direct naar inhoud van Artikel 16 Water
Plan: ‘Beatrixhaven, Biesboschhaven en Steurgat’
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0870.01BP1032BeaBieSteu-VA01

Artikel 16 Water

16.1 Bestemmingsomschrijving
16.1.1 Bestemming

De voor 'Water' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. oppervlaktewater;
  • b. een waterweg ten dienste voor het verkeer en vervoer over water met de daarbij behorende anker-, wacht- en keerplaatsen ter plaatse van de aanduiding 'vaarweg';
  • c. waterstaatkundige voorzieningen;
  • d. nautische voorzieningen;
  • e. kunstwerken en bruggen;
  • f. voorzieningen ten behoeve van de waterhuishouding, waterafvoer en waterberging;
  • g. kades, oevers en oeverbeschoeiingen;

alsmede voor:

  • h. een haven met de daarbij behorende ligplaatsen, afmeerplaatsen, wachtplaatsen, steigers, afmeerconstructies, werkstations en bewegwijzering en verkeersignalering ter plaatse van de aanduiding 'haven';
  • i. een haven ten dienste van de recreatievaart met de daarbij behorende ligplaatsen ten behoeve van plezier- en andere vaartuigen met uitzondering van woonboten en woonschepen alsmede steigers, afmeerconstructies, spudpalen en verkeerssignalering ter plaatse van de aanduiding 'jachthaven';
  • j. een autoaanlegsteiger en voetgangerssteiger ten dienste van de scheepvaart ter plaatse van de aanduiding 'aanlegsteiger';
  • k. scheepsbouw-, scheepsafbouw- en scheepsreparatie-activiteiten in, op of boven het water;
  • l. laad- en losactiviteiten in, op of boven het water;
  • m. nutsvoorzieningen;

met de daarbij behorende:

  • n. werken en werkzaamheden, bruggen, duikers en/of dammen, keerwanden, kaden, steigers, overige kunstwerken, lichtmasten, havenlichten en overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, die wat betreft aard en afmetingen passen bij de bestemming.
16.1.2 Dubbelbestemming

Voor zover de gronden tevens zijn gelegen binnen de op de verbeelding aangewezen dubbelbestemmingen en aanduidingen, zijn mede de desbetreffende regels van toepassing, met inachtneming van de voorrangsregels uit artikel 29.2.

16.2 Bouwregels
16.2.1 Gebouwen

Op de voor 'Water' aangewezen gronden mogen géén gebouwen worden gebouwd.

16.2.2 Bouwwerken, geen gebouw zijnde

Op de voor 'Water' aangewezen gronden mogen uitsluitend worden gebouwd bouwwerken, geen gebouw zijnde die ten dienste staan van of een relatie hebben met de bestemming, zoals steigers, kademuren, keerwanden, aan- en afmeerconstructies, verkeerstekens, bewegwijzering, lichtmasten, havenlichten, oeverbeschoeiingen en dergelijke.

16.2.3 Overige regels

De bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouw zijnde, mag maximaal 10 meter bedragen.

16.3 Specifieke gebruiksregels
16.3.1 Verboden gebruik

Onder gebruiken en/of het laten gebruiken in strijd met het bestemmingsplan wordt in ieder geval verstaan het gebruik van gronden en bouwwerken voor en/of als:

  • a. ligplaats voor woonboten, woonarken of woonschepen, drijvende recreatiewoningen en andere drijvende woongelegenheden;
  • b. niet-riviergebonden activiteiten;
  • c. opslag van onbruikbare of althans aan hun oorspronkelijke gebruik onttrokken voorwerpen, goederen, stoffen en materialen en van emballage en/of afval, behoudens voor zover dat noodzakelijk is in verband met het op de bestemming gerichte gebruik van de grond;
  • d. het opslaan, opgeslagen houden, storten of lozen van vaste of vloeibare afvalstoffen behoudens voor zover dat noodzakelijk is in verband met het op de bestemming gerichte gebruik van de grond.
  • e. opslag anders dan inherent aan het toegelaten gebruik;
  • f. het uitvoeren van herstellingen of veranderingen aan de in de haven liggende vaartuigen, tenzij het vaartuig is afgemeerd bij een bedrijf welke zich bezighoudt met het verrichten van herstellingen en/of veranderingen van vaartuigen.
16.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
16.4.1 Vergunningplicht

Het is verboden op of in de voor 'Water' aangewezen gronden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van het bevoegd gezag de volgende werken, geen bouwwerk zijnde, en/of werkzaamheden uit te voeren:

  • a. het graven of dempen van oppervlaktewater en het afdammen van oppervlaktewater;
  • b. het vergraven van oevers;
  • c. het aanleggen of aanbrengen van beschoeiingen;
  • d. het verrichten van puinstortingen;
  • e. boringen te verrichten, seismisch of ander bodemonderzoek te doen;
  • f. het wijzigen van het waterpeil.
16.4.2 Uitzonderingen

Het bepaalde in artikel 16.4.1 is niet van toepassing op:

  • a. normale onderhoudswerkzaamheden;
  • b. werken of werkzaamheden van ondergeschikte betekenis;
  • c. werken of werkzaamheden in het kader van het normale bodemgebruik;
  • d. werken of werkzaamheden, welke op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan in uitvoering zijn dan wel krachtens een voor dat tijdstip verleende (omgevings)vergunning/ ontheffing of anderszins mogen worden uitgevoerd.
16.4.3 Toetsingscriteria

De werken of werkzaamheden als bedoeld in artikel 16.4.1 zijn slechts toelaatbaar indien door die werken of werkzaamheden dan wel door de daarvan hetzij direct hetzij indirect te verwachten gevolgen voor de in artikel 16.1 genoemde waarden en doeleinden niet onevenredig worden of kunnen worden aangetast, dan wel de mogelijkheden voor herstel van de bedoelde waarden, niet wezenlijk worden of kunnen worden verkleind.

16.4.4 Advies

Alvorens de vergunning te verlenen, wordt door het bevoegd gezag advies ingewonnen bij de betreffende waterbeheerder.