direct naar inhoud van Artikel 7 Bos
Plan: Kern Dussen
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0870.05BP1062kernDUSSEN-VA01

Artikel 7 Bos

7.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Bos' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. bosschages, erfbeplanting en landschapselementen;
  • b. instandhouding, herstel, versterking en ontwikkeling van natuurlijke en landschappelijke waarden met een ruimtelijk-structurele samenhang;
  • c. waterlopen en waterpartijen;
  • d. voorzieningen voor de waterhuishouding, waaronder waterbergings- en infiltratievoorzieningen;

    met daaraan ondergeschikt:
  • e. extensief (dag)recreatief medegebruik;
  • f. ter plaatse van de aanduiding 'speelvoorzieningen', speelvoorzieningen in het bos.
  • g.
7.2 Bouwregels
7.2.1 Gebouwen

Op deze gronden mogen geen gebouwen worden gebouwd.

7.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Op deze gronden mogen uitsluitend worden gebouwd bouwwerken, geen gebouwen zijnde:

  • a. behorende tot de recreatieve voorzieningen, zoals receatieve wegbewijzering, informatieborden en kleinschalige uitzicht- en rustpunten;
  • b. behorende tot het straatmeubilair;
  • c. ten behoeve van onder- en/of bovengrondse voorzieningen voor de opvang en buffering van water;
  • d. ten behoeve van terreinafscheiding.

 

7.2.3 Overige regels
  • a. de bouwhoogte van terreinafscheidingen mag maximaal 1,50 meter bedragen;
  • b. de bouwhoogte van overige bouwwerken mag maximaal 3 meter bedragen.

7.3 Afwijken van de bouwregels
7.3.1 Afwijken van de bouwregels ten behoeve van bouwwerken voor recreatief medegebruik

Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor afwijking van het bepaalde in 7.2, ten behoeve van het bouwen van bouwwerken ter ondersteuning van het recreatief medegebruik, mits de te beschermen landschappelijke waarden en belangen niet onevenredig worden geschaad, met dien verstande dat de bouwhoogte maximaal 5 meter mag bedragen.

7.4 Specifieke gebruiksregels
7.4.1 Strijdig gebruik

Tot een gebruik strijdig met deze bestemming, zoals bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, aanhef en onder c van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, wordt in ieder geval gerekend het gebruik:

  • a. als sport- en wedstrijdterrein;
  • b. het racen of crossen met motorrijtuigen, motoren of bromfietsen, al dan niet in wedstrijdverband;
  • c. het aanbrengen en het hebben van opschriften, aankondigingen of afbeeldingen, waaronder reclame-uitingen;
  • d. opslag van onbruikbare of althans aan hun oorspronkelijke gebruik onttrokken voorwerpen, goederen, stoffen en materialen en van emballage en/of afval, behoudens voor zover dat noodzakelijk is in verband met het op de bestemming gerichte gebruik van de grond;
  • e. voor het opslaan, opgeslagen houden, storten of lozen van vaste of vloeibare vloeistoffen, behoudens voor zover dat noodzakelijk is in verband met het op de bestemming gerichte gebruik van de grond.

7.5 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
7.5.1 Omgevingsvergunning

Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning op of in deze gronden de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en/of werkzaamheden uit te voeren of te laten uitvoeren:

  • a. het aanleggen of verharden van wegen, paden of parkeergelegenheden en het aanbrengen van andere gesloten oppervlakteverhardingen;
  • b. het ontginnen, bodem verlagen of afgraven, ophogen en/of egaliseren van de bodem, behoudens de aanleg van drinkpoelen;
  • c. het aanbrengen van ondergrondse of bovengrondse transport-, energie- of telecommunicatieleidingen en de daarmee verband houdende constructies, installaties of apparatuur tenzij dat noodzakelijk is voor of verband houdt met het op de bestemming gerichte gebruik van de grond;
  • d. het bemalen of draineren van gronden en het winnen van water of het anderszins verlagen van de grondwaterstand;
  • e. het verrichten van exploratie- en exploratieboringen ten behoeve van de delfstoffenwinning;
  • f. het uitvoeren van heiwerkzaamheden of het op andere wijze indrijven van voorwerpen in de grond;
  • g. het geheel of gedeeltelijk aanleggen van oeverbeschoeiingen en graven, aanleggen en/of dempen van waterlopen;
  • h. het geheel of gedeeltelijk verwijderen van bosstroken;
  • i. het vellen en/of rooien van houtgewas of het verrichten van werkzaamheden welke de dood of ernstige beschadiging van houtgewas ten gevolge kunnen hebben, behoudens bij wijze van verzorging van de aanwezige houtopstanden;
  • j. het permanent opslaan van goederen.

7.5.2 Uitzonderingen

Een omgevingsvergunning is niet vereist voor werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden die:

  • a. behoren tot normale onderhoudswerkzaamheden;
  • b. van ondergeschikte betekenis zijn;
  • c. behoren tot het normale bodemgebruik;
  • d. op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan in uitvoering zijn dan wel krachtens een voor dat tijdstip verleende vergunning/afwijking of anderszins mogen worden uitgevoerd.