In deze regels wordt verstaan onder:
1.1 Plan
het bestemmingsplan ‘Kern Giessen: Burgstraat 2’ met identificatienummer NL.IMRO.1959.GieBP023Burgstr2-VG02 van de gemeente Altena.
1.2 Bestemmingsplan
de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlagen.
1.3 Aanbouw
Uitbreiding van een hoofdgebouw
1.4 Aanduiding
een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels, regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden.
1.5 Aanduidingsgrens
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft.
1.6 Aanduidingsvlak
een geometrisch bepaald vlak waarop een aanduiding betrekking heeft.
1.7 Archeologisch onderzoek
onderzoek verricht door of namens een dienst of instelling die over de benodigde certificaten beschikt..
1.8 Archeologische waarde
de aan een gebied toegekende waarde in verband met de in dat gebied voorkomende overblijfselen uit oude tijden.
1.9 Bebouwing
één of meer gebouwen en / of bouwwerken geen gebouwen zijnde.
1.10 Bebouwingspercentage
een in de regels aangegeven percentage, dat de grootte van het deel van een terrein aangeeft, dat maximaal mag worden bebouwd.
1.11 Bedrijf
een onderneming waarbij de bedrijfsactiviteiten gericht zijn op het vervaardigen, bewerken, installeren, inzamelen en verhandelen van goederen, waarbij eventueel detailhandel uitsluitend plaatsvindt als ondergeschikt onderdeel van de onderneming in de vorm van verkoop c.q. levering van ter plaatse vervaardigde, bewerkte of herstelde goederen, dan wel goederen die in rechtstreeks verband staan met de uitgeoefende handelingen.
1.12 Bedrijfsgebouw
Een gebouw, dat dient voor de uitoefening van een bedrijf
1.13 Bedrijfsvloeroppervlakte
de totale oppervlakte van de voor bedrijfsuitoefening benodigde bedrijfsruimte, inclusief de verkoopvloeroppervlakte, opslag- en administratieruimten en dergelijke.
1.14 Bedrijfswoning
een woning in of bij een gebouw, kennelijk slechts bedoeld voor (het huishouden van) een persoon, wiens huisvesting daar gelet op de bedrijfsvoering van het gebouw of het terrein noodzakelijk is.
1.15 Begane grond
dat gedeelte van een gebouw dat met de natuurlijke oppervlakte van het terrein, zonder enige kunstmatige verhoging, gelijk is.
1.16 Bestaand stedelijk gebied
Gebied dat het bestaande ruimtebeslag van een kern bevat ten behoeve van een samenhangende ruimtelijke structuur van de stedelijke functies;
1.17 Bestemmingsgrens
de grens van een bestemmingsvlak.
1.18 Bestemmingsvlak
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming.
1.19 Bevoegd gezag
bevoegd gezag zoals bedoeld in de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.
1.20 Bijgebouw
een met het hoofdgebouw verbonden of daarvan vrijstaand gebouw, dat door zijn ligging en/of afmeting ondergeschikt is aan het hoofdgebouw.
1.21 Bouwen
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk.
1.22 Bouwgrens
de grens van een bouwvlak.
1.23 Bouwlaag
een doorlopend gedeelte van een gebouw dat door op gelijke of bij benadering gelijke hoogte liggende vloeren (of horizontale balklagen) is begrensd en waarvan de lagen een nagenoeg gelijk omvang hebben, zulks met inbegrip van de begane grond en met uitsluiting van onderbouw, dakopbouw en/of zolder.
1.24 Bouwperceel:
een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten.
1.25 Bouwvlak
een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde, zijn toegelaten.
1.26 Bouwwerk
een bouwkundige constructie van enige omvang, geen gebouw zijnde, die direct en duurzaam met de aarde is verbonden.
1.27 Cultuurhistorische waarden
de aan een bouwwerk of gebied toegekende waarden, gekenmerkt door het beeld dat is ontstaan door het gebruik, dat de mens in de loop van de geschiedenis van dat bouwwerk of dat gebied heeft gemaakt.
1.28 Detailhandel grootschalig
detailhandel, waarvan de bruto vloeroppervlakte minimaal 1.000 m2 per zelfstandige eenheid bedraagt:
- in brand- en explosiegevaarlijke stoffen en detailhandel in ABC-goederen (auto's, boten en caravans), tuincentra, bouwmarkten, grove bouwmaterialen, keukens en sanitair alsmede woninginrichting waaronder meubels;
- in sport & fitness, zwembaden, haarden, trailers, grafzerken, dierenspeciaalzaken, sauna en jacuzzi, fietsen / rijwielen en scooters, zonnebanken en zonwering;
die vanwege de omvang en aard van de gevoerde artikelen (volumineuze goederen) een groot oppervlak nodig hebben voor de uitstalling (en uit dien hoofde niet binnen de aangewezen winkelconcentratiegebieden gevestigd kunnen worden).
1.29 Detailhandel perifeer
detailhandel voor niet frequente doelgerichte aankopen op perifere locaties, die door brand- en explosiegevaar en door zijn volumineuze aard en omvang en voor de dagelijkse bevoorrading moeilijk inpasbaar is in bestaande winkelgebieden zoals in de volgende branches: auto's, boten, caravans (inclusief tenten), tuincentra, bouwmarkten, grove bouwmaterialen, keukens en sanitair, woninginrichting waaronder meubels en dierbenodigdheden (volumineus/fouragehandel).
1.30 Detailhandel
het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ten verkoop, het verkopen en/of leveren van goederen aan personen die goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit.
1.31 Dienstverlening:
het bedrijfsmatig verlenen van diensten, waarbij het publiek rechtstreeks (al dan niet via een balie) te woord wordt gestaan en geholpen.
1.32 Gebouw
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt.
1.33 Hoofdgebouw
een of meer panden, of een gedeelte daarvan, dat noodzakelijk is voor de verwezenlijking van de geldende of toekomstige bestemming van het perceel en, indien meer panden of bouwwerken op het perceel aanwezig zijn, gelet op die bestemming het belangrijkst is.
1.34 Huishouden
Persoon of groep personen die een huishouding voert, waarbij sprake is van onderlinge verbondenheid en continuïteit in de samenstelling ervan; bedrijfsmatige kamerverhuur wordt daaronder niet begrepen.
1.35 Kantoor
het bedrijfsmatig verlenen van diensten waarbij het publiek niet of slechts in ondergeschikte mate rechtstreeks te woord wordt gestaan en geholpen.
1.36 Maaiveld
de gemiddelde hoogte van het natuurlijk terrein ten tijde van het rechtskracht verkrijgen van het bestemmingsplan.
1.37 Maatvoeringsvlak
het geometrisch bepaald vlak, dat goothoogtes en woningtypes scheidt.
1.38 Nutsvoorzieningen
voorzieningen ten behoeve van het openbare nut, zoals transformatorhuisjes, gasreduceerstations, schakelhuisjes, duikers, bemalingsinstallaties, gemaalgebouwtjes, telefooncellen en apparatuur voor telecommunicatie.
1.39 Ondergeschikte functie:
functie waarvoor maximaal 30% van de vloeroppervlakte als zodanig mag worden gebruikt tot een maximum vloeroppervlak van 100 m2, tenzij elders in de regels anders is bepaald.
1.40 Overig bouwwerk
een bouwkundige constructie van enige omvang, geen gebouw zijnde, die direct en duurzaam met de aarde is verbonden.
1.41 Overkapping/ carport
een dakconstructie, vrijstaand zonder wanden dan wel aan maximaal drie zijden begrensd door de gevels van belendende gebouwen, die niet wordt aangemerkt als een gebouw.
1.42 Peil
- voor gebouwen, waarvan de hoofdtoegang onmiddellijk aan een weg grenst: de hoogte van die weg ter plaatse van de hoofdtoegang;
- in afwijking van het bepaalde onder a, voor bouwwerken die zijn gebouwd in het talud van de dijk en/of op een afstand van ten hoogste 4 m uit de grens van de dijkweg: de hoogte van de kruin van de dijk;
- bij bouwen boven of op het water: het gemiddelde waterpeil;
- in andere gevallen: de gemiddelde hoogte van het aansluitende afgewerkte maaiveld. In het geval van een brug en aanbrug is het aansluitende afgewerkte maaiveld de bovenkant van het wegdek.
1.43 Publieksgerichte dienstverlening
aan detailhandel verwante dienstverlening, zoals reis- en uitzendbureaus, videotheken, kap- en schoonheidssalons, zonnestudio's, hypotheekwinkels, baliefuncties van banken en van andere kantoren, en andere vormen van dienstverlening met overwegend een baliefunctie; onder dienstverlening is hier geen detailhandel en geen horeca begrepen.
1.44 Staat van Bedrijfsactiviteiten
de Staat van Bedrijfsactiviteiten die in Bijlage 1 van deze regels is opgenomen.
1.45 Standplaats
Een standplaats voor ambulante handel
1.46 Verkoopvloeroppervlakte
de totale oppervlakte van de voor het publiek toegankelijke en zichtbare winkelruimte, inclusief de etalageruimte en de ruimte achter de toonbank.
1.47 Voorgevel
De fysieke voorkant van een (hoofd)gebouw. Indien twijfel bestaat over welke gevel dient te worden aangemerkt als voorgevel dan is de feitelijke situatie doorslaggevend. Wanneer ook de feitelijke situatie geen doorslag geeft, dan dienen de volgende uitgangspunten te worden gehanteerd:
- de systematiek van huisnummering (waar zich het huisnummer bevindt);
- de zijde van het gebouw waar zich de voordeur of de hoofdingang bevindt;
- de plaats waar de brievenbus is aangebracht;
- de plaats waar zich de hoofdontsluiting van het perceel bevindt.
1.48 Water en waterhuishoudkundige voorzieningen
al het oppervlaktewater zoals sloten, greppels, (infiltratie)vijvers, kanalen, beken en andere waterlopen, ook als deze incidenteel of structureel droogvallen. Alsmede voorzieningen die nodig zijn ten behoeve van een goede wateraanvoer, waterafvoer, waterberging, hemelwaterinfiltratie en waterkwaliteit. Hierbij kan gedacht worden aan duikers, stuwen, infiltratievoorzieningen, gemalen, inlaten etc.
1.49 Webwinkel:
- een internetwinkel waar alleen een elektronische transactie tot stand komt;
- een internetwinkel met opslag- en verzendfunctie;
- een internetwinkel met beperkte afhaalmogelijkheid.
1.50 Wonen
het gehuisvest zijn in een woning of wooneenheid, conform de onderhavige begripsbepaling.
1.51 Woning of wooneenheid
een complex van ruimten, dat blijkens zijn indeling en inrichting bestemd is voor de huisvesting van niet meer dan één huishouden.
1.52 Zijdelingse perceelsgrens
de grens tussen twee percelen, die voor- en achterzijde van een perceel verbindt.