Plan: | Uitbreiding kern Werkendam (2e fase) |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.1959.WerBP080UibWdfase2-VG01 |
het bestemmingsplan 'Uitbreiding kern Werkendam (2e fase)' met identificatienummer NL.IMRO.1959.WerBP080UibWdfase2-VG01 van de gemeente Altena.
de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlagen.
een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden.
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft.
een woning, die deel uitmaakt van een blok van meer dan twee als woning aan elkaar gebouwde woningen en die met minimaal één zijgevel in de zijdelingse perceelsgrens is gebouwd.
een beroep of bedrijf dat in (een gedeelte van) een woning of een bijbehorend bouwwerk wordt uitgeoefend en dat is gericht op het ambachtelijk vervaardigen van producten en/of het leveren van diensten, door de gebruiker van de woning, waarbij de woning in overwegende mate de woonfunctie behoudt en dat een ruimtelijke uitwerking of uitstraling heeft die met de woonfunctie in overeenstemming is.
erf aan de achterkant en de niet naar het openbaar toegankelijk gebied gekeerde zijkant, op meer dan 1 m van de voorkant van het hoofdgebouw.
een van de weg afgekeerde gevel van een hoofdgebouw die parallel of nagenoeg parallel loopt aan de voorgevel.
een van de weg afgekeerde gevel van een hoofdgebouw die parallel of nagenoeg parallel loopt aan de voorgevel.
een bijbehorend bouwwerk, dat qua ligging een ruimtelijke eenheid vormt met de woning, waarbij dit bouwwerk hoort, en waarin een gedeelte van de huishouding uit een oogpunt van mantelzorg gehuisvest is.
een door het college van Burgemeester en Wethouders aangewezen deskundige op het gebied van de archeologische monumentenzorg die voldoet aan de geldende kwaliteitscriteria VTH en adviseert en beoordeelt conform de ten tijde van het advies of beoordeling geldende Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie (KNA).
onderzoek naar de (aanwezigheid en/of waarde van) archeologische relicten door een gecertificeerde instantie werkend volgens de ten tijde van het onderzoek geldende Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie (KNA) conform een door het bevoegd gezag goedgekeurd Plan van Aanpak (PvA) (bij booronderzoek) of Programma van Eisen (PvE) (bij gravend onderzoek).
rapport waarin de resultaten van archeologisch onderzoek zijn vastgelegd en dat is opgesteld conform de ten tijde van het onderzoek geldende Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie (KNA).
de aan een gebied toegekende verwachting in verband met de kans op het voorkomen van archeologische sporen en relicten.
de aan een gebied toegekende waarde in verband met de in dat gebied voorkomende archeologische sporen en relicten.
één of meer gebouwen en/of bouwwerken geen gebouwen zijnde.
een kleinschalige, aan de woonfunctie ondergeschikte, kortdurende, toeristische verblijfsvoorziening, voor uitsluitend logies en ontbijt, die deel uitmaakt van het hoofdgebouw en/of is gevestigd in een bijbehorend bouwwerk en wordt gerund door de gebruikers van het betreffende perceel.
legaal gebruik van gronden en bebouwing voor bed and breakfast, zoals aanwezig op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan, dan wel toegestaan krachtens een verleende omgevingsvergunning.
bebouwing en gebruik, zoals aanwezig op het tijdstip van de inwerkingtreding van het plan, dan wel mag worden gebouwd krachtens een vóór dat tijdstip aangevraagde omgevingsvergunning.
de grens van een bestemmingsvlak.
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming.
uitbreiding van een hoofdgebouw dan wel een functioneel met een zich op hetzelfde perceel bevindend hoofdgebouw verbonden, daar al dan niet tegen aangebouwd gebouw, of ander bouwwerk, met een dak.
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats.
de grens van een bouwvlak.
een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten.
de grens van een bouwperceel.
een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde zijn toegelaten.
elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond.
een horecabedrijf, waarin uitsluitend alcoholvrije dranken en eventueel kleine eetwaren worden verstrekt voor gebruik ter plaatse en waar softdrugs worden verstrekt voor gebruik ter plaatse of gebruik elders.
het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ten verkoop, het verkopen en/of leveren van goederen aan personen die die goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit.
de bouwlaag op de begane grond.
een woning aan het eind van een rij woningen.
al dan niet bebouwd perceel, of een gedeelte daarvan, dat direct is gelegen bij een hoofdgebouw en dat in feitelijk opzicht is ingericht ten dienste van het gebruik van dat gebouw en voor zover dit bestemmingsplan deze inrichting niet verbiedt.
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt.
instantie die beschikt over een certificaat als bedoeld in artikel 5.1 van de Erfgoedwet.
bebouwing bestaande uit zich in één hoofdgebouw boven en naast elkaar bevindende zelfstandige woningen en/of bijzondere woonruimten.
een geurgevoelig object als bedoeld in de Wet geurhinder en veehouderij.
een woning die rechtstreeks toegankelijk is op het straatniveau en waarvan één van de bouwlagen aansluit op het maaiveld, hieronder worden begrepen aaneengebouwde woning (rijwoning), twee-aaneen gebouwde woning en vrijstaande woning.
een ruimte waar substanties, voorwerpen of gegevens, die gebruikt kunnen worden voor de teelt van hennep, worden bewerkt, verwerkt, bedrijfsmatig te koop aangeboden, verkocht, afgeleverd, vervaardigd of voorhanden zijn.
een bedrijf waar bedrijfsmatig dranken en etenswaren voor consumptie ter plaatse worden verstrekt en/of waar bedrijfsmatig logies worden verstrekt.
een gebouw, of een gedeelte daarvan, dat noodzakelijk is voor de verwezenlijking van de geldende of toekomstige bestemming van een perceel en, indien meer gebouwen op het perceel aanwezig zijn, gelet op die bestemming het belangrijkst is.
een huishouden bestaat uit één of meer personen die op hetzelfde adres wonen en een economisch-consumptieve eenheid vormen. Van een huishouden is slechts sprake indien er bloedverwantschap, huwelijksbinding of een daaraan in intensiteit en continuïteit gelijk te stellen mate van binding tussen de bewoners is.
een bouwconstructie in weg, water of spoorlijn, zoals bruggen en sluizen.
het anders dan bedrijfsmatig bieden van zorg aan een of meer leden van een huishouding, die hulpbehoevend is of zijn op het fysieke, psychische en/of sociale vlak.
voorzieningen ten behoeve van het openbaar nut, zoals transformatorhuisjes, schakelhuisjes, duikers, gemaalgebouwtjes, telefooncellen, etc.
voor verblijf geschikte, al dan niet aan hun bestemming onttrokken voer- en vaartuigen, waaronder begrepen woonwagens, woonschepen, caravans, stacaravans, kampeerauto's, alsook tenten, schuilhutten en keten, al dan niet ingericht ten behoeve van een recreatief buitenverblijf, voor zover deze niet als bouwwerken zijn aan te merken.
weg als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder b, van de Wegenverkeerswet 1994, alsmede pleinen, parken, plantsoenen, openbaar water en ander openbaar gebied dat voor publiek toegankelijk is, met uitzondering van wegen uitsluitend bedoeld voor de ontsluiting van percelen door langzaam verkeer.
elk al dan niet overdekte c.q. ondergrondse stallingsgelegenheid ten behoeve van gemotoriseerd verkeer:
bewoning van een ruimte als hoofdverblijf.
het gebied waar dit bestemmingsplan betrekking op heeft.
document waarin onderzoeksvragen en uitvoeringseisen voor het uit te voeren archeologisch onderzoek in de vorm van booronderzoek (verkennende of karterende boringen) staan geformuleerd conform de ten tijde van het onderzoek geldende Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie (KNA). Voor aanvang van het onderzoek dient het PvA door het bevoegd gezag te zijn goedgekeurd.
document waarin onderzoeksvragen en uitvoeringseisen voor het uit te voeren archeologisch onderzoek in de vorm van gravend onderzoek (proefsleuven, opgraving of archeologische begeleiding) staan geformuleerd conform de ten tijde van het onderzoek geldende Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie (KNA). Voor aanvang van het onderzoek dient het PvE door het bevoegd gezag te zijn goedgekeurd.
het zich beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele diensten ten behoeve van een ander tegen vergoeding.
een seksinrichting bestemd voor of in gebruik voor het zich vanaf de openbare weg of een andere voor het publiek toegankelijke plaats, zichtbaar ter beschikking stellen tot het tegen betaling verlenen van seksuele diensten aan anderen (prostitutie).
een voor publiek toegankelijke, besloten ruimte, waaronder mede begrepen vaar- en voertuigen, waarin bedrijfsmatig of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig is, seksuele handelingen worden verricht of vertoningen van erotisch-pornografische aard plaatsvinden. Onder een seksinrichting worden in elk geval verstaan: een (raam)prostitutiebedrijf, waaronder begrepen een erotische-massagesalon, een seksbioscoop, seksautomatenhal, sekstheater of een parenclub, al dan niet in combinatie met elkaar.
een ruimte voor het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen uitstalling ten verkoop, verkopen en/of leveren van psychotrope stoffen aan de uiteindelijke verbruiker of gebruiker.
de op of bij de weg behorende bouwwerken, zoals verkeersgeleiders, verkeersborden, brandkranen, lichtmasten, parkeermeters, stadsplattegronden, zitbanken, bloem- en plantenbakken, papier-, glas- en andere inzamelbakken, kunstobjecten, gedenktekens, draagconstructies voor reclame alsmede telefooncellen, abri's en andere, hiermee gelijk te stellen bouwwerken.
het door handelingen, houding, woord, gebaar of op andere wijze passanten bewegen, uitnodigen dan wel aanlokken tot prostitutie.
een woning waarbij het hoofdgebouw naar één zijde door een scheidsmuur van een naastgelegen hoofdgebouw is begrensd.
de vergroting van een bestaande ruimte in een hoofdgebouw, die qua afmetingen en/of in visueel opzicht (onder meer wat betreft (goot)hoogte, dakhelling en/of dakvorm), ondergeschikt is aan het hoofdgebouw.
erf dat geen onderdeel is van het achtererfgebied.
de naar de weg gekeerde gevel van een gebouw of, indien een perceel met meerdere zijden aan een weg grenst, de als zodanig door burgemeester en wethouders aan te wijzen gevel.
de lijn waarin de voorgevel van het hoofdgebouw is gelegen, alsmede het verlengde daarvan.
een woning waarvan het hoofdgebouw niet begrensd is door scheidsmuren van andere hoofdgebouwen.
voorzieningen die nodig zijn ten behoeve van een goede wateraanvoer, waterafvoer, waterberging, hemelwaterinfiltratie, en/of waterkwaliteit zoals duikers, stuwen, infiltratievoorzieningen (zoals infiltratiekratten, wadi's, infiltratiegreppels, doorlatende bestrating en infiltratie- en transportriolen), berm- en kavelsloten, gemalen, inlaten, etc.
een constructie geen gebouw of bouwwerk zijnde.
het gehuisvest zijn in een woning of wooneenheid conform het begrip 'woning of wooneenheid'.
een complex van ruimten, dat blijkens zijn indeling en inrichting bestemd is voor de huisvesting van niet meer dan één huishouden.
de 'Woonvisie 2021-2025' zoals die op 22 juni 2021 door de raad van de gemeente Altena is vastgesteld, dan wel de opvolger daarvan.
een accommodatie met bijbehorende voorzieningen voor de huisvesting van personen die bij hun normale, dagelijkse functioneren huishoudelijke, sociale, sociaal-medische en/of medische begeleiding en/of verzorging behoeven, zoals ouderen of gehandicapten.
Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
de oppervlakte van alle op een bouwperceel aanwezige bouwwerken tezamen.
afstanden tussen bouwwerken onderling worden daar gemeten waar deze afstanden het kleinst zijn.
tussen de grens van een bouwperceel en enig punt van het op dat bouwperceel voorkomend (hoofd-)gebouw, waar die afstand het kortst is.
de kortste afstand tussen de (zijdelingse) grenzen van een bouwperceel en enig punt van het op dat bouwperceel voorkomende bouwwerk.
het oppervlak dat met bouwwerken is bebouwd, uitgedrukt in procenten van de oppervlakte van het bouwperceel, voor zover dat is gelegen binnen de bestemming, of binnen een in de planregels nader aan te duiden gedeelte van die bestemming.
vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen.
langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak.
vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel.
vanaf de afdekking van de bovenste bouwlaag tot aan het hoogste punt van de dakopbouw.
tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidingsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen.
de buitenwerks tussen de buitenzijde van de gevels en/of het hart van de scheidingsmuren gemeten afstand.
tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk.
vanaf peil tot het diepste punt van het bouwwerk, de fundering niet meegerekend.
bovenkant van het terrein dat een gebouw/bouwwerk omgeeft.
bij de toepassing van het bepaalde ten aanzien van het bouwen worden ondergeschikte bouwonderdelen, als plinten, kozijnen, gevelversieringen, ventilatiekanalen, liftschachten, gevel- en kroonlijsten, luifels, balkons en overstekende daken buiten beschouwing gelaten, mits de overschrijding van bouw-, bestemmings- en aanduidingsgrenzen niet meer dan 1 meter bedraagt.
De voor 'Tuin' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
een en ander met de daarbij behorende:
Voor het bouwen van uitbreidingen, zoals een erker, balkon of luifel, behorende bij de op de aangrenzende gronden gelegen hoofdgebouwen, gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, geldt de volgende regel:
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en omvang van bouwwerken met het oog op het voorkomen van een onevenredige aantasting van:
De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
een en ander met de daarbij behorende:
Voor het bouwen van hoofdgebouwen en bijbehorende bouwwerken geldt de volgende regel:
Voor het bouwen van hoofdgebouwen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bijbehorende bouwwerken gelden de volgende regels:
Op het voorerfgebied mogen uitbreidingen, zoals een erker, balkon of luifel, worden gebouwd, waarbij moet worden voldaan aan de volgende regels:
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde gelden de volgende regels:
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en omvang van bouwwerken met het oog op het voorkomen van een onevenredige aantasting van:
Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 4.2.3 onder b, voor de bouw van bijbehorende bouwwerken buiten het achtererfgebied, mits:
Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 4.2.3 onder c en 4.2.3 onder d, om een grotere oppervlakte aan bijbehorende bouwwerken bij woningen toe te staan, mits:
Tot een gebruik strijdig met deze bestemming, zoals bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, aanhef en onder c van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, wordt in ieder geval gerekend:
Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 4.5.1, onder a, voor het gebruik van de woning en een bijbehorend bouwwerk voor een aan-huis-verbonden beroep of bedrijf, mits:
Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 4.1, voor het vestigen van een bed&breakfast, mits:
De voor 'Woongebied' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
een en ander met de daarbij behorende:
Voor het bouwen van hoofdgebouwen en bijbehorende bouwwerken gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van hoofdgebouwen ten behoeve van de in lid 5.1 onder a genoemde functie gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bijbehorende bouwwerken ten behoeve van de in lid 5.1 onder a genoemde functie gelden de volgende regels:
Op het voorerfgebied mogen uitbreidingen, zoals een erker of luifel, worden gebouwd, waarbij moet worden voldaan aan de volgende regels:
Voor het bouwen van gebouwen ten behoeve van de in lid 5.1 onder b genoemde functie gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:
Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 5.2.2, onder d, voor een hoofdgebouw met een grotere diepte, mits:
Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 5.2.3 onder d of lid 5.2.5 onder f, voor de bouw van bijbehorende bouwwerken op een kleinere afstand dan 3 m vanaf de voorgevellijn van het hoofdgebouw, mits:
Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 5.2.3 onder a, voor de bouw van bijbehorende bouwwerken bij gestapelde woningen, mits:
Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 5.2.2, onder c, sub 3 om bij aaneengebouwde woningen eindwoningen op een kleinere afstand dan 1 meter tot de zijdelingse perceelsgrens te bouwen, dan wel in de zijdelingse perceelsgrens te bouwen, mits:
Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 5.2.3 onder c, voor de bouw van bijbehorende bouwwerken buiten het achtererfgebied bij hoekpercelen, mits:
Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 5.2.3 onder b, om een grotere oppervlakte aan bijbehorende bouwwerken bij woningen toe te staan, mits:
Voor het gebruik gelden de volgende regels:
Tot een gebruik strijdig met deze bestemming, zoals bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, aanhef en onder c van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, wordt in ieder geval gerekend:
Er dient te worden voorzien in voldoende parkeergelegenheid conform de 'Nota Parkeernormen Altena', met inachtneming van het bepaalde in 12.2.1 van deze regels.
Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 5.4.2, onder a, voor het gebruik van de woning en een bijbehorend bouwwerk voor een aan-huis-verbonden beroep of bedrijf, mits:
Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 5.1, voor het vestigen van een bed&breakfast, mits:
De voor 'Waarde - Archeologie 3b' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor de bescherming van de te verwachten archeologische waarden van gronden met een hoge verwachting (diepteligging 0,5-1,5 m -Mv) en verdronken nederzettingen, waarbij de bestemming 'Waarde - Archeologie 3b' voorrang heeft op de andere daar voorkomende bestemming(en).
Voor het bouwen gelden de volgende regels:
Het is verboden om te bouwen of te laten bouwen op de voor 'Waarde - Archeologie 3b' mede bestemde gronden.
Het in lid 6.2.1 genoemde verbod is niet van toepassing op:
Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het verbod in lid 6.2.1 voor de bouw van bouwwerken ten dienste van de andere geldende bestemming(en), mits:
Indien het bevoegd gezag niet beschikt over een voor de beoordeling van de aanvraag toereikend archeologisch onderzoek voor de gronden waarop een aanvraag om omgevingsvergunning wordt gedaan, dient de aanvrager ten behoeve van de beoordeling van archeologische waarden van de gronden een archeologisch rapport te overleggen. Een en ander met dien verstande dat ter plaatse van de aanduiding 'overige zone - melding onderzoek archeologie' zowel bij de beoordeling van het bevoegd gezag als in een door de aanvrager te overleggen archeologisch rapport rekening wordt gehouden met het archeologisch onderzoek dat hier reeds verricht is.
Bij de beoordeling van een archeologisch rapport en de verlening van een afwijking als bedoeld in lid 6.3.1, laat het bevoegd gezag zich adviseren door een archeologisch deskundige.
Het is verboden om op de voor 'Waarde - Archeologie 3b' aangewezen gronden de volgende werken en werkzaamheden uit te voeren of te laten uitvoeren zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van het bevoegde gezag:
Het in lid 6.4.1 genoemde verbod is niet van toepassing indien:
De omgevingsvergunning als bedoeld in lid 6.4.1 wordt slechts verleend indien:
Indien het bevoegd gezag niet beschikt over een voor de beoordeling van de aanvraag toereikend archeologisch onderzoek voor de gronden waarop een aanvraag om omgevingsvergunning wordt gedaan, dient de aanvrager ten behoeve van de beoordeling van archeologische waarden van de gronden een archeologisch rapport te overleggen. Een en ander met dien verstande dat ter plaatse van de aanduiding 'overige zone - melding onderzoek archeologie' zowel bij de beoordeling van het bevoegd gezag als in een door de aanvrager te overleggen archeologisch rapport rekening wordt gehouden met het archeologisch onderzoek dat hier reeds verricht is.
Bij de beoordeling van een archeologisch rapport en de verlening van een omgevingsvergunning als bedoeld in lid 6.4.1, laat het bevoegd gezag zich adviseren door een archeologisch deskundige.
Het is verboden om op de voor 'Waarde - Archeologie 3b' aangewezen gronden bouwwerken te slopen of te laten slopen zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van het bevoegde gezag.
Het in lid 6.5.1 genoemde verbod is niet van toepassing indien:
De omgevingsvergunning als bedoeld in lid 6.5.1 wordt slechts verleend indien:
Indien het bevoegd gezag niet beschikt over een voor de beoordeling van de aanvraag toereikend archeologisch onderzoek voor de gronden waarop een aanvraag om omgevingsvergunning wordt gedaan, dient de aanvrager ten behoeve van de beoordeling van archeologische waarden van de gronden een archeologisch rapport te overleggen. Een en ander met dien verstande dat ter plaatse van de aanduiding 'overige zone - melding onderzoek archeologie' zowel bij de beoordeling van het bevoegd gezag als in een door de aanvrager te overleggen archeologisch rapport rekening wordt gehouden met het archeologisch onderzoek dat hier reeds verricht is.
Bij de beoordeling van een archeologisch rapport en de verlening van een omgevingsvergunning als bedoeld in lid 6.5.1, laat het bevoegd gezag zich adviseren door een archeologisch deskundige.
Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen en de bestemming 'Waarde - Archeologie 3b' geheel of gedeeltelijk laten vervallen, indien op basis van archeologisch onderzoek is aangetoond dat ter plaatse geen archeologische waarden (meer) aanwezig zijn.
Alvorens de in lid 6.6.1 bedoelde wijziging wordt toegepast, laat het bevoegd gezag zich adviseren door een archeologisch deskundige.
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Voor het bouwen van ondergrondse bouwwerken gelden de volgende regels:
Tot een gebruik strijdig met deze bestemming, zoals bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, aanhef en onder c van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, wordt in ieder geval gerekend het gebruik ten behoeve van:
De voor 'Vrijwaringszone - watergang' aangewezen gronden zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor waterschapsbelangen ten behoeve van de aan deze zone grenzende watergang.
Op deze gronden mag niet worden gebouwd.
Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 10.1.2 ten behoeve van bouwwerken, die zijn toegestaan ingevolge de ter plaatse geldende andere bestemming, indien door de bouw en situering van de betreffende bouwwerken geen schade wordt toegebracht aan het belang van de waterhuishouding, met dien verstande dat:
Ter plaatse van de aanduiding 'Vrijwaringszone - dijk' zijn de gronden mede bestemd voor de bescherming, onderhoud en instandhouding van de waterkering.
Op gronden ter plaatse van de aanduiding 'Vrijwaringszone - dijk' mag, in afwijking van het bepaalde bij de daar voorkomende bestemming(en), niet worden gebouwd.
Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 10.2.2 voor het bouwen volgens de daar voorkomende bestemming(en), mits het belang van de waterkering niet onevenredig wordt geschaad en vooraf schriftelijk advies is ingewonnen bij de betreffende waterbeheerder.
De voor 'Milieuzone - geurzone' aangewezen gronden zijn, naast de andere voor die gronden aangegeven bestemming(en), mede bestemd voor het tegengaan van nieuwe geurgevoelige objecten.
Op gronden ter plaatse van de aanduiding 'Milieuzone - geurzone' mogen, in afwijking van het bepaalde bij de daar voorkomende bestemming(en), geen geurgevoelige objecten worden gebouwd.
Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken wordt in ieder geval gerekend: het gebruik van gronden en bouwwerken als geurgevoelig object.
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in sublid 10.3.2 en 10.3.3 indien:
Burgemeester en wethouders kunnen het bestemmingsplan wijzigen in die zin dat:
Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in deze regels of de aanwijzingen op de verbeelding, voor:
Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van de bestemmingsregels om het gebruiken van gronden voor een niet-ingrijpende herinrichting van openbaar gebied toe te staan, mits:
Indien en voor zover in deze regels wordt verwezen naar andere wettelijke regelingen, dienen deze regelingen te worden gelezen, zoals deze luidden op het tijdstip van tervisielegging van het ontwerp van het bestemmingsplan.
Deze regels worden aangehaald als: Regels van het bestemmingsplan
'Uitbreiding kern Werkendam (2e fase)'.