Plan: | Kern Sleeuwijk: reparatieherziening Muggenschans |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0870.02BP1102KSRepMugs-VA01 |
De gemeente Werkendam is een traject gestart waarin verschillende bestemmingsplannen die voor een groot deel ouder zijn dan 10 jaar te herzien. Ook het bestemmingsplan van Kern Sleeuwijk is in dat kader geactualiseerd. Dit bestemmingsplan is op 22 mei 2012 vastgesteld door de raad. Abusievelijk is voor de locatie Muggenschans/hoek Hoekeinde 46 een verkeerde bestemming opgenomen.
In het voorheen geldende bestemmingsplan "Muggenschans IV" was voor deze locatie de bestemming 'Woondoeleinden' opgenomen met een bouwvlak. In het thans geldende plan voor Sleeuwijk is de locatie bestemd als 'Tuin'.
In het voorliggende bestemmingsplan wordt genoemde omissie hersteld en wordt wederom de bestemming 'Wonen' opgenomen voor de locatie. Verder is de aanduiding 'bouwvlak' toegevoegd. Voor het overige zijn er geen wijzigingen doorgevoerd.
Afbeelding 1: plankaart voorheen geldende bestemming locatie Muggenschans
Het plangebied ligt achter het perceel van Hoekeinde 46 en Muggenschans en ligt aan de noordzijde van de kern van Sleeuwijk.
Afbeelding 2: luchtfoto ligging locatie Muggenschans
afbeelding 3: foto locatie
afbeelding 4: foto locatie
Op de locatie is het bestemmingsplan "Kern Sleeuwijk" van toepassing, dat op 22 mei 2012 door de raad is vastgesteld. Het perceel is hier abusievelijk bestemd als 'Tuin'.
Afbeelding 5: uitsnede verbeelding geldend bestemmingsplan "Kern Sleeuwijk"
Voor de beschrijving en het van toepassing zijnde beleidskader van het Rijk, de provincie en de gemeente wordt verwezen naar het bestemmingsplan "Kern Sleeuwijk". De inhoud hiervan wordt hier als herhaald en ingelast beschouwd. De wijziging die met dit bestemmingsplan wordt beoogd is niet strijdig met voornoemd beleid.
Elk bestemmingsplan dient te voldoen aan het algemene criterium 'een goede ruimtelijke ordening' uit de Wet ruimtelijke ordening. De wijzigingen die met dit bestemmingsplan zijn voorzien hebben geen invloed op voornoemd criterium, omdat ze enkel betrekking hebben op de correctie van de geldende bestemming. Er worden geen nieuwe ontwikkelingen mogelijk gemaakt met onderhavig plan.
Het centrale onderdeel van een bestemmingsplan is de bestemming. Ten behoeve van een goede ruimtelijke ordening worden aan de in het plan begrepen grond bestemmingen toegewezen met bijbehorende doeleinden. Aan de bestemmingen zijn regels verbonden over het gebruik van de in het plan begrepen gronden en van hierop bevindende bouwwerken. In dit hoofdstuk wordt het juridische deel van het bestemmingsplan nader toegelicht. Het bestemmingsplan is opgesteld conform de Wet ruimtelijke ordening en de Standaard Vergelijkbare BestemmingsPlannen (SVBP2012).
De planregels zijn opgebouwd volgens de systematiek van de SVBP2012. Om de leesbaarheid te bevorderen is in de SVBP2012 gekozen voor een vaste volgorde in indeling van planregels. Onderhavig bestemmingsplan is hierop afgestemd en kent de volgende indeling in planregels:
De voor 'Tuin' aangewezen gronden zijn bestemd voor tuinen en gazons behorende bij woningen. Er zijn regels opgenomen voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde en erkers, luifels en balkons.
De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor het wonen. De typologie van de woning is aangeduid met 'vrijstaand'. Er zijn regels opgenomen voor het bouwen van gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde. Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en omvang van bouwwerken. Het bevoegd gezag kan, indien aan de voorwaarden wordt voldaan, een omgevingsvergunning verlenen voor diepere hoofdgebouwen, een afwijkende situering of oppervlakte voor de bouw van bijbehorende bouwwerken en voor het bouwen van een grotere oppervlakte aan aan- en uitbouwen en bijgebouwen vanuit medisch-sociale noodzaak.
Met een omgevingsvergunning kan het bevoegd gezag afwijken van de gebruiksregels voor mantelzorg, voor een aan-huis-verbonden beroep of bedrijf en voor bed and breakfast.
De voor 'Waarde - Archeologie 5' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor de bescherming van aanwezige middelhoge archeologische verwachtingswaarden. Op deze gronden mogen alleen bouwwerken worden gebouwd ter vervanging van bestaande bouwwerken, of bouwwerken met een oppervlakte van maximaal 100 m², beide met grondwerkzaamheden tot maximaal 3 meter. Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van dit verbod nadat archeologisch onderzoek is uitgevoerd op basis van een goedgekeurd rapport en conform de vigerende KNA. Ter bescherming van archeologische waarden is voor het uitvoeren van bepaalde werken en werkzaamheden een omgevingsvergunning vereist. Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het plan te wijzigen door deze dubbelbestemming geheel of gedeeltelijk te verwijderen indien op basis van archeologisch onderzoek is aangetoond dat ter plaatse geen archeologische waarden (meer) aanwezig zijn.
De voor 'Waterstaat - Waterkering' aangewezen gronden zijn bestemd voor dijken, kaden en andere voorzieningen ten behoeve van de waterkering. Op deze gronden mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten dienste van de (bescherming van de) genoemde bestemming worden opgericht. Op de gronden met de bestemming waterkering zijn de gebods- en verbodsbepalingen van de Keur van het Waterschap Rivierenland van toepassing.
Ingevolge artikel 6.12 van de Wet ruimtelijke ordening dient de gemeenteraad in beginsel een exploitatieplan vast te stellen voor gronden waarop een bouwplan is voorgenomen met bepaalde afmetingen, tenzij de kosten anderszins verzekerd zijn. In artikel 6.2.1 van het Besluit ruimtelijke ordening staan de gevallen opgesomd. Voor gebouwen van tenminste 1.000 m² dient in voorkomende gevallen een exploitatieplan te worden opgesteld. Onderhavig bestemmingsplan is een reparatieplan. Dit houdt in dat de voorheen geldende bestemming wordt vastgelegd en er geen nieuwe mogelijkheden zijn opgenomen. Op grond van het voornoemde is een exploitatieplan dan ook niet vereist.
Het voorontwerp bestemmingsplan is conform artikel 3.1.1 van het Besluit ruimtelijke ordening voor vooroverleg verzonden aan het Waterschap Rivierenland, Provincie Noord-Brabant, de regioarcheoloog West Brabant en de Brandweer Midden- en West-Brabant. De uitkomsten van het overleg zijn opgenomen in de bijlagen van de toelichting.
Het ontwerp bestemmingsplan heeft van 4 april tot en met 15 mei 2014 gedurende 6 weken terinzage gelegen. Er zijn geen zienswijzen ingediend.