direct naar inhoud van Artikel 12 Natuur
Plan: Kern Hank
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0870.04BP1046kernHANK-VA02

Artikel 12 Natuur

12.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Natuur' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. instandhouding, herstel, versterking en ontwikkeling van natuurlijke, landschappelijke, cultuurhistorische en abiotische waarde met een sterk mogelijke ecologische en ruimtelijk-structurele samenhang;
  • b. waterlopen en waterpartijen;
  • c. voorzieningen voor de waterhuishouding, waaronder (ondergrondse) waterbergings- en infiltratievoorzieningen;

met daaraan ondergeschikt:

  • d. extensief (dag)recreatief medegebruik.
12.2 Bouwregels
12.2.1 Gebouwen

Op de voor 'Natuur' aangewezen gronden mogen géén gebouwen worden gebouwd.

12.2.2 Bouwwerken, geen gebouw zijnde

Op de voor 'Natuur' aangewezen gronden mogen uitsluitend worden gebouwd bouwwerken, geen gebouw zijnde:

  • a. noodzakelijk met het oog op de regeling van de veiligheid van het verkeer;
  • b. behorende tot de recreatieve voorzieningen, zoals recreatieve bewegwijzering, informatieborden en kleinschalige uitzicht- en rustpunten;
  • c. behorende tot het straatmeubilair;
  • d. ten behoeve van onder- en/of bovengrondse voorzieningen voor de opvang en buffering van water;
  • e. ten behoeve van terreinafscheiding.
12.2.3 Overige regels
  • a. De bouwhoogte van terreinafscheidingen mag maximaal 1,50 meter bedragen.
  • b. De bouwhoogte van overige bouwwerken mag maximaal 3 meter bedragen.
12.3 Afwijken van de bouwregels
12.3.1 Afwijken van de bouwregels ten behoeve van bouwwerken voor natuurbeheer en recreatief medegebruik

Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor afwijking van het bepaalde in artikel 12.2, ten behoeve van het bouwen van bouwwerken noodzakelijk met het oog op natuurbeheer, zoals een wildhut, observatiepost, voederberging of voederruif, en andere bouwwerken ter ondersteuning van het recreatief medegebruik, mits de te beschermen natuurlijke waarden en belangen niet onevenredig worden geschaad, met dien verstande dat de bouwhoogte maximaal 5 meter mag bedragen.

12.4 Specifieke gebruiksregels
12.4.1 Verboden gebruik

Onder gebruiken en/of het laten gebruiken in strijd met het bestemmingsplan wordt in ieder geval verstaan het gebruik van gronden en bouwwerken voor en/of als:

  • a. sport- en wedstrijdterrein, buitenmanege, ligplaats en speelweide;
  • b. het racen of crossen met motorrijtuigen, motoren of bromfietsen, al dan niet in wedstrijdverband;
  • c. het aanbrengen en het hebben van opschriften, aankondigingen of afbeeldingen, waaronder reclame-uitingen;
  • d. opslag van onbruikbare of althans aan hun oorspronkelijke gebruik onttrokken voorwerpen, goederen, stoffen en materialen en van emballage en/of afval, behoudens voor zover dat noodzakelijk is in verband met het op de bestemming gerichte gebruik van de grond;
  • e. het opslaan, opgeslagen houden, storten of lozen van vaste of vloeibare afvalstoffen behoudens voor zover dat noodzakelijk is in verband met het op de bestemming gerichte gebruik van de grond.
12.5 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
12.5.1 Aanlegvergunningplicht

Het is verboden op of in de voor 'Natuur' aangewezen gronden in afwijking van een omgevingsvergunning van het bevoegd gezag de volgende werken, geen bouwwerk zijnde, en/of werkzaamheden uit te voeren:

  • a. het aanleggen of verharden van wegen, paden of parkeergelegenheden en het aanbrengen van andere gesloten oppervlakteverhardingen;
  • b. het ontginnen, bodem verlagen of afgraven, ophogen en/of egaliseren van de bodem, behoudens de aanleg van drinkpoelen;
  • c. het aanbrengen van ondergrondse of bovengrondse transport-, energie- of telecommunicatieleidingen en de daarmee verband houdende constructies, installaties of apparatuur tenzij dat noodzakelijk is voor of verband houdt met het op de bestemming gerichte gebruik van de grond;
  • d. het bemalen of draineren van gronden en het winnen van water of het anderszins verlagen van de grondwaterstand;
  • e. het verrichten van exploratie- en exploitatieboringen ten behoeve van de delfstoffenwinning;
  • f. het uitvoeren van heiwerkzaamheden of het op andere wijze indrijven van voorwerpen in de grond;
  • g. het geheel of gedeeltelijk aanleggen van oeverbeschoeiingen en graven, aanleggen en/of dempen van waterlopen;
  • h. het geheel of gedeeltelijk verwijderen van bosstroken en/of grasbanen;
  • i. het scheuren van grasland;
  • j. het vellen en/of rooien van houtgewas of het verrichten van werkzaamheden welke de dood of ernstige beschadiging van houtgewas ten gevolge kunnen hebben, behoudens bij wijze van verzorging van de aanwezige houtopstanden;
  • k. het permanent opslaan van goederen.
12.5.2 Uitzonderingen

Het bepaalde in artikel 12.5.1 is niet van toepassing op:

  • a. normale onderhoudswerkzaamheden;
  • b. werken of werkzaamheden van ondergeschikte betekenis;
  • c. werken of werkzaamheden in het kader van het normale bodemgebruik;
  • d. werken of werkzaamheden, welke op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan in uitvoering zijn dan wel krachtens een voor dat tijdstip verleende vergunning/ontheffing of anderszins mogen worden uitgevoerd.
12.5.3 Toelaatbaarheid

De werken of werkzaamheden als bedoeld in artikel 12.5.1 zijn slechts toelaatbaar indien door die werken of werkzaamheden dan wel door de daarvan hetzij direct hetzij indirect te verwachten gevolgen voor de in artikel 12.1 genoemde waarden en doeleinden niet onevenredig worden of kunnen worden aangetast, dan wel de mogelijkheden voor herstel van de bedoelde waarden, niet wezenlijk worden of kunnen worden verkleind.