direct naar inhoud van 3.2 Provinciaal beleid
Plan: Kern Sleeuwijk
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0870.02BP1045kernSLWK-VA01

3.2 Provinciaal beleid

3.2.1 Structuurvisie ruimtelijke ordening
3.2.1.1 Algemeen

De Structuurvisie ruimtelijke ordening is op 1 oktober 2010 vastgesteld en geeft de hooflijnen weer van het ruimtelijke beleid van de provincie Noord-Brabant tot en met 2025. Het beleid is gestoeld op een evenwicht van het milieu (planet), de mens (people) en de markt (profit) in ruimtelijke kwaliteit. Van belang is om bestaande kwalititeiten te benutten en als uitgangspunt te nemen bij ontwikkelingen.

De provincie Noord-Brabant heeft de ambitie om een goede mix van wonen, werken en voorzieningen te creƫren. De leefbaarheid in woonmilieus moet van voldoende kwaliteit zijn. Dynamische stadscentra, vitale plattelandskernen, eigen identiteit en regionale afstemming zijn enkele uitgangspunten. Daarnaast dienen er voldoende veilige en goed bereikbare werkplekken te zijn voor de bevolking. Steden moet aantrekkelijk blijven voor diverse bevolkingsgroepen en dienen garant te staan voor het aanbieden van (bovenlokale) voorzieningen.

3.2.1.2 Sleeuwijk

Sleeuwijk is op de structurenkaart van de structuurvisie gedeeltelijk aangeduid als 'Gemengd landelijk gebied' en als 'Kernen in landelijk gebied'. Binnen de als 'Gemengd landelijk gebied' aangewezen gronden is het beleid gericht op multifunctioneel gebruik. Hier kunnen functies zich in evenwicht ontwikkelen met elkaar en omgeving. Bestaande ontwikkelingsmogelijkheden van in het gebied voorkomende functies worden gerespecteerd. Ontwikkelingen houden rekening met hun omgeving en dragen bij aan een versterking van de gebiedskwaliteiten. Dit geldt in het bijzonder voor ontwikkelingen binnen een nationaal, provinciaal of cultuurhistorisch waardevol landschap.

In de kernen in het landelijk gebied met de bijbehorende zoekgebieden voor verstedelijking wordt de lokale behoefte voor verstedelijking opgevangen (wonen, werken en voorzieningen). De kleinere kernen maken meer deel uit van het omliggende landschap en hebben nog een natuurlijke overgang richting het landschap. Voor de kernen die meer geleidelijk zijn gegroeid en hun dorpse karakter nog hebben behouden, zoals Sleeuwijk, vraagt de provincie aandacht voor een goede ruimtelijke inpassing van nieuwe werklocaties in het dorp en het omliggende landschap. De provincie vraagt verder om in regionaal verband afspraken te maken over de verdeling van het programma voor wonen en werken. Onderhavig bestemmingsplan heeft een in hoofdzaak conserverend karakter en maakt geen nieuwe ontwikkelingen mogelijk. Het plan is dan ook niet strijdig met de uitgangspunten die in de provinciale structuurvisie zijn opgenomen.

3.2.2 Verordening ruimte 2011 Noord-Brabant

In de Verordening ruimte staan regels waarmee een gemeente rekening moet houden bij het ontwikkelen van bestemmingsplannen. De onderwerpen die in de verordening staan, komen uit de provinciale structuurvisie. Belangrijke onderwerpen in de Verordening ruimte zijn:

  • ruimtelijke kwaliteit;
  • stedelijke ontwikkelingen;
  • natuurgebieden en andere gebieden met waarden;
  • agrarische ontwikkelingen, waaronder intensieve veehouderij;
  • overige ontwikkelingen in het landelijk gebied.

Het plangebied van de kern van Sleeuwijk wordt in de Verordening aangeduid als 'bestaand stedelijk gebied'. Binnen een dergelijk gebied is de gemeente in het algemeen vrij om te voorzien in stedelijke ontwikkeling. Wel bevat de Verordening ruimte specifieke regels voor nieuwbouw van woningen (artikel 3.5) en aan te leggen of uit te breiden bedrijventerreinen en kantorenlocaties (artikel 3.6), regels voor bestaande bedrijventerreinen en kantorenlocaties (artikel 3.7) en regels voor bestaande en nieuw te vestigen bedrijven in kernen in landelijk gebied. De provincie vraagt gemeenten hierbij om bij ruimtelijke afwegingen het principe van zorgvuldig ruimtegebruik toe te passen. Dat betekent dat eerst gekeken moet worden naar mogelijkheden voor intensivering of hergebruik op of binnen bestaand bebouwd gebied. Nieuw ruimtebeslag moet zoveel mogelijk voorkomen worden. Dat betekent dat nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen, zoals het leggen van nieuwe bestemmingen met bouwmogelijkheden (nieuwvestiging) niet gewenst zijn. Het bestemmingsplan Kern Sleeuwijk maakt geen nieuwe ontwikkelingen mogelijk en is vanwege het conserverende karakter niet in strijd met de regels van de Verordening.