Buitengebied Woudrichem - Duijlweg 4-6 2012

5.7 Cultuurhistorie en archeologie

Cultuurhistorie

Per 1 januari 2012 de Modernisering Monumentenzorg (MoMo) in werking getreden. Als gevolg van de MoMo wijzigt de Bro (artikel 3.1.6, lid 2). Wat eerst voor alleen archeologie gold, geldt nu ook voor al het cultureel erfgoed. In de toelichting van het bestemmingsplan dient een beschrijving te worden opgenomen hoe met de in het gebied aanwezige cultuurhistorische waarden en in de grond aanwezige of te verwachten monumenten rekening is gehouden. De opsteller en vaststeller van het bestemmingsplan is daarmee dus verplicht om breder te kijken dan alleen naar het facet archeologie. Ook de facetten historische (stede)bouwkunde en historische geografie dienen te worden meegenomen in de belangenafweging. Hierbij gaat het om zowel beschermde als niet formeel beschermde objecten en structuren.

Als onderdeel van de Verordening ruimte van de provincie Noord-Brabant is er een nieuwe Cultuurhistorische Waardenkaart vastgesteld in 2010. Ter plaatse van het plangebied zijn geen cultuurhistorisch waardenvolle gebouwen, elementen of landschapswaarden aanwezig die door toedoen van onderhavig plan aangetast (kunnen) worden.

Archeologie

In Europees verband is het zogenaamde ‘Verdrag van Malta’ tot stand gekomen. Uitgangspunt van dit verdrag is het archeologisch erfgoed zo veel mogelijk te behouden. Waar dit niet mogelijk is, dient het bodemarchief met zorg ontsloten te worden. Bij het ontwikkelen van ruimtelijk beleid moet het archeologisch belang vanaf het begin meewegen in de besluitvorming.

Op de Cultuurhistorische Waardenkaart is te zien dat het plangebied gelegen is in een archeologisch landschap. Het betreft hier het landschap Heusden en Altena. Dit betreft een gebied dat zich kenmerkt door een hoge ruimtelijke samenhang (lage bebouwingsgraad). Het bestaat uit de huidige riviervlakte van de Maas en de stroomgordels ten noorden hiervan. Het is een gestapeld landschap van verschillende fossiele stroomgordels die actief zijn geweest tussen circa 7400 voor Chr. en 782 AD en die op verschillende diepten oever- en beddingafzettingen hebben gesedimenteerd. Buiten de stroomgordels liggen de bijbehorende komgebieden die zijn opgebouwd uit dikke pakketten veen en komklei.

De gemeenteraad van de gemeente Woudrichem heeft op 27 maart 2012 de Nota Archeologie en Archeologische beleidskaart vastgesteld. Op de Beleidskaart is te zien dat ter plaatse een lage archeologische verwachtingswaarde vigeert. Voor gronden met een dergelijke lage waarde hanteert de gemeente in haar beleidsnota het beleid dat een archeologisch onderzoek noodzakelijk is voor ontwikkelingen waarbij de grond dieper dan 30 cm geroerd wordt en het plangebied groter is dan de ondergrens van 50.000 m². Onderhavig plan blijft ruimschoots onder deze ondergrens en derhalve wordt geen archeologisch onderzoek noodzakelijk geacht.