direct naar inhoud van Artikel 39 Algemene aanduidingsregels
Plan: Buitengebied Woudrichem
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0874.BUITBPWoudrichem-VST1

Artikel 39 Algemene aanduidingsregels

39.1 Gebiedsaanduidingen

Ter plaatse van de gebiedsaanduidingen:

  • a. 'wro-zone - aanlegvergunning groenblauwe mantel';
  • b. 'wro-zone - aanlegvergunning inundatiegebied';
  • c. 'wro-zone - aanlegvergunning kleinschalig landschap';
  • d. 'wro-zone - aanlegvergunning openheid';
  • e. 'wro-zone - aanlegvergunning schootsveld';
  • f. 'wro-zone – wijzigingsgebied bebouwingsconcentratie';
  • g. 'wro-zone – wijzigingsgebied ecologische verbindingszone';
  • h. 'wro-zone - wijzigingsgebied mogelijk doorgroeigebied glastuinbouw';
  • i. 'wro-zone – wijzigingsgebied natuur';
  • j. 'wro-zone - wijzigingsgebied zoekgebied watersystemen';

aangeduide gronden gelden specifieke regels. Deze specifieke regels zijn opgenomen in de bestemming waarbinnen dit geldt.

39.2 Geluidzone - industrie

In afwijking van het overigens in het plan bepaalde is het niet toegestaan nieuwe geluidsgevoelige objecten te bouwen of geluidsgevoelige terreinen aan te leggen of in te richten ter plaatse van de aanduiding 'geluidzone - industrie', te weten de 50 dB(A) zone behorende bij het industrieterrein.

39.3 Veiligheidszone - lpg
39.3.1 Bouwregels

Ter plaatse van de aanduiding 'veiligheidszone - lpg' is het verboden kwetsbare en beperkt kwetsbare objecten op te richten.

39.3.2 Wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders kunnen de bestemming op onderdelen wijzigen teneinde de aanduiding 'veiligheidszone - lpg' te wijzigen in die zin dat:

  • a. de aanduiding 'veiligheidszone - lpg' vervalt, indien uit nader onderzoek is gebleken dat de risicovolle inrichting buiten werking is gesteld;
  • b. de aanduiding 'veiligheidszone - lpg' wordt verkleind, indien uit onderzoek is gebleken dat door een wijziging van de bedrijfsvoering in de risicovolle inrichting de plaatsgebonden risicocontour kleiner is geworden of dat door aangepaste wet- en regelgeving, nieuwe inzichten, danwel nieuwe rekenmethoden een kleinere plaatsgebonden risicocontour geldt.
39.4 Vrijwaringszone - molenbiotoop
39.4.1 Algemeen

Ter plaatse van de aanduiding 'vrijwaringszone - molenbiotoop1', 'vrijwaringszone - molenbiotoop2', 'vrijwaringszone - molenbiotoop3', 'vrijwaringszone - molenbiotoop4' en 'vrijwaringszone - molenbiotoop5' gelden ter bescherming en instandhouding van de belangen van de bestaande molen als werktuig en beeldbepalend landschapselement en ter behoud, beheer en bescherming van de cultuurhistorische waarden van de molen de hierna volgende bepalingen:

39.4.2 Bouwregels

Voor de bouwhoogte van gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde geldt het volgende:

  • a. op een afstand van 100 m vanaf de molen en het gebied binnen een straal van 100 m vanaf de molen mag de hoogte niet meer bedragen dan de hoogte van de belt, zoals opgenomen in onderstaande tabel;
  • b. vanaf een afstand van 100 m vanaf de molen, geldt de volgende formule:

    h=x/n+c*z

    Waarbij het volgende geldt:
    h = hoogte bouwwerk
    x = afstand obstakel tot molen
    n = waardering voor de omgeving van de molen in verband met het functioneren van de molen (op basis van 140 voor open gebied, 75 voor ruw gebied, 50 voor gesloten gebied)
    c = constante = 0,2
    z = askophoogte (helft van lengte gevlucht+hoogte belt)
Aanduiding   Naam   Straat   Plaats   Askophoogte (z)   n  
vrijwaringszone - molenbiotoop1   Oude Doornse Molen   Oude Doorn 1   Almkerk   12,54   140  
vrijwaringszone - molenbiotoop2   Zandwijkse molen   Uppelse Steeg   Uppel   12,85   140  
vrijwaringszone - molenbiotoop3   Uitwijkse molen   Uppelsesteeg 3   Uppel/ Sleeuwijk   12,85   140  
vrijwaringszone - molenbiotoop4   Noordeveldse molen   Korn Boezemweg 4   Dussen   13,5   140  
vrijwaringszone - molenbiotoop5   Nooit Gedagt   Rijkswal 7   Woudrichem   9,20   75  
39.4.3 Afwijken van de bouwregels

Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 39.4.2 en een hogere bouwhoogte toestaan, mits hierdoor hetzij direct, hetzij indirect het huidige en het toekomstige functioneren van de molen door windbelemmering, de waarde van de molen als landschapselement en de cultuurhistorische waarde, niet onevenredig aangetast worden. Hiertoe wordt advies ingewonnen bij een terzake deskundige.

39.4.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
a Omgevingsvergunningsplicht

Het is verboden op de in dit artikel bedoelde gronden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van het bevoegd gezag (omgevingsvergunning voor werken en werkzaamheden) de navolgende werken en werkzaamheden uit te voeren of te laten voeren:

  • 1. het aanbrengen van bovengrondse constructies, installaties of apparatuur;
  • 2. het ophogen van gronden;
  • 3. het beplanten met bomen, heesters en andere opgaande begroeiing.
b Uitzonderingen

Het onder a vervatte verbod geldt niet voor de werken of werkzaamheden:

  • 1. werken of werkzaamheden, die het normale onderhoud betreffen overeenkomstig de overige bestemmingen van deze gronden, dan wel
  • 2. van ondergeschikte betekenis zijn en/of
  • 3. voortvloeien uit het normale gebruik overeenkomstig de bestemming;
  • 4. welke ten tijde van het van kracht worden van het plan in uitvoering waren;
  • 5. binnen het kader van het op de bestemming van die gronden gerichte normale onderhoud en beheer, dan wel
  • 6. die welke voortvloeien uit het normale gebruik.
c Verlening

De onder a bedoelde werken of werkzaamheden zijn toelaatbaar, indien door die werken en werkzaamheden dan wel door de daarvan hetzij direct, hetzij indirect te verwachten gevolgen, het huidige en/of toekomstig functioneren van de molen als werktuig door windbelemmering, de waarde van de molen als landschapselement en de cultuurhistorische waarde, niet onevenredig aangetast worden. Hiertoe wordt advies ingewonnen bij een terzake deskundige.