direct naar inhoud van Artikel 7 Groen
Plan: ‘Beatrixhaven, Biesboschhaven en Steurgat’
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0870.01BP1032BeaBieSteu-VA01

Artikel 7 Groen

7.1 Bestemmingsomschrijving
7.1.1 Bestemming

De voor 'Groen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. groenvoorzieningen;
  • b. water;
  • c. bermen en beplanting;
  • d. paden;
  • e. kunstwerken;
  • f. inritten;
  • g. speelvoorzieningen;
  • h. voorzieningen voor langzaam verkeer;
  • i. waterhuishoudkundige voorzieningen;
  • j. nutsvoorzieningen met beperkte omvang;
  • k. verkeersvoorzieningen ten behoeve van het scheepvaartverkeer;

alsmede voor:

  • l. buiten opslag van boten ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie – botenopslag';
  • m. gebouwen voor opslag ter plaatse van de aanduiding 'opslag';
  • n. garageboxen ter plaatse van de aanduiding 'garage';
  • o. een windturbine ter plaatse van de aanduiding 'windturbine';
  • p. een nutsvoorziening anders dan bedoeld onder j ter plaatse van de aanduiding 'nutsvoorziening'.
7.1.2 Dubbelbestemming

Voor zover de gronden tevens zijn gelegen binnen de op de verbeelding aangewezen dubbelbestemmingen en aanduidingen, zijn mede de desbetreffende regels van toepassing, met inachtneming van de voorrangsregels uit artikel 29.2.

7.2 Bouwregels
7.2.1 Gebouwen

Op de voor 'Groen' aangewezen gronden gelden de volgende regels:

  • a. op of in deze gronden mogen gebouwen ten dienste van openbaar nut worden gebouwd;
  • b. op of in deze gronden mogen gebouwen als bedoeld in artikel 7.1.1 onder m en n binnen een aangegeven bouwvlak worden gebouwd;
  • c. de bouwhoogte mag niet meer bedragen dan 3 meter;
  • d. de oppervlakte van een nutsvoorziening mag niet meer bedragen dan 15 m², tenzij gesitueerd binnen de aanduiding 'nutsvoorziening';
  • e. de oppervlakte van een nutsvoorziening ter plaatse van de aanduiding 'nutsvoorziening' mag niet meer bedragen dan 45 m².
7.2.2 Bouwwerken, geen gebouw zijnde

Op of in de voor 'Groen' aangewezen gronden mogen worden gebouwd bouwwerken, geen gebouw zijnde:

  • a. noodzakelijk met het oog op de regeling van de veiligheid van het verkeer;
  • b. ten behoeve van de verlichting van wegen, rijwiel- en voetpaden;
  • c. behorende tot de recreatieve voorziening, zoals recreatieve bewegwijzering, informatieborden en kleinschalige uitzicht- en rustpunten;
  • d. behorende tot het straatmeubilair;
  • e. ten behoeve van openbaar nut;
  • f. speelvoorzieningen;
  • g. daarmee vergelijkbare bouwwerken.
7.2.3 Overige regels
  • a. De bouwhoogte van een windturbine ter plaatse van de aanduiding 'windturbine' mag maximaal 40 meter bedragen.
  • b. De bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen mag maximaal 1,50 meter bedragen.
  • c. De bouwhoogte van verlichtingsarmaturen, lichtmasten en cameramasten mag maximaal 12 meter bedragen.
  • d. De bouwhoogte van vlaggenmasten en antennes mag maximaal 10 meter bedragen.
  • e. De bouwhoogte van verkeersvoorzieningen ten behoeve van het scheepvaartverkeer mag maximaal 6 meter bedragen.
  • f. De bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouw zijnde mag maximaal 5 meter bedragen.
7.3 Specifieke gebruiksregels

Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken, wordt in elk geval gerekend het gebruik voor:

  • a. opslag van onbruikbare of althans aan hun oorspronkelijke gebruik onttrokken voorwerpen, goederen, stoffen en materialen en van emballage en/of afval, behoudens voor zover dat noodzakelijk is in verband met het op de bestemming gerichte gebruik van de grond;
  • b. het opslaan, opgeslagen houden, storten of lozen van vaste of vloeibare afvalstoffen behoudens voor zover dat noodzakelijk is in verband met het op de bestemming gerichte gebruik van de grond;
  • c. opslag anders dan bedoeld in artikel 7.1.1 onder l danwel inherent aan het toegelaten gebruik;
  • d. parkeerdoeleinden.