontwikkeling van de landbouw. De toetsing aan deze voorwaarden is opgedragen aan de hiervoor genoemde onafhankelijke adviescommissie toerisme en recreatie.

In de AHS-landschap, subzone leefgebied dassen

Uitbreiding van verblijfsrecreatiebedrijven is toegestaan onder de voorwaarden a., b. en c., als genoemd bij GHS. Daarnaast moet de rust bij de dassenburchten worden veiliggesteld en moet de uitbreiding verenigbaar zijn met de ontwikkeling van de landbouw. De toetsing aan deze voorwaarden is opgedragen aan de hiervoor genoemde onafhankelijke adviescommissie toerisme en recreatie.

AHS-landschap, subzone waterpotentiegebied

Uitbreiding van verblijfsrecreatiebedrijven is toegestaan onder de voorwaarden a., b. en c., als genoemd bij GHS. Daarnaast mag de uitbreiding niet in betekenende mate afbreuk doen aan de mogelijkheid tot toekomstige vernatting van het gebied. Ook hier geldt dat de uitbreiding verenigbaar moet zijn met de ontwikkeling van de landbouw. De toetsing aan deze voorwaarden is opgedragen aan de hiervoor genoemde onafhankelijke adviescommissie toerisme en recreatie.

Algemeen

Bij de ontwikkelingsmogelijkheden van recreatie moet rekening worden gehouden met de uitgangspunten zoals bepaald in de Wet geurhinder veehouderijen.

Verblijfsrecreatie in de AHS-landbouw

In de AHS-landbouw wil de provincie aan het buitengebied gebonden toerisme en recreatie volop de ruimte geven. De ontwikkeling van toerisme en recreatie moet zich echter wel verdragen met de gevestigde en de te ontwikkelen landbouw en met natuurlijke, landschappelijke, cultuurhistorische, water- en bodemhuishoudkundige en milieuhygiënische belangen en waarden. Dit betekent dat nieuwe verblijfsrecreatiebedrijven in ieder geval niet zijn toegestaan in de landbouwontwikkelingsgebieden met accent intensieve veehouderij, die zijn aangewezen in het kader van het project Revitalisering Landelijk Gebied. Met name in de kernrandzones binnen de AHS-landbouw zijn nieuwe verblijfsrecreatiebedrijven wel mogelijk, mits ze landschappelijk goed worden ingepast. Bij de ontwikkelingsmogelijkheden van recreatie moet rekening worden gehouden met de uitgangspunten zoals bepaald in de Wet geurhinder veehouderijen.

Recreatiewoningen

Hiervoor zijn de mogelijkheden voor de vestiging van nieuwe en de ontwikkeling van bestaande recreatiebedrijven samengevat. In aanvulling daarop heeft de provincie Noord-Brabant de volgende beleidslijnen geformuleerd.

Geen permanente bewoning

Voorkomen moet worden dat recreatiewoningen permanent worden bewoond. Bestemmingsplannen dienen op dit punt duidelijke, handhaafbare bepalingen te bevatten. Omdat permanente bewoning van met name grotere en luxere recreatiewoningen veelvuldig voorkomt, is het nodig stringente kaders te hanteren voor de nieuwbouw van recreatiewoningen. Aan de omzetting van een recreatiewoning in een burger- of bedrijfswoning werken wij alleen mee als deze in een woonwijk of een bedrijventerrein is of wordt opgenomen.

Nieuwbouw recreatiewoningen

De ruimtelijke mogelijkheden voor nieuwbouw van recreatiewoningen zijn gelijk aan de mogelijkheden voor nieuwbouw van woningen in het buitengebied: de bouw van een recreatiewoning is alleen toelaatbaar als op die plaats ook een reguliere woning kan worden gebouwd. Hierop maakt de provincie alleen een uitzondering voor complexen van recreatiewoningen waar het recreatieve gebruik van de recreatiewoningen door middel van een bedrijfsmatige exploitatie is verzekerd. Onder bedrijfsmatige exploitatie verstaat de provincie in dit kader het via een bedrijf, stichting of andere rechtspersoon voeren van een zodanig beheer / exploitatie, dat in de recreatieverblijven daadwerkelijk recreatief gebruik plaatsvindt. De exploitant en gemeente zijn verantwoordelijk dat permanente bewoning op het complex wordt tegengegaan.

Recreatie op en rond het water

De provincie wil recreatie op en rond het water bevorderen. Daartoe stimuleert de provincie voorzieningen die de recreatieve gebruikswaarde van het vaarwegennet verhogen en stuurt zij aan op de verbetering van de relatie tussen land- en waterrecreatie. Hierbij streeft de provincie naar versterking van de regionale diversiteit en naar verbetering van de kwaliteit van het toeristisch-recreatief product. In de gebieds- en reconstructieplannen is een aantal geschikte locaties benoemd als recreatieve poort.

In de Biesbosch dient overdruk als gevolg van watersport voorkomen te worden. Daarom wordt de ontwikkeling van aanlegplaatsen voor de watersport in het Aakvlaaigebied bevorderd. Verblijfsrecreatie, anders dan op toervaartboten, is in dit gebied in beginsel niet toegestaan. Het Krammer-Volkerakgebied kan een schakelfunctie vervullen waarbij een koppeling van natuur en recreatie mogelijk wordt gemaakt.

Verordening Ruimte

Op 23 april 2010 hebben Provinciale Staten de Verordening ruimte fase 1 vastgesteld. De verordening Ruimte treedt op 1 juni 2010 in werking. Voorliggend bestemmingsplan voldoet aan de regels die in de verordening ruimte worden gesteld.

In figuur 3.5 valt af te lezen dat een deel van gronden binnen dit bestemmingsplan niet langer deel uitmaken van de EHS.

afbeelding "i_NL.IMRO.0870.04BP1007UitbrKrnpd-VA01_0007.jpg"

Figuur 3.5. Ecologische hoofdstructuur uit de verordening Ruimte

Ontwerpstructuurvisie ruimtelijke ordening Noord-Brabant

De provincie Noord-Brabant werkt aan een nieuwe structuurvisie. Deze wordt in het najaar 2010 vastgesteld. De ontwerp structuurvisie geeft de hoofdlijnen van het provinciaal ruimtelijk beleid tot 2025 ( met een doorkijk naar 2040) weer.