direct naar inhoud van Artikel 5 Groen
Plan: De Eng
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0738.16BP103DEENG-VST1

Artikel 5 Groen

5.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Groen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. groenvoorzieningen;
  • b. bermen en beplanting;
  • c. waterlopen en waterpartijen;
  • d. water en waterhuishoudkundige voorzieningen;
  • e. paden;
  • f. speelvoorzieningen;
  • g. parkeervoorzieningen;
  • h. nutsvoorzieningen;
  • i. ter plaatse van de aanduiding 'waterberging'; tevens voor voorzieningen voor waterzuivering, waterberging en infiltratie (een fijnmazige structuur voor waterinfiltratie met een zuiverende werking) in de vorm van een wadi;
  • j. ter plaatse van de aanduiding 'inrit'; tevens voor inritten ten behoeve van de bereikbaarheid van de aangrenzende percelen.

5.2 Bouwregels


5.2.1 Algemeen

  • a. Ter plaatse van de aanduiding 'specifieke aanduiding - bebouwing uitgesloten' zijn gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, niet toegestaan;
  • b. Op gronden met aanduiding 'waterberging' mag niet worden gebouwd.


5.2.2 Gebouwen

Voor het bouwen van gebouwen ten behoeve van nutsvoorzieningen gelden de volgende bepalingen:

  • a. de oppervlakte mag niet meer dan 4 m² bedragen;
  • b. de bouwhoogte mag niet meer dan 1,5 m bedragen.


5.2.3 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, geldt de volgende bepaling:

  • a. de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer dan 3 m bedragen.

5.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
  • a. Het is verboden op in lid 5.1 genoemde gronden die zijn aangeduid als 'waterberging', zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van Burgemeester en wethouders werken, geen bouwwerken zijnde, uit te voeren, te doen of laten uitvoeren, waaronder begrepen:
  • het afgraven, ophogen en egaliseren van gronden;
  • het aanbrengen van diepwortelende beplantingen, het bebossen van gronden of het indrijven van voorwerpen in de grond;
  • het aanleggen en verharden van wegen, paden en parkeergelegenheden en het aanleggen van andere oppervlakte verhardingen;
  • het aanleggen van rioleringen, overstorten, leidingen of kabels;
  • het opslaan van zaken (waaronder begrepen afvalstoffen);
  • b. Het onder a genoemde verbod is niet van toepassing op:
  • Werken en werkzaamheden binnen het kader van het op de bestemming gerichte normale onderhoud en beheer;
  • Werken en werkzaamheden die ten tijde van de ter visie legging van het ontwerpbestemmingsplan in uitvoering waren.
  • c. Een omgevingsvergunning voor onder a genoemde werken of werkzaamheden mag worden verleend mits vooraf schriftelijk advies is ingewonnen bij de betreffende waterbeheerder.