direct naar inhoud van Artikel 3 Wonen
Plan: Uitwijk - Waardhuizen 2007, correctieve herziening Langstraat 8 Uitwijk
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0874.UWWHBPlangstraat8-VSG1

Artikel 3 Wonen

3.1 Bestemmingsomschrijving

De voor "Wonen" aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. wonen;
  • b. bedrijven die in de van deze regels deel uitmakende bijlage Staat van Bedrijfsactiviteiten zijn aangeduid als categorie 1, en ter plaatse van de aanduiding “bedrijf aan huis" een groothandel in ijzer- en metaalwaren en verwarmingsapparatuur zoals genoemd onder nummer 4674 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten, en
  • c. paden en nutsvoorzieningen.
3.2 Bouwregels
3.2.1 Toegestane bouwwerken

Op en in de gronden als bedoeld in lid 3.1, mogen uitsluitend worden gebouwd woningen, aan- of uitbouwen, bijgebouwen en andere bouwwerken.

3.2.2 Bouwen

Voor het bouwen van bouwwerken als bedoeld in lid 3.2.1 de volgende bepalingen:

  • a. gebouwen mogen uitsluitend worden gebouwd binnen bouwvlakken

woningen

  • b. voorgevels van woningen mogen uitsluitend worden gebouwd ter plaatse van de aanduiding "gevellijn", of ten hoogste 3 m achter die lijn;
  • c. de afstand van de zijgevel van een woning tot de zijdelingse perceelsgrens mag niet minder bedragen dan 3 m of niet minder dan de bestaande afstand, indien die minder dan 3 m is;
  • d. de diepte van woningen mag, gemeten vanuit de voorgevel van de woning, niet meer bedragen dan:
    20 m voor vrijstaande en patiowoningen;
  • e. de goothoogte en hoogte van woningen mogen niet meer bedragen dan ter plaatse van de aanduiding "maximale goot- en bouwhoogte" is aangegeven;

aan- of uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen

  • f. aan- of uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen mogen uitsluitend worden gebouwd, vanaf de weg gezien, op ten minste 1 m achter het verlengde van de gevellijn van de betreffende woning, waarvan de goothoogte en de hoogte niet meer mogen bedragen dan respectievelijk 3 m en 6 m, doch in ieder geval niet meer dan de goothoogte en hoogte van de betreffende woning, een en ander onverminderd het bepaalde onder d;
  • g. in afwijking van het bepaalde onder f, mogen tussen de voorgevel van de woning en ter plaatse van de aanduiding "gevellijn", aan- of uitbouwen worden gebouwd, waarvan de goothoogte en de hoogte niet meer mogen bedragen dan de goothoogte en de hoogte van de betreffende woning;

bebouwingspercentage en oppervlakten

  • h. buiten de oorspronkelijke woning -zonder latere uitbreidingen - mag ten hoogste 50% worden bebouwd van de overblijvende bij de woning behorende gronden als bedoeld in lid 3.1;
  • i. de gezamenlijke oppervlakte van bouwvergunningplichtige bijgebouwen en overkappingenmag bij elke woning niet meer dan 60 m² bedragen, of niet meer dan de bestaande oppervlakte, indien die meer dan 60 m² bedraagt, onverminderd het bepaalde onder h;
  • j. de oppervlakte van een overkapping met een open constructie mag niet meer dan 30 m² bedragen, onverminderd het bepaalde onder h;

aan- of uitbouwen buiten bebouwingsvlak

  • k. in afwijking van het bepaalde onder a, mogen aan- of uitbouwen, zoals ingangspartijen en erkers, buiten het bouwvlak en vóór het verlengde van de voorgevel van de betreffende woning worden gebouwd, tot een gezamenlijke oppervlakte, bij eenzelfde woning, van 6 m² en tot een diepte van 1,5 m uit de voorgevel, onverminderd het bepaalde onder h;

vloeroppervlakte "bedrijf aan huis"

  • l. ter plaatse van de aanduiding "bedrijf aan huis" mag de gezamenlijke vloeroppervlakte ten behoeve van bedrijf aan huis als bedoeld in lid 3.1 onder b, ingericht en ge- of verbouwd binnen de betreffende woning en de daarbij behorende aan- of uitbouwen en bijgebouwen, niet meer dan de bestaande oppervlakte bedragen, zonodig in afwijking van het bepaalde onder i, doch onver-minderd het bepaalde onder h;

hoogte andere bouwwerken

  • m. de bouwhoogte van andere bouwwerken mag niet meer bedragen dan daarbij hierna is aangegeven:
bouwwerken   max. bouwhoogte  
pergola's   3 m  
palen en masten   6 m  
erf- of perceelafscheidingen achter de gevellijn op of rond een terrein waarop een gebouw staat   2 m  
overige erf- of perceelafscheidingen   1 m  
overige andere bouwwerken, niet zijnde vlaggenmasten   2 m  

3.3 Nadere eisen situering en hoogte van bijgebouwen

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd nadere eisen te stellen ten aanzien van de situering en hoogte van bijgebouwen, die hetzij in de erfscheiding hetzij binnen een afstand van 1,5 m hiervan worden gebouwd, althans voorzover die bijgebouwen een hoogte van meer dan 3 m zullen krijgen, teneinde te voorkomen dat die bijgebouwen onevenredige beschaduwing teweeg brengen van aangrenzende gronden.

3.4 Ontheffing van de Bouwregels
3.4.1 Ontheffing afwijking gevellijn

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd ontheffing te verlenen van het bepaalde in lid 3.2.2, onder b, ten behoeve van het bouwen van de voorgevel van een woning in afwijking van de aanduiding "gevellijn" ter plaatse van de aanduiding "gevellijn", en wel met een afwijking van ten hoogste 3 m in de lengterichting van die lijn en aan één van de uitersten daarvan, mits:

  • a. per geval het aantal woningen ter plaatse gelijk blijft, en
  • b. het bepaalde in lid 3.2.2, onder onder c, in acht wordt genomen.
3.4.2 Ontheffing bouwen bij woningen

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd ontheffing te verlenen van het bepaalde in lid 3.2.2:

  • a. onder c, ten behoeve van het bouwen tot aan de zijdelingse perceelsgrens;
  • b. onder f, ten behoeve van het bouwen van aan- of uitbouwen en bijgebouwen tot het verlengde van de voorgevel van de betreffende woning;
  • c. onder f, ten behoeve van het bouwen van aan- of uitbouwen en bijgebouwen aan woningen tot de goothoogte en hoogte van de betreffende woning;
  • d. onder m, ten behoeve van het bouwen van erfscheidingen vóór de voorgevelrooilijn van een woning en de verlengden daarvan tot een hoogte van 2 m.
3.4.3 procedure bij ontheffing

Bij het verlenen van ontheffing wordt de procedure gevolgd, die is vervat in Afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht.

3.5 Ontheffing van de gebruiksregels
3.5.1 Ontheffing ander bedrijf

Burgemeester en wethouders zin bevoegd ontheffing te verlenen van het bepaalde in lid 3.1sub b, ten behoeve van andere bedrijven, mits deze, gezien de gevolgen daarvan voor de omgeving, redelijkerwijs kunnen worden gelijkgesteld met bedrijven die op de betreffende plaats zijn toegestaan krachtens lid 3.1 sub b.

3.5.2 procedure bij ontheffing

Bij het verlenen van ontheffing wordt de procedure gevolgd, die is vervat in Afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht.

3.6 Wijzigingsbevoegdheid
3.6.1 Wijzigingsbevoegdheid ligging gevellijn

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd, voorzover daaraan behoefte blijkt te bestaan en zulks het belang van een goede ruimtelijke ontwikkeling van het in het plan begrepen gebied niet schaadt, de ligging van gevellijnen te wijzigen, met inachtneming van de volgende bepalingen:

  • a. op geen van de gevels van een woning mag, bij voltooiing, de geluidsbelasting vanwege een weg de ter plaatse toegestane grenswaarde krachtens de Wet geluidhinder overschrijden;
  • b. de afstand tussen achtergevels van tegenover elkaar liggende woningen mag nergens minder dan 20 m bedragen;
  • c. de afstand tussen voorgevels van tegenover elkaar liggende woningen mag nergens minder dan 20 m bedragen.

3.6.2 Wijzigingsbevoegdheid bouwhoogte

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd, voorzover daaraan behoefte blijkt te bestaan en zulks het belang van een goede ruimtelijke ontwikkeling van het in het plan begrepen gebied niet schaadt, het bepaalde in lid 3.2.2 sub e zodanig te wijzigen dat de woning uit niet meer dan 2 bouwlagen en een kap mag bestaan, met dien verstande dat de goothoogte en hoogte niet meer mogen bedragen dan respectievelijk 6 m en 10 m, mits de privacy en de bezonning op het naastgelegen perceel niet onevenredig worden aangetast.