direct naar inhoud van 4.2 Natuurtoets
Plan: Uitbreiding Kurenpolder
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0870.04BP1007UitbrKrnpd-VA01

4.2 Natuurtoets

Soortbescherming

Voor de realisatie van de nieuwe standplaatsen is een natuurtoets4 uitgevoerd. In tabel 4.4 staat aangegeven welke beschermde soorten er (naar verwachting) binnen het plangebied voorkomen en onder welk beschermingsregime deze soorten vallen.

Tabel 4.4. Beschermde soorten die mogelijk in het plangebied voorkomen en het daarbij behorende beschermingsregime (Natuurtoets, RBOI juli 2007)

vrijstellingsregeling Ffw
algemene soorten
(tabel 1)  
ontheffingsregeling Ffw  
  overige soorten
(tabel 2)  
soorten bijlage IV habitatrichtlijn / bijalge 1 AMvB
(tabel 3)  
mol, egel, bosspitsmuis, dwergspitsmuis, huispitsmuis, hermelijn, wezel, aardmuis, veldmuis en dwergmuis.
bruine kikker, groene kikker, kleine watersalamander en gewone pad  
alle (broed)vogels
kleine modderkruiper  
alle soorten vleermuizen

 

In het rapport wordt geconcludeerd dat er geen ontheffing in het kader van de Flora- en faunawet nodig is. Voor vleermuizen geldt dat ze alleen maar foeragerend in het gebied voorkomen. In de beoordeling is destijds uit gegaan dat geen sloten worden gedempt. Nu het inrichtingsplan beschikbaar is blijkt dit wel het geval te zijn. De kans bestaat dat de beschermde kleine modderkruiper in de sloten aanwezig is.

Bij werkzaamheden in de watergangen of bij het dempen hiervan zal deze soort verstoord worden. Hiervoor dient ontheffing te worden aangevraagd bij het ministerie van LNV. Er geldt dan een procedure waarbij naar verwachting eisen worden gesteld aan mitigatie en compensatie. Het plan voorziet een in grote waterpartij waardoor het leefgebied van deze soort wordt vergroot, zodat ruim aan de compensatie eis wordt voldaan. Het dempen van sloten vindt als volgt plaats (voorstel mitigerende maatregelen):

  • in eerste instantie zal de waterpartij worden aangelegd;
  • voorafgaand aan het dempen zal onder toezicht van een erkende ecoloog de eventueel aanwezige kleine modderkruipers worden verplaatst;
  • het dempen van de sloot vindt plaats in de richting van de waterpartij.

De kleine modderkruiper is een soort die een deze regio veelvuldig voorkomt. De gunstige staat van instandhouding van de soort komt door de demping niet in gevaar, derhalve wordt verwacht dat de ontheffing wordt verleend.

Adviescommissie toerisme en recreatie

De geplande uitbreiding ligt in de GHS Natuur, subzone overige bos- en natuurgebied. Daarmee valt het plan onder de gebieden waarvoor advisering door de commissie aan de orde is.

De adviescommissie toerisme en recreatie geeft in haar advies van 14 februari 2008 5positief over het voorgelegde plan. Waarbij wordt aangegeven dat de uitbreiding en de uitstralingseffecten niet leiden tot een overschrijding van de draagkracht van het gebied.

De commissie gaat er vanuit dat het deel van de uitbreiding met de aanduiding Natuurparel, overig bos- en natuurgebied en RNLE wordt gewijzigd en dat ter plaatse een andere duiding zal worden opgenomen. De ruimtelijke planprocedure moet evenwel nog doorlopen worden.

Natura 2000-gebieden

De Biesbosch is aangewezen als Natura-2000 gebied. Dit betekent dat alle projecten of handelingen in of in de nabije omgeving van de Biesbosch alleen zijn toegestaan indien deze geen nadelige gevolgen hebben op de waarden waarvoor de Biesbosch is aangewezen.

In een brief van 14 september 2007 (Provincie Noord Brabant kenmerk 1319584/1328830, zie bijlage 4) wordt geconcludeerd dat het plan geen significante nadelige gevolgen zal hebben op de beschermde natuurwaarden van de Biesbosch. Het project is niet vergunningplichtig in het kader van de Natuurbeschermingswet 1998.