| Plan: | Buitengebied: Regionaal Bedrijventerrein Werkendam, geluidszone |
|---|---|
| Status: | vastgesteld |
| Plantype: | bestemmingsplan |
| IMRO-idn: | NL.IMRO.0870.01BP1099BgRBTgz-VA01 |
Toelichting
Hoofdstuk 1 Inleiding
1.1 Aanleiding en doelstelling
De gemeenten Werkendam, Woudrichem en Aalburg zijn voornemens om gezamenlijk een Regionaal Bedrijventerrein (verder: het RBT) te ontwikkelen. De gemeente Werkendam stelt ten behoeve van dit initiatief het bestemmingsplan 'RBT Werkendam' op.
Afbeelding 1:Locatie RBT Werkendam (oranje) (bron: Google Earth)
Het RBT wordt gezoneerd ingevolge artikel 40 van de Wet geluidhinder. Op het terrein wordt de vestiging van inrichtingen die in belangrijke mate geluidshinder kunnen veroorzaken, inrichtingen zoals bedoeld in artikel 2.1, lid 3 van het Besluit omgevingsrecht, namelijk niet uitgesloten. Dit betekent dat in een bestemmingsplan een geluidszone rondom het industrieterrein dient te worden vastgelegd.
De buitengrens van deze zone dient minimaal de te verwachten 50 dB(A) etmaalwaardecontour vanwege het industrieterrein in acht te nemen. Gezien het feit dat het bestemmingsplan zich richt op fase 1 van het RBT, wordt de buitengrens van de geluidszone gebaseerd op de 50 dB(A) contour voor fase 1 van het RBT. Deze geluidszone is vastgelegd in onderhavig bestemmingsplan.
1.2 Ligging plangebied
Het plangebied is niet geografisch begrensd, omdat het hier om een geluidszone gaat. Het totale terrein (zie onderstaande afbeelding) ligt ten zuiden van het bestaande bedrijventerrein 'Bruine Kilhaven' (fase I tot en met V) en de kern Werkendam in de gemeente Werkendam en beslaat in totaal ongeveer 45 hectare bruto. Het terrein zal gefaseerd worden ontwikkeld waarbij de eerste fase circa 20 hectare beslaat.
Afbeelding 2: 50 dB(A) etmaalwaardecontour fase 1 Regionaal Bedrijventerrein Werkendam
In deze thematische bestemmingsplanherziening zijn alle gronden binnen de nieuwe geluidszone opgenomen. Voor de gronden binnen de bestaande geluidszone gaat als gevolg van dit plan geen ander regime gelden.
1.3 Geldende bestemmingsplannen
Onderhavig thematisch bestemmingsplan betreft een herziening van gedeelten van de bestemmingsplannen:
- 'Bruine Kilhaven en Bandijk', vastgesteld op 24 mei 2011;
- Het bestemmingsplan Buitengebied Werkendam, vastgesteld op 17 juni 2007.
Het bestemmingsplan buitengebied wordt momenteel herzien. Het nieuwe bestemmingsplan 'Buitengebied' heeft als ontwerp (met plannummer NL.IMRO.0870.90BP1016Buitengeb-ON01) in september 2012 ter inzage gelegen. Dit plan zal naar verwachting gelijktijdig of later worden vastgesteld. De geluidszone zal dan ook in dat plan worden overgenomen.
De bestaande regels in de vigerende bestemmingsplannen blijven gelden binnen de betreffende gebieden. De regels uit het bestemmingsplan 'Buitengebied: Regionaal Bedrijventerrein Werkendam, geluidszone' gelden aanvullend voor beide bestemmingsplannen. Op de verbeelding is aangegeven welke gebieden het betreft.
1.4 Noodzaak van het plan
Op grond van artikel 41 van de Wet geluidhinder kan een zonering slechts worden gewijzigd bij vaststelling, wijziging of herziening van een bestemmingsplan. Het bestemmingsplan Buitengebied: Regionaal Bedrijventerrein Werkendam, geluidszone voorziet in het uitsluitend planologisch vastleggen van een nieuwe zone rond het nieuw te realiseren RBT Werkendam, zoals op de verbeelding is weergegeven.
Hoofdstuk 2 Planbeschrijving
Dit onderhavige bestemmingsplan betreft een thematische herziening van een deel van de in paragraaf 1.3 genoemde bestemmingsplannen. Deze herziening heeft betrekking op de als gevolg van de realisatie van het RBT Werkendam ontstane geluidszone.
Vestiging van nieuwe woningen en andere geluidgevoelige objecten zijn in beginsel uitgesloten op grond van de zonebepaling in dit bestemmingsplan en de Wet geluidhinder. Ontheffing hiervan is alleen mogelijk als een hogere grenswaarde als bedoeld in de Wet geluidhinder vastgesteld kan worden.
Deze bestemmingsplanherziening is thematisch van aard en heeft een aanvullend karakter op het onderliggend bestemmingsplan. Dit bestemmingsplan blijft gelden, ook voor de mogelijkheden van de vestiging van woningen en andere geluidsgevoelige objecten.
Hoofdstuk 3 Akoestisch onderzoek
Om de nieuwe zonegrens te kunnen vaststellen is een akoestisch onderzoek uitgevoerd. Aan de hand van dit akoestisch onderzoek is de ligging van de zonegrens bepaald. Daarnaast is gekeken welke gevolgen het vaststellen van de nieuwe zone heeft voor de omgeving. Het akoestisch onderzoek is opgenomen in Bijlage 1 van deze toelichting.
Uit het akoestisch onderzoek blijkt dat het Regionaal Bedrijventerrein wordt gezoneerd ingevolge artikel 40 van de Wet geluidhinder. Op het terrein wordt de vestiging van inrichtingen die in belangrijke mate geluidshinder kunnen veroorzaken, inrichtingen zoals bedoeld in artikel 2.1, lid 3 van het Besluit omgevingsrecht, namelijk niet uitgesloten. Dit betekent dat in het bestemmingsplan een geluidszone rondom het industrieterrein wordt vastgelegd. De buitengrens van deze zone dient minimaal de te verwachten 50 dB(A) etmaalwaardecontour vanwege het industrieterrein in acht te nemen. Gezien het feit dat het bestemmingsplan zich richt op fase 1 van het RBT, wordt de buitengrens van de geluidszone gebaseerd op de 50 dB(A) contour voor fase 1 van het RBT. Deze contour is opgenomen in paragraaf 1.2.
Binnen de 50 dB(A) contour bevinden zich twee woningen. Dit betreft de woningen Grote Waardweg 3 en Weeresteinweg 3 met een geluidsbelasting van 53 dB(A). Voor deze woningen dient een hogere waarde te worden vastgesteld. Een voorwaarde hiervoor is dat maatregelen, gericht op het terugbrengen van de geluidsbelasting vanwege het industrieterrein onvoldoende doeltreffend zullen zijn dan wel overwegende bezwaren ontmoeten van stedenbouwkundige, verkeerskundige, vervoerskundige, landschappelijke of financiële aard. Daarnaast dient te worden gewaarborgd dat binnen in de woningen zal worden voldaan aan het vereiste binnenniveau.
Op dit moment richten eventuele maatregelen zich vooral op een verdere inperking van de op het bedrijventerrein toe te laten milieucategorieën. Dit heeft echter gevolgen voor de exploitatie van het bedrijventerrein. Eventuele maatregelen bij specifieke bedrijven zijn op dit moment niet te bepalen, omdat nog niet duidelijk is welke bedrijven zich precies op het terrein zullen vestigen. Gezien de ligging van de woningen ten opzichte van het bedrijventerrein wordt op voorhand ook geen relevant effect verwacht van eventuele geluidsschermen.
Het ontwerpbesluit hogere waarden heeft gelijktijdig met het ontwerp bestemmingsplan van het RBT Werkendam en voorliggend parapluplan ter inzage gelegen. Het besluit hogere grenswaarde is als bijlage 2 bijgevoegd.
Hoofdstuk 4 Juridische planopzet
Dit bestemmingsplan voorziet in de herziening van regels van de bestemmingsplannen genoemd in paragraaf 1.3 voor zover van belang in verband met de aangepaste zonering.
In dit bestemmingsplan zijn vijf artikelen opgenomen, aangezien het slechts een thematische herziening is kan met weinig regels worden volstaan.
In artikel 1 'Begrippen' worden de begrippen verklaard. Hoofdstuk 2 geeft de relatie aan met het bestemmingsplan dat door middel van dit plan wordt gewijzigd. De bouw van nieuwe woningen en andere geluidsgevoelige objecten is in beginsel in deze zone niet toegestaan. De eigenlijke regeling staat in artikel 3. Hierin is geregeld dat de gronden die op de verbeelding zijn aangeduid als 'geluidzone - industrie' bestemd zijn voor het tegengaan van een te hoge geluidbelasting op geluidgevoelige objecten vanwege het Regionaal Bedrijventerrein Werkendam. De gronden die zijn aangeduid als 'milieuzone - gezoneerd bedrijventerrein' zijn uitsluitend bestemd voor geluidshinderlijke inrichtingen. Tenslotte zijn een aantal artikelen toegevoegd met algemene regels.
Hoofdstuk 5 Economische uitvoerbaarheid
Ingevolge het bepaalde in artikel 3.1.6 van het Besluit ruimtelijke ordening gaat een bestemmingsplan vergezeld van een toelichting waarin ook inzicht wordt gegeven in de uitvoerbaarheid van het plan.
Bij de voorbereiding van een bestemmingsplan dient, op grond van artikel 3.1.6 van het Besluit op de ruimtelijke ordening, onderzoek plaats te vinden naar de (economische) uitvoerbaarheid van het plan. Ten gevolge van de vaststelling van het parapluplan worden geen uit te voeren werken of werkzaamheden voorzien. Nader onderzoek op grond van het Besluit ruimtelijke ordening (Bro) is niet noodzakelijk. De vaststelling is daarmee economisch uitvoerbaar.
Hoofdstuk 6 Maatschappelijke uitvoerbaarheid
6.1 Overleg en inspraak
Bij de voorbereiding van een bestemmingsplan moet in het kader van het overleg als bedoeld in art. 3.1.1. van het Besluit ruimtelijke ordening overleg worden gepleegd met de besturen van betrokken gemeenten en waterschappen en met die diensten van provincie en rijk die betrokken zijn bij de zorg voor de ruimtelijke ordening of belast zijn met de behartiging van belangen die in het plan in het geding zijn. Het bestemmingsplan is in het kader van het overleg ex artikel 3.1.1 Bro toegezonden aan de vooroverleginstanties.
6.1.1 Zienswijzen
Op de voorbereiding van het besluit omtrent de aanpassingen is de in artikel 3.8 Wro geregelde procedure van toepassing, dat wil zeggen dat het ontwerp gedurende zes weken ter inzage ligt, waarbinnen eenieder zijn zienswijze kenbaar kan maken.
De ontwerpbestemmingsplannen Regionaal Bedrijventerrein, Buitengebied: Regionaal Bedrijventerrein Werkendam, geluidszone met bijbehorende MER en Passende Beoordeling en de ontwerpbesluiten tot vaststelling van hogere geluidwaarden hebben vanaf 20 juni tot 1 augustus 2014 voor iedereen ter inzage gelegen.
Van de mogelijkheid zienswijzen in te brengen hebben zeven (rechts)personen gebruik gemaakt. Van de zienswijzen is een nota van zienswijzen gemaakt, die als bijlage 3 is bijgevoegd. Naar aanleiding van de zienswijzen is voorliggend bestemmingsplan ongewijzigd vastgesteld. Het Vaststellingsbesluit is als separate bijlage bijgevoegd.