direct naar inhoud van Artikel 13 Algemene afwijkingsregels
Plan: Nieuwstraat
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0738.BP6004-GV01

Artikel 13 Algemene afwijkingsregels

13.1 Afwijken van de regels

Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van de regels ten behoeve van:

  • a. een uitbreiding van of een bijgebouw bij een woning mits:
    • 1. het bouwwerk niet hoger is dan 5 m, gemeten vanaf het aansluitend terrein;
    • 2. het aantal woningen gelijk blijft.
  • b. een gebouw ten behoeve van een openbare nutsvoorziening, de telecommunicatie, het openbaar vervoer of het trein-, water-, of wegverkeer:
    • 1. waarvan het bruto-vloeroppervlak niet groter is dan 50 m²;
    • 2. dat bestaat uit één bouwlaag, en
    • 3. dat gemeten vanaf het aansluitende terrein niet hoger is dan 5 m;
  • c. een dakkapel, dakopbouw of gelijksoortige uitbreiding van een gebouw;
  • d. het gebruik van gronden of bouwwerken ten behoeve van evenementen met een maximum van drie per jaar per locatie en een duur van ten hoogste vijftien dagen per evenement, het opbouwen en afbreken van voorzieningen ten behoeve van het evenement hieronder begrepen;
  • e. in het plan genoemde goothoogten, bouwhoogten, oppervlakte- en inhoudsmaten, percentages en afstandseisen, waarbij een overschrijding is toegestaan tot maximaal 10% van de goothoogten, bouwhoogten, oppervlakte- en inhoudsmaten, percentages en afstandseisen;
  • f. het overschrijden van bouwgrenzen tot maximaal 2,5 m mits dit noodzakelijk is in verband met de uitmeting van het terrein of uit een oogpunt van doelmatig gebruik van de gronden en/of de bebouwing;
  • g. het overschrijden van de grens van het bouwvlak met bebouwing;
  • h. het vergroten van de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouw zijnde, ten behoeve van kunstwerken, geen gebouw zijnde, en ten behoeve van zend-, ontvang- en/of sirenemasten tot maximaal 40 m;
  • i. het vergroten van de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouw zijnde, tot maximaal 10 m;
  • j. het bouwen van nieuwe geluidsgevoelige gebouwen overeenkomstig de bestemming ter plaatse van de aanduiding 'milieuzone - geluidsgevoelige functie';
  • k. het gebruik van een (vrijstaand) bijbehorende bouwwerk bij een woning als afhankelijke woonruimte, mits:
    • 1. een dergelijke bewoning noodzakelijk is vanuit een oogpunt van mantelzorg (te toetsten aan een door de gemeenteraad vastgestelde mantelzorgnota), met dien verstande dat indien één van de partners van een paar dat aantoonbaar (middels een huwelijk, geregistreerd partnerschap, dan wel samenlevingscontract) samenleeft mantelzorgbehoevend is, beide partners in aanmerking komen voor het bewonen van een afhankelijke woonruimte;
    • 2. er geen onevenredige aantasting plaatsvindt van in het geding zijnde belangen, waaronder die van omwonenden en (agrarische) bedrijven;
    • 3. er geen sprake is van milieuhygiënische belemmeringen;
    • 4. de afhankelijke woonruimte binnen de vigerende regeling inzake bijbehorende bouwwerken wordt ingepast met een maximale oppervlakte van 60 m².
13.2 Voorwaarden voor afwijken

Afwijken als bedoeld in artikel 13.1 kan slechts mits:

  • a. de belangen van de eigenaren en/of gebruikers van betrokken en nabijgelegen gronden en/of de bedrijfsvoering van de betreffende inrichting niet onevenredig worden geschaad;
  • b. het straat- en bebouwingsbeeld en de verkeersveiligheidsbelangen niet onevenredig worden geschaad;
  • c. door initiatiefnemer een zekerheidstelling is afgeven met betrekking tot de (plan)kosten;
  • d. de afwijking voorzien wordt van een ruimtelijke onderbouwing.
13.3 Intrekken afwijking

Het bevoegd gezag trekt de omgevingsvergunning, verleend op grond van het artikel 13.1 sub k met betrekking tot het gebruik als afhankelijke woonruimte in, indien de bestaande noodzaak vanuit een oogpunt van mantelzorg niet meer aanwezig is of indien de omstandigheden waaronder de omgevingsvergunning is verleend, zijn gewijzigd.