Artikel 20 Algemene aanduidingsregels
20.1 geluidzone - industrie
Ter plaatse van de aanduiding 'geluidzone - industrie' mag, geldt de geluidzone van een gezoneerd industrieterrein zoals bedoeld in artikel 40 van de Wet geluidhinder en zijn nieuwe geluidsgevoelige bestemmingen uitsluitend toelaatbaar met inachtneming van de maximaal toelaatbare geluidswaarden volgens de Wet geluidhinder.
20.2 landschapstypen
20.2.1 Landschapstypen en kernkwaliteiten
-
a. ter plaatse van de aanduiding 'zeekleilandschap-eerste aanwaspolders' zijn de gronden mede bestemd voor de instandhouding, herstel en ontwikkeling van het zeekleilandschap, subtype eerste aanwaspolders, met de volgende kernkwaliteiten: openheid, grootschalig karakter, doorschemerend (micro)reliƫf, kades en dijken en bijbehorende taluds;
-
b. ter plaatse van de aanduiding 'zeekleilandschap-uiterwaarden' zijn de gronden mede bestemd voor de instandhouding, herstel en ontwikkeling van het zeekleilandschap, subtype uiterwaarden, met de volgende kernkwaliteiten: karakteristieke openheid, samenhangend stelsel van Bergsche Maas, kades, uiterwaarden, dijken en taluds, de meanders van het Oude Maasje en de samenhang daarvan met de beide afwateringskanalen, de loskaden, karakteristieke percelering van de uiterwaarden, markant profiel van afwateringskanaal, grasland, winterdijk, uiterwaard met zomerdijk en Bergsche Maas en leefgebied van moerasvogels.
20.3 vrijwaringszone - water
20.3.1 Omschrijving
De voor 'vrijwaringszone - watergang' aangewezen gronden zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor waterschapsbelangen ten behoeve van de aan deze zone grenzende watergang.
20.3.2 Bouwregels
Op deze gronden mag niet worden gebouwd.
20.3.3 Afwijking van de bouwregels
Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 20.3.2 ten behoeve van bouwwerken, die zijn toegestaan ingevolge de ter plaatse geldende andere bestemming, indien door de bouw en situering van de betreffende bouwwerken geen schade wordt toegebracht aan het belang van de waterhuishouding, met dien verstande dat:
-
a. de omgevingsvergunning pas wordt verleend nadat ter zake advies is ingewonnen bij de beheersinstantie van de in de omschrijving bedoelde watergang. De beslissing inzake het verlenen van de omgevingsvergunning wordt aan genoemde instantie medegedeeld.
20.3.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
-
a. Het is verboden op of in de gronden ter plaatse van de aanduiding 'vrijwaringszone - watergang' zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
-
1. het ophogen, afgraven (ook ten behoeve van het verwijderen van bestaande funderingen), woelen, mengen, diepploegen, aanbrengen van heipalen, egaliseren en ontginnen van gronden met dien verstande dat het werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden betreft dieper dan 30 cm;
-
2. het wijzigen van de waterhuishouding, zoals draineren en het uitdiepen, graven en/of verleggen van waterlopen;
-
3. het aanbrengen van ondergrondse transport-, energie- of telecommunicatieleidingen en daarmee verband houdende constructies, installaties of apparatuur dieper dan 30 cm;
-
4. het verlagen van het waterpeil;
-
5. het kappen en/of rooien van bomen en houtgewas;
-
b. het verbod, zoals hierboven bedoeld, is niet van toepassing, op werken en/of werkzaamheden die:
-
1. betrekking hebben op normaal onderhoud en beheer;
-
2. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van het plan;
-
3. reeds mogen worden uitgevoerd krachtens een verleende omgevingsvergunning.
-
c. de werken en/of werkzaamheden als hierboven bedoeld zijn slechts toelaatbaar, indien hierdoor geen onevenredige schade wordt of kan worden toegebracht aan de beschermingsfunctie ten behoeve van de watergang.
20.4 Zoekgebied voor behoud en herstel watersystemen
Ter plaatse van de aanduiding 'zoekzone - water', zijn de gronden mede bestemd voor de ontwikkeling, instandhouding en herstel van watersystemen. Daartoe gelden ter plaatse van de aanduiding 'zoekzone - water' specifieke regels. Deze specifieke regels zijn opgenomen in de bestemmingen waarbinnen deze gelden.
20.5 Zoekgebied voor ecologische verbindingszone
Ter plaatse van de aanduiding 'zoekzone - EVZ', zijn de gronden mede bestemd voor de ontwikkeling en instandhouding van een ecologische verbindingszone. Daartoe gelden ter plaatse van de aanduiding 'zoekzone - EVZ' specifieke regels. Deze specifieke regels zijn opgenomen in de bestemmingen waarbinnen deze gelden.