11.1.1 Afwijken
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van de regels ten behoeve van:
-
a. een gebouw ten behoeve van een openbare nutsvoorziening, de telecommunicatie, het openbaar vervoer of het trein-, water-, of wegverkeer:
-
1. waarvan het bruto-vloeroppervlak niet groter is dan 50 m²;
-
2. dat bestaat uit één bouwlaag, en
-
3. dat gemeten vanaf het aansluitende terrein niet hoger is dan 5 m;
-
b. een bouwwerk, geen gebouw zijnde:
-
1. waarvan het bruto-vloeroppervlak niet groter is dan 50 m², en
-
2. dat gemeten vanaf het aansluitende terrein niet hoger is dan 10 m;
-
c. het gebruik van gronden of bouwwerken ten behoeve van evenementen met een
maximum van drie per jaar per locatie en een duur van ten hoogste vijftien dagen per evenement, het opbouwen en afbreken van voorzieningen ten behoeve van het evenement hieronder begrepen;
-
d. in het plan genoemde goothoogten, bouwhoogten, oppervlakte- en inhoudsmaten, percentages en afstandseisen, waarbij een overschrijding is toegestaan tot maximaal 10% van de goothoogten, bouwhoogten, oppervlakte- en inhoudsmaten, percentages en afstandseisen;
-
e. het vergroten van de goot- en bouwhoogte van een hoofdgebouw met 3 m;
-
f. het verbreden en/of verdiepen van een hoofdgebouw met maximaal 5 m ten opzichte van het op de verbeelding aangegeven bouwvlak voor het hoofdgebouw;
-
g. het overschrijden van bouwgrenzen tot maximaal 2,5 m mits dit noodzakelijk is in verband met de uitmeting van het terrein of uit een oogpunt van doelmatig gebruik van de gronden en/of de bebouwing;
-
h. het overschrijden van de grens van het bouwvlak met bebouwing;
-
i. het vergroten van de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten behoeve van kunstwerken, geen gebouwen zijnde, en ten behoeve van zend-, ontvang- en/of sirenemasten tot maximaal 40 m;
-
j. het vergroten van de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, tot
maximaal 10 m.