direct naar inhoud van Artikel 16 Waterstaat - Waterstaatkundige functie
Plan: Buitengebied: Loswal Schellevis Beton
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0870.05BP1048BgloswalSB-VA01

Artikel 16 Waterstaat - Waterstaatkundige functie

16.1 Bestemmingsomschrijving

De voor Waterstaat - Waterstaatkundige functie aangewezen gronden zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor:

  • a. onderhoud, beheer en instandhouding van de aangrenzende waterkering;
  • b. een duurzame hoogwaterbescherming ten behoeve van de veiligheid;
  • c. waterberging en afvoer van hoogwater, sediment en ijs;
  • d. de zorg voor de waterhuishouding en de daarvoor noodzakelijke werken;
  • e. het functioneren van de vaarweg en de veiligheid van het scheepvaartverkeer, uitsluitend voor zover het betreft de gronden die gelegen zijn binnen een zone van 20 meter, gemeten vanaf de gemiddelde waterstandslijn van de Bergsche Maas.
16.2 Bouwregels

Voor het bouwen gelden de volgende regels:

16.2.1 Verbod

Het is verboden om te bouwen of te laten bouwen op de voor 'Waterstaat - Waterstaatkundige functie' mede bestemde gronden.

16.2.2 Uitzonderingen

Het onder 16.2.1 genoemde verbod is niet van toepassing op bouwwerken, geen gebouwen zijnde ten behoeve van de bestemming 'Waterstaat - Waterstaatkundige functie' met een maximale bouwhoogte van 4 meter.

16.3 Afwijken van de bouwregels

Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het verbod in 16.2.1 voor bouwwerken ten behoeve van de medebestemmingen, mits de belangen van de waterstaat en de waterhuishouding daardoor niet onevenredig worden aangetast en de waterbeheerder daarover heeft geadviseerd.

16.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
16.4.1 Verbod

Het is verboden om zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van het bevoegde gezag, op de in 16.1 bedoelde gronden de navolgende werken, geen bouwwerken zijnde, en/of werkzaamheden uit te voeren of te doen uitvoeren:

  • a. het afgraven of ophogen van gronden;
  • b. het egaliseren van gronden;
  • c. het dempen van watergangen en/of waterpartijen;
  • d. aanleggen van onder- en/of bovengrondse transport-, energie- of telecommunicatieleidingen, en de daarmee verband houdende constructies en/of installaties;
  • e. het aanbrengen van hoogopgaande beplanting.
16.4.2 Uitzonderingen

Het in 16.4.1 genoemde verbod is niet van toepassing op werken en/of werkzaamheden die:

  • a. noodzakelijk zijn voor het normale onderhoud van de gronden;
  • b. noodzakelijk zijn voor de realisering van een bouwwerk waarvoor een omgevingsvergunning voor het bouwen is verleend;
  • c. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van dit plan of waarvoor op dat tijdstip reeds een vergunning was verleend.
16.4.3 Toetsingscriteria

De in 16.4.1 genoemde vergunning wordt slechts verleend indien:

  • a. de werken en/of werkzaamheden nodig zijn voor de realisering of handhaving van de aan de gronden gegeven bestemming, functies of waarden;
  • b. de belangen van de waterstaat en de waterkering daardoor niet onevenredig worden aangetast en de waterbeheerder daarover heeft geadviseerd.