direct naar inhoud van Artikel 3 Groen
Plan: Uitbreiding Kurenpolder
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0870.04BP1007UitbrKrnpd-VA01

Artikel 3 Groen

3.1 Bestemmingsomschrijving

De voor Groen aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. groen en water;
  • b. ter plaatse van de functieaanduiding 'houtsingel': de realisatie en instandhouding van landschappelijk groen in de vorm van een aarden wal met opgaande beplanting;
  • c. noodontsluiting uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'ontsluiting-1';
  • d. nutsvoorzieningen;
  • e. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals waterelementen, waterberging en overige voorzieningen ten behoeve van de waterhuishouding in het plangebied zoals waterinfiltratie en -transportvoorzieningen en ondergrondse bergbezinkbassins.

3.2 Bouwregels

Voor het bouwen gelden de volgende regels:

3.2.1 Toelaatbare bebouwing:
  • a. op deze gronden mogen gebouwen ten behoeve van nutsvoorzieningen worden gebouwd;
  • b. op deze gronden mogen gebouwen ten behoeve van de waterhuishouding worden gebouwd.

3.2.2 Goot- en bouwhoogte
  • a. de bouwhoogte van gebouwen voor nutsvoorzieningen bedraagt ten hoogste 3 m;
  • b. de bouwhoogte van gebouwen ten behoeve van de waterhuishouding bedraagt ten hoogste 3 m.

3.2.3 Oppervlakte en inhoud
  • a. het totale oppervlak van een gebouw voor nutsvoorzieningen bedraagt ten hoogste 15 m²;
  • b. het totale oppervlak van een gebouw ten behoeve van de waterhuishouding bedraagt ten hoogste 15 m².

3.3 Aanlegvergunning
3.3.1 Aanlegverbod

Het is verboden op of in deze gronden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van burgemeester en wethouders (aanlegvergunning) de volgende werken of werkzaamheden uit te voeren:

  • a. het ontginnen, verlagen, afgraven, ophogen of egaliseren van de bodem;
  • b. het vellen of rooien van struiken of bomen.

3.3.2 Uitzonderingen op het aanlegverbod

Het verbod uit lid 3.3.1. geldt niet voor het uitvoeren van werken, of werkzaamheden die:

  • a. behoren tot normaal onderhoud en beheer ten dienste van de bestemming;
  • b. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van het plan, mits in overeenstemming met het voorgaande bestemmingsplan.

3.3.3 Voorwaarden voor aanlegvergunning

Werken of werkzaamheden als bedoeld in lid 3.3.1 zijn slechts toelaatbaar indien daardoor de landschapswaarden, zoals genoemd in lid 3.1 onder b niet onevenredig worden of kunnen worden aangetast, dan wel de mogelijkheden voor het herstel van de waarden niet onevenredig worden of kunnen worden verkleind.

3.3.4 Advisering over de aanlegvergunning

Alvorens te beslissen omtrent een aanlegvergunning als bedoeld in lid 3.3.1. winnen burgemeester en wethouders schriftelijk advies in van de gemeentelijke landschaps- en natuurbeschermingsdeskundige.