direct naar inhoud van Regels
Plan: Paraplubestemmingsplan drinkwaterbeschermingszone
Status: voorontwerp
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1959.AltBP147PluDrinkzo-VO01

Regels

Hoofdstuk 1 INLEIDENDE REGELS

Artikel 1 Begrippen

1.1 plan:

het bestemmingsplan 'Paraplubestemmingsplan drinkwaterbeschermingszone' met identificatienummer NL.IMRO.1959.AltBP147PluDrinkzo-VO01 van de gemeente Altena.

1.2 bestemmingsplan:

de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels.

1.3 plangebied:

het gebied waar dit bestemmingsplan betrekking op heeft.

1.4 ruimtelijke plannen:

alle bestemmingsplannen, inpassingsplannen, uitwerkingsplannen en wijzigingsplannen binnen het plangebied die vastgesteld zijn op het tijdstip van inwerkingtreding van dit bestemmingsplan.

Artikel 2 Schakelbepaling

2.1 Herziening ruimtelijke plannen

Dit bestemmingsplan herziet de ruimtelijke plannen binnen het plangebied op de wijze zoals aangegeven in lid 2.2 en 2.3.

2.2 Herziening verbeelding

De verbeelding van de ruimtelijke plannen wordt gewijzigd in die zin dat de aanduiding 'milieuzone - drinkwaterbeschermingsgebied' zoals opgenomen op de verbeelding van dit bestemmingsplan als aanvulling geldt.

De verbeelding van de ruimtelijke plannen, zoals die luidt voorafgaand aan het moment van vaststelling van dit bestemmingsplan, blijft voor het overige ongewijzigd van toepassing.

2.3 Herziening regels

De regels van de ruimtelijke plannen worden gewijzigd in die zin dat de regels zoals opgenomen in artikel 3 van dit bestemmingsplan als aanvulling gelden.

De regels van de ruimtelijke plannen, zoals die luiden voorafgaand aan het moment van vaststelling van dit bestemmingsplan, blijven voor het overige ongewijzigd van toepassing.

Hoofdstuk 2 BESTEMMINGSREGELS

Artikel 3 Milieuzone - drinkwaterbeschermingsgebied

3.1 Aanduidingsomschrijving

De gronden ter plaatse van de aanduiding 'milieuzone – drinkwaterbeschermingsgebied' zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor de bescherming van de kwaliteit van het oppervlaktewater ten behoeve van de drinkwatervoorziening.

3.2 Bouwregels

In afwijking van het bepaalde bij de daar voorkomende bestemming(en) mogen op of in de gronden ter plaatse van de aanduiding 'milieuzone - drinkwaterbeschermingsgebied' geen bouwwerken worden gebouwd.

3.3 Afwijken van de bouwregels
3.3.1 Afwijken

Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 3.2 voor de bouw van bouwwerken ten dienste van de daar voorkomende bestemming(en), mits het bouwwerk en de bouwwerkzaamheden geen onevenredige afbreuk doen aan de bescherming van de kwaliteit van het oppervlaktewater ten behoeve van de drinkwatervoorziening.

3.3.2 Voorschriften

Het bevoegd gezag kan in het belang van de bescherming van de kwaliteit van het oppervlaktewater ten behoeve van de drinkwatervoorziening voorschriften verbinden aan een omgevingsvergunning als bedoeld in lid 3.3.1.

3.3.3 Advies

Alvorens een omgevingsvergunning als bedoeld in lid 3.3.1 wordt verleend, laat het bevoegd gezag zich adviseren door het waterwinningsbedrijf.

3.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
3.4.1 Verbod

Het is verboden op of in de gronden ter plaatse van de aanduiding 'milieuzone - drinkwaterbeschermingsgebied' de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden uit te voeren zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van het bevoegd gezag:

  • a. het uitvoeren van grondwerkzaamheden, waartoe worden gerekend het ontgronden, vergraven, afgraven, egaliseren, diepploegen, woelen, mengen en ophogen van gronden;
  • b. het aanleggen, verdiepen, verbreden, baggeren, verontdiepen en dempen van greppels, watergangen en andere waterpartijen;
  • c. het aanleggen van ondergrondse transport-, energie- of communicatieleidingen en daarmee verband houdende constructies, installaties en apparatuur;
  • d. het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden die een verandering van de waterhuishouding tot gevolg hebben.
3.4.2 Uitzonderingen

Het in lid 3.4.1 genoemde verbod is niet van toepassing indien:

  • a. de werken en of werkzaamheden het normale onderhoud en beheer betreffen, of;
  • b. de werken of werkzaamheden reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan, of;
  • c. de werken of werkzaamheden mogen worden uitgevoerd krachtens een reeds verleende omgevingsvergunning, of;
  • d. de werken en werkzaamheden worden uitgevoerd ten behoeve van de bescherming van de kwaliteit van het oppervlaktewater ten behoeve van drinkwaterwinning.
3.4.3 Toetsingscriteria

Een omgevingsvergunning als bedoeld in lid 3.4.1 wordt slechts verleend indien de werken en of werkzaamheden geen onevenredige afbreuk doen aan de bescherming van de kwaliteit van het oppervlaktewater ten behoeve van de drinkwatervoorziening.

3.4.4 Voorschriften

Het bevoegd gezag kan in het belang van de bescherming van de kwaliteit van het oppervlaktewater ten behoeve van de drinkwatervoorziening voorschriften verbinden aan een omgevingsvergunning als bedoeld in lid 3.4.1.

3.4.5 Advies

Alvorens een omgevingsvergunning als bedoeld in lid 3.4.1 wordt verleend, laat het bevoegd gezag zich adviseren door het waterwinningsbedrijf.

Hoofdstuk 3 ALGEMENE REGELS

Artikel 4 Anti-dubbeltelregel

Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.

Hoofdstuk 4 OVERGANGS- EN SLOTREGELS

Artikel 5 Overgangsrecht

5.1 Overgangsrecht bouwwerken
  • a. Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel kan worden gebouwd krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot,
    • 1. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd
    • 2. na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning voor het bouwen wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan.
  • b. Het bevoegd gezag kan eenmalig in afwijking van het bepaalde onder a een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld onder a met maximaal 10%.
  • c. Het bepaalde onder a is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.
5.2 Overgangsrecht gebruik
  • a. Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.
  • b. Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in het bepaalde onder a, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.
  • c. Indien het gebruik, bedoeld in het bepaalde onder a, na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.
  • d. Het bepaalde onder a is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.

Artikel 6 Slotregel

Deze regels worden aangehaald als:

Regels van het bestemmingsplan 'Paraplubestemmingsplan drinkwaterbeschermingszone'.