direct naar inhoud van Artikel 12 Maatschappelijk
Plan: ‘Beatrixhaven, Biesboschhaven en Steurgat’
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0870.01BP1032BeaBieSteu-VA01

Artikel 12 Maatschappelijk

12.1 Bestemmingsomschrijving
12.1.1 Bestemming

De voor 'Maatschappelijk' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. verenigingsleven ter plaatse van de aanduiding ' verenigingsleven';
  • b. groenvoorzieningen;
  • c. waterhuishoudkundige voorzieningen;
  • d. water;
  • e. nutsvoorzieningen;
  • f. in- en uitritten en overige verhardingen.
12.1.2 Dubbelbestemming

Voor zover de gronden tevens zijn gelegen binnen de aangewezen dubbelbestemmingen en aanduidingen zijn mede de desbetreffende regels van toepassing, met inachtneming van de voorrangsregels uit artikel 29.2.

12.2 Bouwregels
12.2.1 Algemeen

Op de voor 'Maatschappelijk' aangewezen gronden mogen uitsluitend ten behoeve van de in artikel 12.1.1 genoemde bestemming worden gebouwd:

  • a. gebouwen;
  • b. bouwwerken, geen gebouw zijnde.
12.2.2 Regels ter plaatse van de aanduiding 'bouwvlak'

Voor het bouwen ter plaatse van de aanduiding 'bouwvlak' gelden de volgende regels:

  • a. binnen het bouwvlak mogen gebouwen en bouwwerken, geen gebouw zijnde worden gebouwd;
  • b. het bouwvlak mag voor maximaal 100% worden bebouwd;
  • c. de goothoogte mag niet meer bedragen dan is aangegeven;
  • d. de bouwhoogte mag niet meer bedragen dan is aangegeven.
12.2.3 Overige regels
  • a. Buiten het 'bouwvlak' mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde worden gebouwd.
  • b. De bouwhoogte van verlichtingsarmaturen, lichtmasten en cameramasten mag maximaal 12 meter bedragen.
  • c. De bouwhoogte van vlaggenmasten en antennes mag maximaal 10 meter bedragen.
  • d. De bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen vóór de naar de weg gekeerde bouwgrens mag maximaal 1 meter bedragen.
  • e. De bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen achter de naar de weg gekeerde bouwgrens mag maximaal 2 meter bedragen.
  • f. De bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde mag maximaal 5 meter bedragen.
12.3 Nadere eisen
12.3.1 Onderwerpen

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen ten aanzien van:

  • a. de situering, de oppervlakte en de hoogte van bebouwing.
12.3.2 Toepassingscriteria

De in artikel 12.3.1 genoemde nadere eisen mogen uitsluitend worden gesteld ten behoeve van:

  • a. het stedenbouwkundig beeld;
  • b. de verkeersveiligheid;
  • c. een goede parkeerbalans;
  • d. de milieusituatie;
  • e. de sociale veiligheid;
  • f. de brandveiligheid;
  • g. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken.
12.4 Specifieke gebruiksregels
12.4.1 Verboden gebruik

Onder gebruiken en/of het laten gebruiken in strijd met het bestemmingsplan wordt in ieder geval verstaan het gebruik van gronden en bouwwerken voor en/of als:

  • a. het uitoefenen van een ambachtelijk, industrieel of handelsbedrijf;
  • b. het uitoefenen van horeca, met uitzondering van een kantine;
  • c. het uitoefenen van detailhandel;
  • d. wonen;
  • e. opslag van onbruikbare of althans aan hun oorspronkelijke gebruik onttrokken voorwerpen, goederen, stoffen en materialen en van emballage en/of afval, behoudens voor zover dat noodzakelijk is in verband met het op de bestemming gerichte gebruik van de grond;
  • f. het opslaan, opgeslagen houden, storten of lozen van vaste of vloeibare afvalstoffen behoudens voor zover dat noodzakelijk is in verband met het op de bestemming gerichte gebruik van de grond.