direct naar inhoud van Artikel 14 Recreatie - Jachthaven
Plan: ‘Beatrixhaven, Biesboschhaven en Steurgat’
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0870.01BP1032BeaBieSteu-VA01

Artikel 14 Recreatie - Jachthaven

14.1 Bestemmingsomschrijving
14.1.1 Bestemming

De voor 'Recreatie - Jachthaven' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. gebouwen ten dienste van de jachthaven ter plaatse van de aanduiding 'kantoor' ten behoeve van de administratieve dienstverlening, met de daarbij behorende gemeenschapsruimte, verenigingsruimte, sanitaire ruimten, onderhoud en beheer ruimten;
  • b. een kantine ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - kantine';
  • c. een bedrijfswoning ter plaatse van de aanduiding ' bedrijfswoning';
  • d. groenvoorzieningen;
  • e. parkeervoorzieningen;
  • f. wegen, paden, in- en uitritten en andere oppervlakteverhardingen;
  • g. nutsvoorzieningen;
  • h. voorzieningen ten behoeve van de waterhuishouding;
  • i. water.
14.1.2 Dubbelbestemming

Voor zover de gronden tevens zijn gelegen binnen de aangewezen dubbelbestemmingen en aanduidingen zijn mede de desbetreffende regels van toepassing, met inachtneming van de voorrangsregels uit artikel 29.2.

14.2 Bouwregels
14.2.1 Algemeen

Voor de voor 'Recreatie - Jachthaven' aangewezen gronden mogen uitsluitend worden gebouwd:

  • a. gebouwen ten behoeve van de in artikel 14.1 genoemde bestemming;
  • b. ten hoogste één bedrijfswoning ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning';
  • c. de daarbij behorende bijgebouwen;
  • d. de daarbij behorende andere bouwwerken.
14.2.2 Regels ter plaatse van de aanduiding 'bouwvlak'

Voor het bouwen ter plaatse van de aanduiding 'bouwvlak' gelden de volgende regels:

  • a. binnen het bouwvlak mogen gebouwen, bijbehorende bouwwerken en bouwwerken, geen gebouw zijnde worden gebouwd;
  • b. het bouwvlak mag voor maximaal 100% worden bebouwd;
  • c. de goothoogte mag niet meer bedragen dan is aangegeven;
  • d. de bouwhoogte mag niet meer bedragen dan is aangegeven.
14.2.3 Overige regels
  • a. Buiten het bouwvlak mogen geen gebouwen en overkappingen worden gebouwd;
  • b. De bouwhoogte van verlichtingsarmaturen, lichtmasten en cameramasten mag maximaal 12 meter bedragen.
  • c. De bouwhoogte van vlaggenmasten en antennes mag maximaal 10 meter bedragen.
  • d. De bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen vóór de naar de weg gekeerde bouwgrens mag maximaal 1 meter bedragen.
  • e. De bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen achter de naar de weg gekeerde bouwgrens mag maximaal 2 meter bedragen.
  • f. De bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde mag maximaal 5 meter bedragen.
14.3 Nadere eisen
14.3.1 Onderwerpen

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen ten aanzien van:

  • a. de situering, de oppervlakte en de hoogte van bebouwing;
  • b. het aantal parkeerplaatsen en de situering daarvan.
14.3.2 Toepassingscriteria

De in artikel 14.3.1 genoemde nadere eisen mogen uitsluitend worden gesteld ten behoeve van:

  • a. het stedenbouwkundig beeld;
  • b. de verkeersveiligheid;
  • c. een goede parkeerbalans;
  • d. de milieusituatie;
  • e. de sociale veiligheid;
  • f. de brandveiligheid;
  • g. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken.
14.4 Afwijken van de bouwregels
14.4.1 Afwijken van de bouwregels ten behoeve van hoogtebepalingen

Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor afwijking van het bepaalde in artikel 14.2.2 onder c en onder d ten behoeve van een grotere goothoogte en/of bouwhoogte van gebouwen, mits:

  • a. dit vanuit stedenbouwkundig oogpunt aanvaardbaar is;
  • b. de goothoogte maximaal 6 meter en de bouwhoogte maximaal 10 meter bedraagt.
14.5 Specifieke gebruiksregels
14.5.1 Verboden gebruik

Onder gebruiken en/of het laten gebruiken in strijd met het bestemmingsplan wordt in ieder geval verstaan het gebruik van gronden en bouwwerken voor en/of als:

  • a. het uitoefenen van een ambachtelijk, industrieel of handelsbedrijf;
  • b. het uitoefenen van horeca, met uitzondering van een kantine;
  • c. het uitoefenen van detailhandel;
  • d. wonen, anders dan de bedrijfswoning als bedoeld in artikel 14.1.1 onder b;
  • e. (permanente) buitenopslag van goederen en materialen voor de voorgevellijn;
  • f. opslag van onbruikbare of althans aan hun oorspronkelijke gebruik onttrokken voorwerpen, goederen, stoffen en materialen en van emballage en/of afval, behoudens voor zover dat noodzakelijk is in verband met het op de bestemming gerichte gebruik van de grond;
  • g. het opslaan, opgeslagen houden, storten of lozen van vaste of vloeibare afvalstoffen behoudens voor zover dat noodzakelijk is in verband met het op de bestemming gerichte gebruik van de grond.