Type plan: bestemmingsplan
Naam van het plan: Sleeuwijksedijk 21A - Scheepswerf Jooren
Status: vastgesteld
Plan identificatie: NL.IMRO.0870.02BP1005Slwksdk21a-VA01

Artikel 4 Water

 
4.1 Bestemmingsomschrijving
 
4.1.1 Algemeen
De voor ‘Water’ aangewezen gronden zijn bestemd voor:
  1. oppervlaktewater;
  2. waterstaatkundige voorzieningen;
  3. voorzieningen ten behoeve van de waterhuishouding, waterafvoer en waterberging;
  4. oevers en oeverbeschoeiingen;
  5. verkeersvoorzieningen ten behoeve van het scheepvaartverkeer; alsmede voor:
  6. scheepsbouw-, scheepsafbouw- en scheepsreparatie-activiteiten in, op of boven het water ter plaatse van de aanduiding ‘Specifieke vorm van water - scheepswerf’, met de daarbij behorende voorzieningen, zoals afmeerplaatsen, steigers, afmeerconstructies, spudpalen, werkstations, kraanen hellingbanen, pontons, drijvende (schroef)dokken etc.;
  7. nutsvoorzieningen; met de daarbij behorende:
  8. werken en werkzaamheden, kunstwerken en overige bijbehorende bouwwerken, geen gebouwen zijnde, die wat betreft aard en afmetingen passen bij de bestemming.
4.2 Bouwregels
 
4.2.1 Gebouwen
Op de voor ‘Water’ aangewezen gronden mogen geen gebouwen worden gebouwd.
 
4.2.2 Bijbehorende bouwwerken, geen gebouwen zijnde
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:
  1. op de voor ‘Water’ aangewezen gronden mogen uitsluitend worden gebouwd bijbehorende bouwwerken, geen gebouwen zijnde, die ten dienste staan van of een relatie hebben met de bestemming en/of de aanduiding, zoals steigers, aan- en afmeerconstructies, oeverbeschoeiingen, pontons, drijvende (schroef)dokken etc.;
  2. de hoogte van verkeersvoorzieningen ten behoeve van het scheepvaartverkeer mag maximaal 6 meter bedragen;
  3. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag maximaal 10 meter bedragen, met uitzondering van 2 torenkranen die maximaal 40 meter hoog mogen zijn.
4.3 Specifieke gebruiksregels
 
4.3.1 Strijdig gebruik
Onder gebruiken en/of het laten gebruiken in strijd met het bestemmingsplan wordt in ieder geval verstaan het
gebruik van gronden en bouwwerken voor en/of als
het uitoefenen van een andere vorm van bedrijf of
bedrijfsactiviteiten als bedoeld in 4.1
 
4.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van
werkzaamheden
 
4.4.1 Vergunningplicht
Het is verboden op of in de voor 'Water' aangewezen gronden zonder of in afwijking van een
omgevingsvergunning van het bevoegd gezag de volgende werken, geen bouwwerk zijnde, en/of
werkzaamheden uit te voeren:
  1. het graven of dempen van oppervlaktewater en het afdammen van oppervlaktewater;
  2. het vergraven van oevers;
  3. het aanleggen of aanbrengen van beschoeiingen.
4.4.2 Uitzonderingen
Het in artikel 4.4.1 vervatte verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden welke:
  1. het normale onderhoud betreffen;
  2. werken of werkzaamheden van ondergeschikte betekenis;
  3. werken of werkzaamheden in het kader van het normale bodemgebruik;
  4. werken of werkzaamheden, welke op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan in uitvoering zijn dan wel krachtens een voor dat tijdstip verleende (omgevings)-vergunning/ontheffing of anderszins mogen worden uitgevoerd.
4.4.3 Toetsingscriteria
De werken of werkzaamheden als bedoeld in artikel 4.4.1 zijn slechts toelaatbaar indien door die werken of
werkzaamheden dan wel door de daarvan hetzij direct hetzij indirect te verwachten gevolgen voor de in artikel
4.1 genoemde waarden en doeleinden niet onevenredig worden of kunnen worden aangetast, dan wel de
mogelijkheden voor herstel van de bedoelde waarden, niet wezenlijk worden of kunnen worden verkleind.
 
4.4.4 Advies
Alvorens de vergunning te verlenen, wordt door het bevoegd gezag advies ingewonnen bij de betreffende
waterbeheerder.