direct naar inhoud van Artikel 14 Overige regels
Plan: MFA Groeneweg Veen
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0738.BP6007-VS01

Artikel 14 Overige regels

14.1 Parkeergelegenheid en laad- en losmogelijkheden bij of in gebouwen
14.1.1 Parkeernormering

Voor wat betreft functies anders dan wonen moet, indien de omvang, het gebruik of de bestemming van een gebouw of terrein daartoe aanleiding geeft, ten behoeve van het parkeren of stallen van auto’s in voldoende mate ruimte zijn aangebracht in, op of onder het gebouw, dan wel op of onder het onbebouwde terrein dat bij dat gebouw behoort, dan wel op het betreffende terrein, overeenkomstig de in de Notitie parkeren Aalburg, Werkendam en Woudrichem (d.d. 22 februari 2011) opgenomen normen.

14.1.2 Parkeren

De in artikel 14.1.1 bedoelde ruimte voor het parkeren van auto’s moet afmetingen hebben die zijn afgestemd op gangbare personenauto’s. Aan deze eis wordt geacht te zijn voldaan:

  • a. indien de afmetingen van bedoelde parkeerruimten ten minste 2,5 x 5 m in geval van kops parkeren en 2,5 x 6 m bij langsparkeren bedragen;
  • b. indien de afmetingen van een gereserveerde parkeerruimte voor een gehandicapte, voor zover die ruimte niet in de lengterichting aan een trottoir grenst - ten minste 3,5 m bij 6 m bedragen.

14.1.3 Laden en lossen

Indien het gebruik of de bestemming van een gebouw aanleiding geeft tot een te verwachten behoefte aan ruimte voor het laden of lossen van goederen, moet in deze behoefte in voldoende mate zijn voorzien aan, in of onder dat gebouw, dan wel op of onder het onbebouwde terrein dat bij dat gebouw behoort, overeenkomstig de publicatie “Parkeerkencijfers - basis voor parkeernormering (CROW, maart 2004)” opgenomen normen.

14.1.4 Nadere eisen

Het bevoegd gezag kan nadere eisen stellen ten aanzien van het bepaalde in artikel 14.1.1, artikel 14.1.2 en artikel 14.1.3 indien dit noodzakelijk is om een goede verkeersstructuur en / of bereikbaarheid voor een pand, perceel, straat (of deel daarvan) danwel een andere ruimtelijke-functionele structuur te waarborgen.

14.1.5 Afwijken

Het bevoegd gezag kan bij omgeveringsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 14.1.1, artikel 14.1.2 en artikel 14.1.3:

  • a. indien het voldoen aan die regels door bijzondere omstandigheden op overwegende bezwaren stuit; of
  • b. voor zover op andere wijze in de nodige parkeer- of stallingruimte, dan wel laad- of losruimte wordt voorzien.