direct naar inhoud van Artikel 11 Wonen
Plan: Buitengebied: Loswal Schellevis Beton
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0870.05BP1048BgloswalSB-VA01

Artikel 11 Wonen

11.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. wonen;
  • b. bijbehorende tuinen en erven (inclusief erfverhardingen).
11.2 Bouwregels

Voor het bouwen gelden de volgende regels:

11.2.1 Algemeen:

Per bouwvlak is maximaal 1 woning toegestaan,tenzij ter plaatse van de aanduiding 'maximum aantal wooneenheden' een ander maximum aantal woningen is aangegeven.

11.2.2 Hoofdgebouw:
  • a. hoofdgebouwen mogen uitsluitend binnen het bouwvlak worden gebouwd;
  • b. hoofdgebouwen mogen uitsluitend vrijstaand worden gebouwd, tenzij de bestaande hoofdgebouwen aaneengebouwd zijn, in welk geval hoofdgebouwen uitsluitend aaneen mogen worden gebouwd;
  • c. de goothoogte niet meer mag bedragen dan is aangegeven ter plaatse van de aanduiding 'maximale goot- en bouwhoogte (m)';
  • d. de bouwhoogte niet meer mag bedragen dan is aangegeven ter plaatse van de aanduiding 'maximale goot- en bouwhoogte (m)'.
  • e. de inhoud van het hoofdgebouw, inclusief aangebouwde bijgebouwen, mag niet meer bedragen dan 600 m³, tenzij de bestaande inhoud meer bedraagt, in welk geval die inhoud (ook bij herbouw/uitbreiding) als maximum geldt;
  • f. het hoofdgebouw dient te zijn voorzien van een kap met een dakhelling van tenminste 30º en ten hoogste 60º, tenzij de bestaande dakhelling daarvan afwijkt, in welk geval die dakhelling (ook bij herbouw/uitbreiding) eveneens mag worden aangehouden.
11.2.3 Bijbehorende bouwwerken
  • a. bijbehorende bouwwerken mogen zowel binnen als buiten het bouwvlak worden gebouwd;
  • b. de gezamenlijke oppervlakte aan bijbehorende bouwwerken mag per woning niet meer bedragen dan 70 m²;
  • c. in afwijking van het bepaalde onder b, mag bij bouwpercelen met een oppervlakte van meer dan 700 m² de gezamenlijke oppervlakte aan bijbehorende bouwwerken per woning niet meer bedragen dan 10% van de oppervlakte van het bouwperceel tot een maximum van 100 m²;
  • d. bijgebouwen dienen ten minste 2 meter achter de voorgevellijn van het hoofdgebouw te worden gebouwd;
  • e. de afstand van vrijstaande bijgebouwen tot het hoofdgebouw dient minimaal 3 meter te bedragen;
  • f. de afstand van vrijstaande bijgebouwen tot het hoofdgebouw mag niet meer dan 20 meter bedragen;
  • g. de goothoogte van bij behorende bouwwerken mag niet meer bedragen dan 3 meter;
  • h. de bouwhoogte van bijbehorende bouwwerken mag niet meer bedragen dan 5 meter.
11.2.4 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde
  • a. zwembaden zijn toegestaan, met dien verstande dat:
    • 1. de oppervlakte van een zwembad per bouwperceel niet meer mag bedragen dan 75 m²;
    • 2. de bouwhoogte van een zwembad niet meer mag bedragen dan 0,50 meter;
    • 3. het zwembad minimaal 2 meter achter de voorgevellijn van het hoofdgebouw dient te worden gesitueerd;
    • 4. het zwembad op minimaal 3 meter afstand van de perceelsgrenzen dient te worden gesitueerd.
  • b. tennisbanen zijn toegestaan, met dien verstande dat:
    • 1. de oppervlakte van een tennisbaan per bouwperceel niet meer mag bedragen dan 600 m²;
    • 2. de bouwhoogte van bij een tennisbaan behorende bouwwerken, geen gebouwen zijnde niet meer mag bedragen dan 3 meter;
    • 3. de tennisbaan minimaal 2 meter achter de voorgevellijn van het hoofdgebouw dient te worden gesitueerd;
    • 4. de tennisbaan op minimaal 3 meter afstand van de perceelsgrenzen dient te worden gesitueerd.
  • c. paardenbakken zijn toegestaan, met dien verstande dat:
    • 1. de oppervlakte van een paardenbak niet meer mag bedragen dan 825 m²;
    • 2. de hoogte van de omheining van een paardenbak niet meer mag bedragen dan 1,5 meter;
    • 3. de paardenbak minimaal 2 meter achter de voorgevellijn van het hoofdgebouw dient te worden gesitueerd;
    • 4. de bouwhoogte van verlichtingsmasten bij de paardenbak niet meer dan 5 meter mag bedragen.
  • d. de bouwhoogte van een vlaggenmast mag niet meer dan 8 meter bedragen;
  • e. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde mag voor de voorgevellijn van het hoofdgebouw niet meer bedragen dan 1 meter en achter de voorgevellijn niet meer dan 2 meter.
11.3 Afwijken van de bouwregels
11.3.1 Vergroting oppervlakte bijgebouwen

Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken het bepaalde in lid 10.2.3 onder b en c voor het vergroten van de gezamenlijke oppervlakte aan bijgebouwen bij een woning tot maximaal 150 m², mits:

  • a. de oppervlakte van het bouwperceel meer dan 700 m² bedraagt;
  • b. de vergroting dient ten behoeve van de woonfunctie (het hobbymatig houden van dieren hieronder begrepen) en ter vergroting van het woongenot;
  • c. er sprake is van een zorgvuldige landschappelijke inpassing van de bijgebouwen;
  • d. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen-kwaliteitsverbetering' gaat de ontwikkeling gepaard met een aantoonbare en uitvoerbare fysieke verbetering van de aanwezige of potentiële kwaliteiten van de bodem, water, natuur, landschap of cultuurhistorie of van extensieve recreatieve mogelijkheden van het buitengebied, met dien verstande dat:
    • 1. voor de ruimtelijke kwaliteitsverbetering een inrichtingsplan/beheersplan is opgesteld en goedgekeurd door het bevoegd gezag;
    • 2. als realisatie, beheer en onderhoud van de ruimtelijke kwaliteitsverbetering zijn verzekerd;
    • 3. indien de kwaliteitsverbetering als bedoeld onder 1 niet verzekerd kan worden, dient een passende financiele storting in het daarvoor bestemde fonds te worden verzekerd.
11.3.2 Vergroting inhoud woning

Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken het bepaalde in lid 10.2.2 onder e voor het vergroten van de inhoud van een woning tot maximaal 900 m³, mits:

  • a. er sprake is van een vrijstaande woning;
  • b. de oppervlakte van het bouwperceel meer dan 500 m² bedraagt;
  • c. de vergroting vanuit stedenbouwkundig oogpunt aanvaardbaar is, mede ook in relatie tot de omgeving waarin de woning gesitueerd is;
  • d. de vergroting van de inhoud leidt tot een verhoging van de beeldkwaliteit, zowel van de woning zelf als van de omgeving waarin de woning gesitueerd is, mede ook in relatie tot het landschap waarin de woning gelegen is;
  • e. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen-kwaliteitsverbetering' gaat de ontwikkeling gepaard met een aantoonbare en uitvoerbare fysieke verbetering van de aanwezige of potentiële kwaliteiten van de bodem, water, natuur, landschap of cultuurhistorie of van extensieve recreatieve mogelijkheden van het buitengebied, met dien verstande dat:
    • 1. voor de ruimtelijke kwaliteitsverbetering een inrichtingsplan/beheersplan is opgesteld en goedgekeurd door het bevoegd gezag;
    • 2. als realisatie, beheer en onderhoud van de ruimtelijke kwaliteitsverbetering zijn verzekerd;
    • 3. indien de kwaliteitsverbetering als bedoeld onder 1 niet verzekerd kan worden, dient een passende financiele storting in het daarvoor bestemde fonds te worden verzekerd.
11.4 Specifieke gebruiksregels
11.4.1 Strijdig gebruik

Tot een gebruik strijdig met deze bestemming, zoals bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, aanhef en onder c van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, wordt in ieder geval gerekend:

  • a. het gebruiken van gronden en bebouwing voor de uitoefening van enige vorm van beroep- en bedrijf aan huis, detailhandel of horeca;
  • b. het gebruiken van vrijstaande bijgebouwen ten behoeve van tijdelijke of permanente bewoning.
11.5 Afwijken van de gebruiksregels
11.5.1 Beroep of bedrijf aan huis

Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken het bepaalde in lid 10.4.1 onder a voor het uitoefenen van een beroep of bedrijf aan huis in de woning of bijgebouwen behorend bij de woning, mits:

  • a. de woonfunctie in overwegende mate behouden blijft;
  • b. de omvang van het beroep of bedrijf aan huis niet meer bedraagt dan 45 m².
  • c. het beroep of bedrijf in het hoofd- of bij behorend bouwwerk wordt uitgeoefend door degene die tevens de gebruiker van de woning is;
  • d. het beroep of bedrijf voorkomt in de milieucategorieën 1 of 2 van de Staat van bedrijfsactiviteiten bijlage 1 of, voor wat betreft de aard en omvang van de milieuhinder die het veroorzaakt, gelijk gesteld kan worden aan een bedrijf behorende tot één van die milieucategorieën;
  • e. de uitoefening van het beroep of bedrijf geen ernstige c.q. onevenredige hinder voor het woonmilieu oplevert en geen afbreuk doet aan het woonkarakter van de buurt;
  • f. het beroep of bedrijf geen publieksgericht karakter heeft;
  • g. er geen horeca en geen detailhandel plaatsvindt, uitgezonderd:
    • 1. detailhandel als ondergeschikte nevenactiviteit, dat in direct verband staat met de uitoefening van een beroep of bedrijf aan huis;
    • 2. beperkte detailhandel via het internet, mits geen goederen van huis worden afgehaald.
11.5.2 Afwijken voor mantelzorg

Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 10.4.1 onder b, voor het gebruik van een (vrijstaand) bijgebouw als afhankelijke woonruimte, mits:

  • a. een dergelijke bewoning noodzakelijk is uit het oogpunt van mantelzorg;
  • b. de afhankelijke woonruimte binnen de bepalingen inzake bijbehorende bouwwerken wordt ingepast met een maximale oppervlakte van 80 m²;
  • c. het absolute maximum aan oppervlakte aan bijbehorende bouwwerken van 60 m² niet wordt overschreden;
  • d. er geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de ingevolge de bestemming gegeven gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en bouwwerken, met dien verstande dat het bevoegd gezag de omgevingsvergunning intrekt, indien de bij het verlenen van de omgevingsvergunning bestaande noodzaak vanuit een oogpunt van mantelzorg niet meer aanwezig is.
11.5.3 Afwijken voor bed and breakfast

Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 10.1, voor het vestigen van een bed and breakfast, mits:

  • a. de woonfunctie in overwegende mate behouden blijft;
  • b. de bed and breakfast wordt uitgeoefend door degene die tevens de gebruiker van het hoofdgebouw (woning) is;
  • c. de uitoefening van bed and breakfast geen ernstige c.q. onevenredige hinder voor het woonmilieu oplevert en geen afbreuk doet aan het woonkarakter van de buurt;
  • d. het maximum aantal gasten dat gelijktijdig gebruik maakt van de bed and breakfast 5 bedraagt;
  • e. de omvang van de bed en breakfast niet meer bedraagt dan 40% van het vloeroppervlak van de woning tot een maximum van 45 m²;
  • f. er geen onevenredige parkeerdruk ontstaat als gevolg van de bed and breakfast;
  • g. de bed and breakfast slechts wordt uitgeoefend in het hoofdgebouw en de daaraan gebouwde bijgebouwen, maar niet in vrijstaande bijgebouwen;
  • h. het aantal logiesverblijven maximaal 5 bedraagt.
11.6 Wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de bestemming 'Wonen' geheel of gedeeltelijk te wijzigen voor de verandering van de situering van het bouwvlak of een vormverandering van het bouwvlak indien sprake is van herbouw van een bestaande woning, mits:

  • a. de oppervlakte van het bouwvlak gelijk blijft;
  • b. de afstand van het bouwvlak tot de zijdelingse perceelsgrenzen minimaal 2 meter bedraagt, of niet minder dan de bestaande afstand indien die minder bedraagt;
  • c. de verkeersveiligheid hierdoor niet wordt aangetast;
  • d. dit vanuit stedenbouwkundig en ruimtelijk oogpunt aanvaardbaar is;
  • e. dit niet leidt tot extra belemmeringen voor de bedrijfsvoering van omliggende (agrarische) bedrijven;
  • f. er wordt voldaan aan de eisen van de Wet geluidhinder;
  • g. er ter plaatse van het gewijzigde bouwvlak sprake is van een goed woon- en leefklimaat.