direct naar inhoud van Artikel 12 Natuur
Plan: Kern Sleeuwijk
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0870.02BP1045kernSLWK-VA01

Artikel 12 Natuur

12.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Natuur' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. de instandhouding, herstel en ontwikkeling van ter plaatse voorkomende dan wel daaraan eigen landschappelijke waarden en natuurwaarden;
  • b. watergangen en andere waterpartijen, waterhuishoudkundige voorzieningen, oevers en taluds;
  • c. agrarisch natuurbeheer, uitsluitend voorzover de landschappelijke waarden en natuurwaarden daardoor niet onevenredig worden aangetast;
  • d. extensief recreatief medegebruik;
  • e. daarbij behorende voorzieningen, zoals voet- en fietspaden.
12.2 Bouwregels

Voor het bouwen van bouwwerken gelden de volgende regels:

  • a. Op deze gronden mag niet worden gebouwd, met uitzondering van erfafscheidingen.
  • b. De bouwhoogte van erfafscheidingen mag niet meer bedragen dan 1 m.
12.3 Specifieke gebruiksregels
12.3.1 Strijdig gebruik

Tot een strijdig gebruik strijdig met deze bestemming, zoals bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, aanhef en onder c van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, wordt in ieder geval gerekend:

  • a. het plaatsen of geplaatst houden van onderkomens;
  • b. het opslaan of bergen van onbruikbare of althans aan hun oorspronkelijke gebruik onttrokken voorwerpen, goederen, stoffen en materialen en van emballage en/of afval, behoudens voor zover noodzakelijk is in verband met het op de bestemming gerichte gebruik van de grond;
  • c. het opslaan, opgeslagen houden, storten of lozen van vaste of vloeibare afvalstoffen behoudens voor zover zulks noodzakelijk is in verband met het op de bestemming gerichte gebruik van de grond.
12.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
12.4.1 Omgevingsvergunning

Het is verboden op of in deze gronden zonder of in afwijking van omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:

  • a. het verlagen, vergraven, verhogen of egaliseren van de bodem, tenzij daarvoor een vergunning is vereist krachtens de Ontgrondingenwet of provinciale ontgrondingenverordening;
  • b. het graven, dan wel verdiepen of anderszins herprofileren van waterlopen, sloten, greppels en andere waterpartijen;
  • c. het dempen van waterlopen, sloten en greppels of andere waterpartijen;
  • d. het beplanten van gronden met bomen en ander houtgewas;
  • e. het kappen, vellen of rooien van bomen en ander houtgewas;
  • f. het aanleggen van oppervlakteverhardingen, waaronder kavelpaden, wegen en (fiets)paden, met een oppervlakte van meer dan 20
  • g. het aanbrengen van ondergrondse leidingen en daarmee verband houdende constructies, installaties en apparatuur.

12.4.2 Uitzonderingen

Het verbod, zoals bedoeld in lid 12.4.1 is niet van toepassing op werken en/of werkzaamheden:

  • a. die tot het normale onderhoud en beheer worden gerekend;
  • b. die op het tijdstip van de inwerkingtreding van dit bestemmingsplan reeds in uitvoering waren of waarvoor op dat tijdstip reeds een vergunning was verleend.

12.4.3 Toelaatbaarheid

Een omgevingsvergunning als bedoeld in lid 12.4.1 wordt slechts verleend, indien de werken en/of werkzaamheden nodig zijn voor de realisering of handhaving van de in lid 12.1 genoemde functies of waarden.