direct naar inhoud van 4.4 Bodemkwaliteit
Plan: Uitbreiding Kurenpolder
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0870.04BP1007UitbrKrnpd-VA01

4.4 Bodemkwaliteit

Normstelling en beleid

De Wet bodembescherming gaat uit van het principe dat de bodem geschikt dient te zijn voor de beoogde functie. De gewenste functie bepaalt als het ware de gewenste bodemkwaliteit.

Voor alle bestemmingen waar een functiewijziging of herinrichting wordt voorzien, dient ten minste het eerste deel van het verkennend bodemonderzoek, het historisch bodemonderzoek te worden verricht. Indien op grond van historische informatie blijkt dat in het verleden activiteiten hebben plaatsgevonden met een verhoogd risico op bodemverontreiniging dan dient een volledig verkennend bodemonderzoek te worden uitgevoerd. Op basis van geconstateerde belemmeringen uit dit onderzoek, kan vervolgens worden nagegaan welke maatregelen moeten worden genomen om die belemmeringen weg te nemen (functiegericht saneren).

Het verkennend bodemonderzoek is uitgevoerd door Adico Milieutechniek b.v., projectnummer 08.0342.VO, ing. R. donk op 18 augustus 2008.

Onderzoeksresultaten

Uit toetsing van de analyseresultaten kan het volgende worden geconcludeerd.

  • In de van de bovengrond samengestelde mengmonsters MMbg1 t / m MMbg4 wordt een licht verhoogd gehalte kobalt aangetoond. In het mengmonster MMbg3 worden daarnaast licht verhoogde gehalten nikkel en zink aangetoond. In het mengmonster MMbg5 zijn de gehalten van de geanalyseerde stoffen niet verhoogd ten aanzien van de geldende streefwaarden en / of detectiegrenzen.
  • In de van de bodemlaag 0,50-1,00 m-mv samengestelde mengmonsters MMog1 en MMbg2 is het gehalte kobalt licht verhoogd ten aanzien van de geldende streefwaarde.
  • In de zandige bodemlaag tot 1,50 m-mv zijn in het mengmonster MMog3 licht verhoogde gehalten nikkel en kobalt aangetoond. In het mengmonster MMog4 zijn de gehalten kobalt en minerale olie licht verhoogd ten aanzien van de geldende streefwaarden.
  • In het grondwater ter plaatse van alle 9 bemonsterde peilbuizen op de onderzoekslocatie is het gehalte barium licht verhoogd ten aanzien van de streefwaarde.

Conclusie

Op basis van het vooronderzoek, de zintuiglijke waarnemingen gedaan bij uitvoering van het veldwerk en de resultaten van de chemische analyses van grond- en grondwatermonsters, wordt geconcludeerd dat er in milieuhygiënisch opzicht geen belemmeringen zijn ten aanzien van de uitbreiding van recreatiepark de kurenpolder.