11.3 Afwijken van de bouwregels
11.3.1 Vergroting oppervlakte bijgebouwen
Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken het bepaalde in lid 10.2.3 onder b en c voor het vergroten van de gezamenlijke oppervlakte aan bijgebouwen bij een woning tot maximaal 150 m², mits:
-
a. de oppervlakte van het bouwperceel meer dan 700 m² bedraagt;
-
b. de vergroting dient ten behoeve van de woonfunctie (het hobbymatig houden van dieren hieronder begrepen) en ter vergroting van het woongenot;
-
c. er sprake is van een zorgvuldige landschappelijke inpassing van de bijgebouwen;
-
d. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen-kwaliteitsverbetering' gaat de ontwikkeling gepaard met een aantoonbare en uitvoerbare fysieke verbetering van de aanwezige of potentiële kwaliteiten van de bodem, water, natuur, landschap of cultuurhistorie of van extensieve recreatieve mogelijkheden van het buitengebied, met dien verstande dat:
-
1. voor de ruimtelijke kwaliteitsverbetering een inrichtingsplan/beheersplan is opgesteld en goedgekeurd door het bevoegd gezag;
-
2. als realisatie, beheer en onderhoud van de ruimtelijke kwaliteitsverbetering zijn verzekerd;
-
3. indien de kwaliteitsverbetering als bedoeld onder 1 niet verzekerd kan worden, dient een passende financiele storting in het daarvoor bestemde fonds te worden verzekerd.
11.3.2 Vergroting inhoud woning
Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken het bepaalde in lid 10.2.2 onder e voor het vergroten van de inhoud van een woning tot maximaal 900 m³, mits:
-
a. er sprake is van een vrijstaande woning;
-
b. de oppervlakte van het bouwperceel meer dan 500 m² bedraagt;
-
c. de vergroting vanuit stedenbouwkundig oogpunt aanvaardbaar is, mede ook in relatie tot de omgeving waarin de woning gesitueerd is;
-
d. de vergroting van de inhoud leidt tot een verhoging van de beeldkwaliteit, zowel van de woning zelf als van de omgeving waarin de woning gesitueerd is, mede ook in relatie tot het landschap waarin de woning gelegen is;
-
e. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen-kwaliteitsverbetering' gaat de ontwikkeling gepaard met een aantoonbare en uitvoerbare fysieke verbetering van de aanwezige of potentiële kwaliteiten van de bodem, water, natuur, landschap of cultuurhistorie of van extensieve recreatieve mogelijkheden van het buitengebied, met dien verstande dat:
-
1. voor de ruimtelijke kwaliteitsverbetering een inrichtingsplan/beheersplan is opgesteld en goedgekeurd door het bevoegd gezag;
-
2. als realisatie, beheer en onderhoud van de ruimtelijke kwaliteitsverbetering zijn verzekerd;
-
3. indien de kwaliteitsverbetering als bedoeld onder 1 niet verzekerd kan worden, dient een passende financiele storting in het daarvoor bestemde fonds te worden verzekerd.
11.5 Afwijken van de gebruiksregels
11.5.1 Beroep of bedrijf aan huis
Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken het bepaalde in lid 10.4.1 onder a voor het uitoefenen van een beroep of bedrijf aan huis in de woning of bijgebouwen behorend bij de woning, mits:
-
a. de woonfunctie in overwegende mate behouden blijft;
-
b. de omvang van het beroep of bedrijf aan huis niet meer bedraagt dan 45 m².
-
c. het beroep of bedrijf in het hoofd- of bij behorend bouwwerk wordt uitgeoefend door degene die tevens de gebruiker van de woning is;
-
d. het beroep of bedrijf voorkomt in de milieucategorieën 1 of 2 van de Staat van bedrijfsactiviteiten bijlage 1 of, voor wat betreft de aard en omvang van de milieuhinder die het veroorzaakt, gelijk gesteld kan worden aan een bedrijf behorende tot één van die milieucategorieën;
-
e. de uitoefening van het beroep of bedrijf geen ernstige c.q. onevenredige hinder voor het woonmilieu oplevert en geen afbreuk doet aan het woonkarakter van de buurt;
-
f. het beroep of bedrijf geen publieksgericht karakter heeft;
-
g. er geen horeca en geen detailhandel plaatsvindt, uitgezonderd:
-
1. detailhandel als ondergeschikte nevenactiviteit, dat in direct verband staat met de uitoefening van een beroep of bedrijf aan huis;
-
2. beperkte detailhandel via het internet, mits geen goederen van huis worden afgehaald.
11.5.2 Afwijken voor mantelzorg
Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 10.4.1 onder b, voor het gebruik van een (vrijstaand) bijgebouw als afhankelijke woonruimte, mits:
-
a. een dergelijke bewoning noodzakelijk is uit het oogpunt van mantelzorg;
-
b. de afhankelijke woonruimte binnen de bepalingen inzake bijbehorende bouwwerken wordt ingepast met een maximale oppervlakte van 80 m²;
-
c. het absolute maximum aan oppervlakte aan bijbehorende bouwwerken van 60 m² niet wordt overschreden;
-
d. er geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de ingevolge de bestemming gegeven gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en bouwwerken, met dien verstande dat het bevoegd gezag de omgevingsvergunning intrekt, indien de bij het verlenen van de omgevingsvergunning bestaande noodzaak vanuit een oogpunt van mantelzorg niet meer aanwezig is.
11.5.3 Afwijken voor bed and breakfast
Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 10.1, voor het vestigen van een bed and breakfast, mits:
-
a. de woonfunctie in overwegende mate behouden blijft;
-
b. de bed and breakfast wordt uitgeoefend door degene die tevens de gebruiker van het hoofdgebouw (woning) is;
-
c. de uitoefening van bed and breakfast geen ernstige c.q. onevenredige hinder voor het woonmilieu oplevert en geen afbreuk doet aan het woonkarakter van de buurt;
-
d. het maximum aantal gasten dat gelijktijdig gebruik maakt van de bed and breakfast 5 bedraagt;
-
e. de omvang van de bed en breakfast niet meer bedraagt dan 40% van het vloeroppervlak van de woning tot een maximum van 45 m²;
-
f. er geen onevenredige parkeerdruk ontstaat als gevolg van de bed and breakfast;
-
g. de bed and breakfast slechts wordt uitgeoefend in het hoofdgebouw en de daaraan gebouwde bijgebouwen, maar niet in vrijstaande bijgebouwen;
-
h. het aantal logiesverblijven maximaal 5 bedraagt.
11.6 Wijzigingsbevoegdheid
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de bestemming 'Wonen' geheel of gedeeltelijk te wijzigen voor de verandering van de situering van het bouwvlak of een vormverandering van het bouwvlak indien sprake is van herbouw van een bestaande woning, mits:
-
a. de oppervlakte van het bouwvlak gelijk blijft;
-
b. de afstand van het bouwvlak tot de zijdelingse perceelsgrenzen minimaal 2 meter bedraagt, of niet minder dan de bestaande afstand indien die minder bedraagt;
-
c. de verkeersveiligheid hierdoor niet wordt aangetast;
-
d. dit vanuit stedenbouwkundig en ruimtelijk oogpunt aanvaardbaar is;
-
e. dit niet leidt tot extra belemmeringen voor de bedrijfsvoering van omliggende (agrarische) bedrijven;
-
f. er wordt voldaan aan de eisen van de Wet geluidhinder;
-
g. er ter plaatse van het gewijzigde bouwvlak sprake is van een goed woon- en leefklimaat.