direct naar inhoud van Artikel 26 Waterstaat - Waterkering
Plan: Kern Sleeuwijk
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0870.02BP1045kernSLWK-VA01

Artikel 26 Waterstaat - Waterkering

26.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Waterstaat - Waterkering' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor bescherming, beheer en onderhoud van de waterkering, overeenkomstig de Keur van het waterschap.

26.1.1 Voorrangsregel

Voor zover de gronden tevens zijn gelegen binnen de overige dubbelbestemmingen, bestemmingen een aanduidigen, zijn mede de desbetreffende regels van toepassing, met inachtneming van de voorrangsregels uit artikel 32.3

26.2 Bouwregels
26.2.1 Gebouwen

Op deze gronden mogen geen gebouwen worden gebouwd.

26.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Op deze gronden mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde van geringe omvang worden gebouwd welke noodzakelijk zijn voor het beheer en onderhoud van de waterkering, met dien verstande dat de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde niet meer mag bedragen dan 2,50 m.

26.3 Afwijken van de bouwregels
26.3.1 Afwijken voor bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaald in 26.2.2 voor de bouw van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mits:

  • a. het belang van de waterkering en/of het doelmatig functioneren van de waterkering, niet onevenredig wordt aangetast;
  • b. bebouwing mogelijk is op grond van de onderliggende bestemming;
  • c. vooraf schriftelijk advies wordt ingewonnen bij de beheerder van de betreffende waterkering.

26.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
26.4.1 Omgevingsvergunning

Het is verboden op of in deze gronden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerken zijn, of werkzaamheden uit te voeren:

  • a. het aanleggen van wegen, paden, banen en andere oppervlakteverhardingen;
  • b. het veranderen van het huidige maaiveldniveau door ontginnen, bodemverlagen, egaliseren, afgraven of ophogen;
  • c. het aanbrengen van diepwortelende beplantingen en/of bomen;
  • d. het uitvoeren van heiwerkzaamheden en het op een of andere wijze van indrijven van voorwerpen;
  • e. het aanleggen van ondergrondse kabels en leidingen en het aanbrengen van daarmee verband houdende constructies, installaties of apparatuur, tenzij zulks noodzakelijk is voor of verband houdt met het op de bestemming gerichte gebruik van de grond;
  • f. het aanleggen van watergangen of het vergraven, verruimen of dempen van al bestaande watergangen.
26.4.2 Uitzonderingen

Het verbod, zoals bedoeld in lid 26.4.1 is niet van toepassing op:

  • a. werken of werkzaamheden ten aanzien van normaal onderhoud en beheer;
  • b. werken of werkzaamheden van ondergeschikte betekenis;
  • c. werken of werkzaamheden in het kader van het normale bodemgebruik;
  • d. werken of werkzaamheden, die op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan in uitvoering zijn of krachtens een een reeds verleende omgevingsvergunning of een ontgrondingsvergunning;
  • e. werken of werkzaamheden die al in uitvoering zijn op het tijdstip van inwerkingtreding van dit bestemmingsplan.

26.4.3 Toelaatbaarheid

Een omgevingsvergunning als bedoeld in 26.4.1 wordt slechts verleend indien:

  • a. de in artikel 26.1 genoemde doeleinden en/of het doelmatig functioneren van de waterkering, door die werken of werkzaamheden dan wel door de daarvan hetzij direct hetzij indirect te verwachten gevolgen niet onevenredig worden of kunnen worden aangetast;
  • b. vooraf schriftelijk advies wordt ingewonnen bij de betreffende beheerder van de waterkering.