direct naar inhoud van Artikel 15 Verkeer
Plan: ‘Beatrixhaven, Biesboschhaven en Steurgat’
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0870.01BP1032BeaBieSteu-VA01

Artikel 15 Verkeer

15.1 Bestemmingsomschrijving
15.1.1 Bestemming

De voor 'Verkeer' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. wegen, straten en paden, met hoofdzakelijk een verkeersfunctie;

alsmede bestemd voor:

  • b. een loswal ter plaatse van de aanduiding 'laad- en losplaats';

met de daarbij behorende:

  • c. voet- en rijwielpaden;
  • d. parkeervoorzieningen;
  • e. groenvoorzieningen, waaronder bermen en beplanting;
  • f. straatmeubilair;
  • g. nutsvoorzieningen;
  • h. waterlopen en waterpartijen;
  • i. voorzieningen ten behoeve van de waterhuishouding;
  • j. oeververbindingen (bruggen);
  • k. duikers;
  • l. verkeerstechnische uitrusting.
15.1.2 Dubbelbestemming

Voor zover de gronden tevens zijn gelegen binnen de op de verbeelding aangewezen dubbelbestemmingen en aanduidingen, zijn mede de desbetreffende regels van toepassing, met inachtneming van de voorrangsregels uit artikel 29.2.

15.2 Bouwregels
15.2.1 Gebouwen

Op de voor 'Verkeer' aangewezen gronden mogen uitsluitend gebouwen worden gebouwd ten behoeve van nutsvoorzieningen, met dien verstande dat;

  • a. de bouwhoogte van deze gebouwen maximaal 3 meter mag bedragen;
  • b. de oppervlakte maximaal 15 m2 mag bedragen.
15.2.2 Bouwwerken, geen gebouw zijnde

Op de voor 'Verkeer' aangewezen gronden mogen uitsluitend worden gebouwd bouwwerken, geen gebouw zijnde:

  • a. noodzakelijk met het oog op de regeling van de veiligheid van het verkeer;
  • b. ten behoeve van de verlichting van wegen, rijwiel- en voetpaden;
  • c. behorende tot het straatmeubilair;
  • d. ten behoeve van afvalinzameling;
  • e. kunstwerken, zoals bruggen en duikers;
  • f. objecten betreffende beeldende kunsten;
  • g. ten behoeve van onder- en/of bovengrondse voorzieningen voor de opvang en buffering van water.
15.2.3 Overige regels
  • a. Overkappingen zijn niet toegestaan;
  • b. De bouwhoogte van verlichtingsarmaturen, cameramasten, lichtmasten, bewegwijzering en verkeersregulering mag maximaal 12 meter bedragen.
  • c. De bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag maximaal 5 meter bedragen.
15.3 Specifieke gebruiksregels
15.3.1 Verboden gebruik

Onder gebruiken en/of het laten gebruiken in strijd met het bestemmingsplan wordt in ieder geval verstaan het gebruik van gronden en bouwwerken voor en/of als:

  • a. opslag van onbruikbare of althans aan hun oorspronkelijke gebruik onttrokken voorwerpen, goederen, stoffen en materialen en van emballage en/of afval, behoudens voor zover dat noodzakelijk is in verband met het op de bestemming gerichte gebruik van de grond;
  • b. het opslaan, opgeslagen houden, storten of lozen van vaste of vloeibare afvalstoffen behoudens voor zover dat noodzakelijk is in verband met het op de bestemming gerichte gebruik van de grond;
  • c. opslag anders dan inherent aan het toegelaten gebruik.