direct naar inhoud van Regels
Plan: Paraplubestemmingsplan beleidsharmonisatie
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1959.AltBP081PpluBeleid-VG01

Regels

Hoofdstuk 1 INLEIDENDE REGELS

Artikel 1 Begrippen

In deze regels wordt verstaan onder:

1.1 plan:

het bestemmingsplan 'Paraplubestemmingsplan beleidsharmonisatie' met identificatienummer NL.IMRO.1959.AltBP081PpluBeleid-VG01 van de gemeente Altena.

1.2 bestemmingsplan:

de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlagen.

1.3 aan huis verbonden beroep of bedrijf:

een beroep of bedrijf dat in (een gedeelte van) een woning of een bijbehorend bouwwerk wordt uitgeoefend en dat is gericht op het ambachtelijk vervaardigen van producten en/of het leveren van diensten, door de gebruiker van de woning, waarbij de woning in overwegende mate de woonfunctie behoudt en dat een ruimtelijke uitwerking of uitstraling heeft die met de woonfunctie in overeenstemming is.

1.4 bed and breakfast:

een kleinschalige, aan de woonfunctie ondergeschikte, kortdurende, toeristische verblijfsvoorziening, voor uitsluitend logies en ontbijt, die deel uitmaakt van het hoofdgebouw en/of is gevestigd in een bijbehorend bouwwerk en wordt gerund door de gebruikers van het betreffende perceel.

1.5 bestaande bed and breakfast:

legaal gebruik van gronden en bebouwing voor bed and breakfast, zoals aanwezig op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan, dan wel toegestaan krachtens een onherroepelijke omgevingsvergunning.

1.6 bijbehorend bouwwerk:

uitbreiding van een hoofdgebouw dan wel een functioneel met een zich op hetzelfde perceel bevindend hoofdgebouw verbonden, daar al dan niet tegen aangebouwd gebouw, of ander bouwwerk, met een dak.

1.7 plangebied:

het gebied waar dit bestemmingsplan betrekking op heeft.

1.8 ruimtelijke plannen:

alle bestemmingsplannen, inpassingsplannen, uitwerkingsplannen en wijzigingsplannen binnen het plangebied die vastgesteld zijn op het tijdstip van inwerkingtreding van dit bestemmingsplan.

Artikel 2 Schakelbepaling

2.1 Herziening ruimtelijke plannen

Dit bestemmingsplan is van toepassing op de ruimtelijke plannen binnen het plangebied en herziet deze ruimtelijke plannen op de wijze zoals aangegeven in lid 2.2 en 2.3.

2.2 Herziening verbeelding

De verbeelding van de ruimtelijke plannen wordt gewijzigd in die zin dat de aanduidingen 'overige zone - bebouwde kom' en 'overige zone - buitengebied' zoals opgenomen op de verbeelding van dit bestemmingsplan als aanvulling gelden op de verbeelding van de ruimtelijke plannen.

De verbeelding van de ruimtelijke plannen, zoals die luidt voorafgaand aan het moment van vaststelling van dit bestemmingsplan, blijft voor het overige ongewijzigd van toepassing.

2.3 Herziening regels
  • a. De regels van de ruimtelijke plannen worden aangepast op de wijze zoals opgenomen in artikel 3 t/m 10 van dit bestemmingsplan. Daarbij is aangegeven dat de regels worden aangevuld of worden vervangen. Indien is aangegeven dat regels worden aangevuld dan wel worden vervangen geldt dat:
    • 1. indien in de ruimtelijke plannen geen regels met betrekking tot het betreffende onderwerp zijn opgenomen, de regels uit dit bestemmingsplan als aanvulling gelden;
    • 2. indien in de ruimtelijke plannen wel regels met betrekking tot het betreffende onderwerp zijn opgenomen, deze worden vervangen door de regels uit dit bestemmingsplan.
  • b. De begrippen van de ruimtelijke plannen worden aangevuld met de in lid 1.3 t/m 1.6 genoemde begrippen dan wel worden de gelijkluidende begrippen van de ruimtelijke plannen vervangen door de in lid 1.3 t/m 1.6 genoemde begrippen, waarbij geldt dat:
    • 1. indien in de ruimtelijke plannen het betreffende begrip nog niet is opgenomen, het begrip uit dit bestemmingsplan als aanvulling geldt;
    • 2. indien in de ruimtelijke plannen het betreffende begrip wel is opgenomen, deze vervangen wordt door het begrip uit dit bestemmingsplan.

De regels en begrippen van de ruimtelijke plannen, zoals die luiden voorafgaand aan het moment van vaststelling van dit bestemmingsplan, blijven voor het overige ongewijzigd van toepassing.

Hoofdstuk 2 BESTEMMINGSREGELS

Artikel 3 Goothoogte - wijze van meten

De bepaling voor de wijze van meten van de goothoogte van een bouwwerk in de regels van de ruimtelijke plannen wordt vervangen door de volgende bepaling:

3.1 De goothoogte van een bouwwerk:

vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel.

Artikel 4 Herinrichting openbaar gebied

Ter plaatse van de aanduiding 'overige zone - bebouwde kom' worden de algemene afwijkingsregels van de ruimtelijke plannen aangevuld met de volgende afwijkingsmogelijkheid voor de herinrichting van openbaar gebied:

4.1 Afwijken herinrichting openbaar gebied

Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van de bestemmingsregels om het gebruiken van gronden voor een niet-ingrijpende herinrichting van openbaar gebied toe te staan, mits:

  • a. de noodzaak van de herinrichting is aangetoond;
  • b. het woon- en leefklimaat in de directe omgeving niet onevenredig wordt geschaad;
  • c. de belangen van de eigenaren en/of gebruikers van betrokken en nabijgelegen gronden niet onevenredig worden geschaad;
  • d. het straat- en bebouwingsbeeld en de verkeersveiligheidsbelangen niet onevenredig worden geschaad;
  • e. landschappelijke, natuurlijke en cultuurhistorische waarden niet onevenredig worden geschaad;
  • f. de hoofdgroenstructuur niet onevenredig wordt geschaad;
  • g. de waterhuishoudkundige situatie niet onevenredig wordt geschaad en voor zover nodig in voldoende watercompensatie wordt voorzien.

Artikel 5 Vergroten oppervlakte bijbehorende bouwwerken bebouwde kom

Ter plaatse van de aanduiding 'overige zone - bebouwde kom' worden de regels van de bestemmingen 'Wonen' en 'Woongebied' (of een nadere specificatie daarvan zoals 'Wonen-1' of 'Wonen-2') in de ruimtelijke plannen aangevuld met de volgende afwijkingsmogelijkheid voor het vergroten van de oppervlakte aan bijbehorende bouwwerken bij woningen:

5.1 Afwijken grotere oppervlakte bijbehorende bouwwerken bij woningen

Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van de bouwregels om een grotere oppervlakte aan bijbehorende bouwwerken bij woningen toe te staan, mits:

  • a. de gezamenlijke oppervlakte aan bijbehorende bouwwerken, buiten het bouwvlak, per bouwperceel (exclusief gronden gelegen in de bestemming 'Tuin') niet meer bedraagt dan 150 m²;
  • b. het bebouwingspercentage van het bouwperceel (exclusief gronden gelegen in de bestemming 'Tuin') niet meer bedraagt dan 80%;
  • c. geen onevenredige aantasting plaatsvindt van het straat- en bebouwingsbeeld, de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden, de privacy van omwonenden, de verkeersveiligheid, de sociale veiligheid en de brandveiligheid.

Artikel 6 Vergroten oppervlakte bijbehorende bouwwerken buitengebied

Ter plaatse van de aanduiding 'overige zone - buitengebied' worden de regels van de bestemming 'Wonen' van de ruimtelijke plannen aangevuld met de volgende afwijkingsmogelijkheid voor het vergroten van de oppervlakte aan bijhehorende bouwwerken bij woningen dan wel worden de afwijkingsmogelijkheden van de bouwregels in de bestemmingen 'Wonen' en 'Woondoeleinden' voor het vergroten van de oppervlakte aan bijbehorende bouwwerken of bijgebouwen bij woningen in de ruimtelijke plannen vervangen door de volgende afwijkingsmogelijkheid:

6.1 Afwijken grotere oppervlakte bijbehorende bouwwerken bij woningen

Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van de bouwregels voor het vergroten van de gezamenlijke oppervlakte aan bijbehorende bouwwerken bij woningen, mits:

  • a. de gezamenlijke oppervlakte aan bijbehorende bouwwerken bij een woning wordt vergroot tot maximaal 150 m²;
  • b. de oppervlakte van het bouwperceel meer dan 700 m² bedraagt;
  • c. de vergroting dient ten behoeve van de woonfunctie (het hobbymatig houden van dieren hieronder begrepen) en ter vergroting van het woongenot;
  • d. er sprake is van een zorgvuldige landschappelijke inpassing van de bijbehorende bouwwerken;
  • e. indien de gezamenlijke oppervlakte aan bijbehorende bouwwerken wordt vergroot tot meer dan 100 m² er kwaliteitsverbetering van het landschap plaatsvindt conform de "Regeling Kwaliteitsverbetering van het landschap Altena 2019", zoals vastgesteld op 3 januari 2019, en deze kwaliteitsverbetering is veiliggesteld en vastgelegd middels een anterieure overeenkomst en in stand wordt gehouden. Indien deze Regeling gedurende de planperiode wordt gewijzigd, wordt rekening gehouden met deze wijziging;
  • f. het woon- en leefmilieu van de omgeving niet onevenredig wordt aangetast; dit betekent in ieder geval dat de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende percelen niet onevenredig mogen worden beperkt;
  • g. dit niet leidt tot extra belemmeringen voor de bedrijfsontwikkelingen van omliggende (agrarische) bedrijven, voortvloeiende uit de natuur-, milieu- en dierenwelzijnswetgeving.

Artikel 7 Bed and breakfast bebouwde kom

Ter plaatse van de aanduiding 'overige zone - bebouwde kom' worden de regels van de ruimtelijke plannen aangevuld met de volgende regels met betrekking tot bed and breakfast, dan wel worden de regels met betrekking tot bed and breakfast in de ruimtelijke plannen vervangen door de volgende regels:

7.1 Algemene gebruiksregels bed and breakfast

Bed and breakfast is niet toegestaan, met uitzondering van bestaande bed and breakfasts.

7.2 Afwijken van de algemene gebruiksregels bed and breakfast

Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van lid 7.1 om het gebruik van een woning, niet zijnde een bedrijfswoning, en/of bijbehorende bouwwerken, voor een bed and breakfast toe te staan, mits:

  • a. de woonfunctie in overwegende mate behouden blijft;
  • b. de bed and breakfast wordt uitgeoefend door degene die tevens de gebruiker van het hoofdgebouw (woning) is;
  • c. de uitoefening van bed and breakfast geen ernstige c.q. onevenredige hinder voor het woonmilieu oplevert en geen afbreuk doet aan het woonkarakter van de buurt;
  • d. de belangen van de eigenaren en/of gebruikers van betrokken en nabijgelegen gronden niet onevenredig worden geschaad;
  • e. het maximum aantal gasten dat gelijktijdig gebruik maakt van de bed and breakfast 5 bedraagt;
  • f. de omvang van de bed and breakfast niet meer bedraagt dan 40% van het vloeroppervlak van het hoofdgebouw en bijbehorende bouwwerken tot een maximum oppervlak van 50 m²;
  • g. de maximale verblijfsduur voor gasten 14 aaneengesloten dagen bedraagt;
  • h. er wordt voorzien in voldoende parkeergelegenheid overeenkomstig het bepaalde in artikel 10.1;
  • i. de bed and breakfast wordt uitgeoefend in legaal opgerichte gebouwen;
  • j. de bed and breakfast wordt uitgeoefend in het hoofdgebouw en/of de daaraan gebouwde bijbehorende bouwwerken en/of vrijstaande bijbehorende bouwwerken.

Artikel 8 Bed and breakfast buitengebied

Ter plaatse van de aanduiding 'overige zone - buitengebied' worden de regels van de ruimtelijke plannen aangevuld met de volgende regels met betrekking tot bed and breakfast, dan wel worden de regels met betrekking tot bed and breakfast in de ruimtelijke plannen vervangen door de volgende regels:

8.1 Algemene gebruiksregels bed and breakfast

Bed and breakfast is niet toegestaan, met uitzondering van bestaande bed and breakfasts.

8.2 Afwijken van de algemene gebruiksregels bed and breakfast

Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van lid 8.1 om het gebruik van een (bedrijfs)woning en/of bijbehorende bouwwerken voor een bed and breakfast toe te staan, mits:

  • a. de woonfunctie in overwegende mate behouden blijft;
  • b. de bed and breakfast wordt uitgeoefend door degene die tevens de gebruiker van het hoofdgebouw (woning) is;
  • c. de uitoefening van bed and breakfast geen ernstige c.q. onevenredige hinder voor het woonmilieu oplevert en geen afbreuk doet aan het woonkarakter van de buurt;
  • d. de belangen van de eigenaren en/of gebruikers van betrokken en nabijgelegen gronden niet onevenredig worden geschaad;
  • e. het maximum aantal gasten dat gelijktijdig gebruik maakt van de bed and breakfast 10 bedraagt;
  • f. de omvang van de bed and breakfast niet meer bedraagt dan 40% van het vloeroppervlak van het hoofdgebouw en bijbehorende bouwwerken tot een maximum oppervlak van 100 m²;
  • g. de maximale verblijfsduur voor gasten 14 aaneengesloten dagen bedraagt;
  • h. er wordt voorzien in voldoende parkeergelegenheid overeenkomstig het bepaalde in artikel 10.1;
  • i. de bed and breakfast wordt uitgeoefend in legaal opgerichte gebouwen;
  • j. de bed and breakfast wordt uitgeoefend in het hoofdgebouw en/of de daaraan gebouwde bijbehorende bouwwerken en/of vrijstaande bijbehorende bouwwerken.
8.3 Uitzonderingen

Het bepaalde in artikel 8 geldt niet voor de wijzigingsbevoegdheid voor bed and breakfast in de bestemming 'Agrarisch met waarden - Natuur' (bijgebouw Uitwijkse Molen) en de bepalingen met betrekking tot bed and breakfast in de bestemming 'Recreatie' (fort Bakkerskil), zoals opgenomen in het bestemmingsplan 'Buitengebied' met identificatienummer NL.IMRO.0870.90BP1016Buitengeb-VA01 van de voormalige gemeente Werkendam, vastgesteld op 6 oktober 2015. Deze wijzigingsbevoegdheid en bepalingen blijven ongewijzigd van kracht.

Artikel 9 Aan huis verbonden beroep of bedrijf

De regels van de ruimtelijke plannen worden aangevuld met de volgende afwijkingsmogelijkheid met betrekking tot een aan huis verbonden beroep of bedrijf, dan wel worden de afwijkingsmogelijkheden met betrekking tot een aan huis verbonden beroep of bedrijf (of andere schrijfvormen daarvan zoals beroeps- of bedrijfsmatige activiteiten aan huis of aan huis gebonden activiteiten) in de ruimtelijke plannen vervangen door de volgende afwijkingsmogelijkheid:

9.1 Afwijken aan huis verbonden beroep of bedrijf

Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van de gebruiksregels om het gebruik van een (bedrijfs)woning en/of een bijbehorend bouwwerk voor een aan huis verbonden beroep of bedrijf toe te staan, mits:

  • a. de woonfunctie in overwegende mate behouden blijft;
  • b. de omvang van het aan huis verbonden beroep of bedrijf niet meer bedraagt dan 40% van het vloeroppervlak van het hoofdgebouw en de bijbehorende bouwwerken met een maximum oppervlak van 100 m²;
  • c. het aan huis verbonden beroep of bedrijf in het hoofdgebouw of bijbehorend bouwwerk wordt uitgeoefend door degene die tevens de gebruiker van het hoofdgebouw (woning) is;
  • d. het aan huis verbonden beroep of bedrijf is genoemd in de Staat van beroeps- en bedrijfsactiviteiten aan huis in Bijlage 1 of, voor wat betreft de aard en omvang van de milieuhinder die het veroorzaakt, gelijk gesteld kan worden aan de in deze Staat genoemde beroeps- en bedrijfsactiviteiten;
  • e. de uitoefening van een aan huis gebonden beroep of bedrijf geen ernstige c.q. onevenredige hinder voor het woonmilieu oplevert en geen afbreuk doet aan het woonkarakter van de buurt;
  • f. er geen horeca en geen detailhandel plaatsvindt, uitgezonderd:
    • 1. detailhandel als ondergeschikte nevenactiviteit, in direct verband met de uitoefening van een beroep of bedrijf aan huis;
    • 2. beperkte detailhandel via internet, mits geen goederen van huis worden afgehaald.
  • g. bij de uitoefening van een kapsalon het aantal kappersstoelen niet meer bedraagt dan 1;
  • h. het aan huis verbonden beroep of bedrijf geen publieksgericht karakter heeft;
  • i. er wordt voorzien in voldoende parkeergelegenheid overeenkomstig het bepaalde in artikel 10.1.

Artikel 10 Parkeren en laden en lossen

De regels van de ruimtelijke plannen worden aangevuld met de volgende regels met betrekking tot parkeren en laden en lossen, dan wel worden de regels met betrekking tot parkeren en laden en lossen in de ruimtelijke plannen vervangen door de volgende regels:

10.1 Parkeren
  • a. Bij het verlenen van een omgevingsvergunning voor het bouwen en/of een omgevingsvergunning voor een wijziging van het gebruik, is verzekerd dat op eigen terrein, dat bij dat bouwwerk of terrein waarvoor vergunning wordt verleend hoort, wordt voorzien in voldoende parkeergelegenheid voor motorvoertuigen. Er is sprake van voldoende parkeergelegenheid als wordt voldaan aan de parkeernormen, zoals opgenomen in de "Nota Parkeernormen Altena" zoals vastgesteld op 15 december 2020. Indien deze nota gedurende de planperiode wordt gewijzigd, wordt rekening gehouden met deze wijziging.
  • b. De onder a. bedoelde parkeergelegenheid dient na realisering in stand te worden gehouden;
  • c. Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde onder a:
    • 1. indien het voldoen aan die bepalingen door bijzondere omstandigheden op overwegende bezwaren stuit; of
    • 2. voor zover op andere wijze in de nodige parkeer- of stallingsruimte wordt voorzien.
10.2 Laden en lossen
  • a. Indien het gebruik van een bouwwerk of een terrein aanleiding geeft tot een te verwachten behoefte aan ruimte voor het laden of lossen van goederen, is bij het verlenen van een omgevingsvergunning voor het bouwen en/of een omgevingsvergunning voor een wijziging van het gebruik, verzekerd dat op eigen terrein dat bij dat bouwwerk of terrein waarvoor vergunning wordt verleend hoort, wordt voorzien in voldoende ruimte voor het laden en lossen.
  • b. het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde onder a:
    • 1. indien het voldoen aan die bepalingen door bijzondere omstandigheden op overwegende bezwaren stuit; of
    • 2. voor zover op andere wijze in de nodige laad- of losruimte wordt voorzien.
10.3 Uitzonderingen

Het bepaalde in artikel 10 geldt niet voor de regels met betrekking tot parkeren in de ruimtelijke plannen die vermeld zijn in Bijlage 2. De regels met betrekking tot parkeren in deze ruimtelijke plannen blijven ongewijzigd van kracht.

Hoofdstuk 3 ALGEMENE REGELS

Artikel 11 Anti-dubbeltelregel

Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.

Hoofdstuk 4 OVERGANGS- EN SLOTREGELS

Artikel 12 Overgangsrecht

12.1 Overgangsrecht bouwwerken
  • a. Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel kan worden gebouwd krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot,
    • 1. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd
    • 2. na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning voor het bouwen wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan.
  • b. Het bevoegd gezag kan eenmalig in afwijking van het bepaalde onder a een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld onder a met maximaal 10%.
  • c. Het bepaalde onder a is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.
12.2 Overgangsrecht gebruik
  • a. Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.
  • b. Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in het bepaalde onder a, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.
  • c. Indien het gebruik, bedoeld in het bepaalde onder a, na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.
  • d. Het bepaalde onder a is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.

Artikel 13 Slotregel

Deze regels worden aangehaald als:

Regels van het bestemmingsplan 'Paraplubestemmingsplan beleidsharmonisatie'.