direct naar inhoud van Regels
Plan: Paraplubestemmingsplan wonen
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1959.AltBP024parpluwoon-VG02

Regels

Hoofdstuk 1 Inleidende regels

Artikel 1 Begrippen

In deze regels wordt verstaan onder:

1.1 plan

het bestemmingsplan Paraplubestemmingsplan wonen met identificatienummer NL.IMRO.1959.AltBP024parpluwoon-VG02 van de gemeente Altena.

1.2 bestemmingsplan

de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en de daarbij horende bijlagen.

1.3 huishouden

een huishouden bestaat uit één of meer personen die op hetzelfde adres wonen en een economisch-consumptieve eenheid vormen. Van een huishouden is slechts sprake indien er bloedverwantschap, huwelijksbinding of een daaraan in intensiteit en continuïteit gelijk te stellen mate van binding tussen de bewoners is.

1.4 wonen

het gehuisvest zijn in een woning of wooneenheid conform het begrip 'woning of wooneenheid'

1.5 woning of wooneenheid

een complex van ruimten, dat blijkens zijn indeling en inrichting bestemd is voor de huisvesting van niet meer dan één huishouden.

Voor de overige begripsbepalingen blijven de begrippen van de onderliggende bestemmingsplannen van toepassing.

Artikel 2 Wijze van meten

De wijzen van meten van de onderliggende bestemmingsplannen blijven van toepassing.

Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels

De geldende bestemmingsregels van de onderliggende bestemmingsplannen blijven van toepassing.

Hoofdstuk 3 Algemene regels

De geldende algemene regels uit de onderliggende bestemmingsplannen blijven van toepassing, met dien verstande dat onderstaande afwijkingsbevoegdheid wordt toegevoegd::

Artikel 3 Algemene afwijkingsregels

3.1 Opheffen verbod kamerbewoning en / of het toevoegen van meerdere huishoudens

Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning kamerbewoning toelaten en / of één of meerdere huishoudens extra toelaten binnen een woning of wooneenheid mits het:

  • 1. past binnen de daarvoor geldende gemeentelijke beleidsregels;
  • 2. past binnen de geldende bouwregels en de voor het overige geldende gebruiksbepalingen;
  • 3. de belangen van de eigenaren en/of gebruikers van betrokken en nabijgelegen gronden niet onevenredig worden geschaad;
  • 4. het straat- en bebouwingsbeeld en de verkeersveiligheidsbelangen niet onevenredig worden geschaad;
  • 5. door initiatiefnemer een zekerheidstelling is afgeven met betrekking tot de (plan)kosten;
  • 6. de afwijking voorzien wordt van een ruimtelijke motivatie.

Hoofdstuk 4 Overgangs- en slotregels

Artikel 4 Overgangsrecht

4.1 Overgangsrecht bouwwerken
  • 1. Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot:
    • a. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
    • b. na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan;
  • 2. Burgemeester en wethouders kunnen eenmalig afwijken van het eerste lid onder artikel 4.1 voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in het eerste lid met maximaal 10%;
  • 3. Het eerste lid onder artikel 4.1 is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.
4.2 Overgangsrecht gebruik
4.2.1 Overgangsrecht
  • 1. Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet;
  • 2. Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in het eerste lid onder artikel 4.2, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind;
  • 3. Indien het gebruik, bedoeld in het eerste lid onder artikel 4.2, na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten;
  • 4. Het eerste lid onder artikel 4.2 is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.

Artikel 5 Slotregel

Deze regels worden aangehaald als:

Regels van het bestemmingsplan 'Paraplubestemmingsplan wonen'.