5.1 Bestemmingsomschrijving
De voor Gemengd aangewezen gronden zijn bestemd voor:
-
a. de woonfunctie;
-
b. maatschappelijke voorzieningen tot maximaal 100 m²;
-
c. dienstverlening tot maximaal 100 m²;
-
d. aan huis verbonden beroepen tot maximaal 60 m² per woning;
-
e. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - kleinschalige
ambachtelijke bedrijvigheid' is tevens kleinschalige ambachtelijke bedrijvigheid uit ten hoogste categorie 2 van de bij deze regels behorende bijlage Staat van
Bedrijfsactiviteiten toegestaan.
met bijbehorende gebouwen, bouwwerken, geen gebouwen zijnde, wegen en paden, parkeervoorzieningen (zie hiertoe mede artikel 18.1), groenvoorzieningen, water en voorzieningen voor de waterhuishouding, tuinen en erven.
5.2 Bouwregels
5.2.1 Gebouwen
Hoofdgebouwen voldoen aan de volgende kenmerken:
-
a. gebouwd binnen het bouwvlak;
-
b. woningen mogen uitsluitend worden gebouwd op de hierna aangegeven wijze:
bouwwijze:
|
ter plaatse van de aanduiding:
|
alle woningen aaneen, in niet-gestapelde vorm
|
'aaneengebouwd'
|
half-vrijstaand of vrijstaand
|
'twee-aaneen'
|
vrijstaand
|
'vrijstaand'
|
-
c. afstand tot de zijdelingse bouwperceelsgrens bedraagt bij:
-
1. vrijstaande woningen aan beide zijden minimaal 3 m, met uitzondering van het perceel 'Dorpsstraat 38a, kadastraal bekend gemeente Aalburg, sectie B nummer 1236, waarvoor een afstand van minimaal 2,5 m aan beide zijden geldt;
-
2. 'twee-aaneen gesloten woningen aan één zijde minimaal 3 m;
-
3. 'aaneengebouwde woningen aan de niet-aangebouwde zijde van de eindwoning minimaal 2 m;
-
d. de goothoogte mag niet meer bedragen dan ter plaatse van de aanduiding 'maximale goot- en bouwhoogte (m)' is aangegeven. Indien geen aanduiding is opgenomen geldt de bestaande goothoogte;
-
e. de bouwhoogte mag niet meer bedragen dan ter plaatse van de aanduiding 'maximale goot- en bouwhoogte (m)' is aangegeven. Indien geen aanduiding is opgenomen geldt de bestaande bouwhoogte.
5.2.2 Aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen
Aan- uit- en bijgebouwen en overkappingen mogen binnen en buiten het bouwvlak worden gebouwd en voldoen aan de volgende kenmerken:
-
a. goothoogte maximaal 3 m, tenzij ter plaatse van de aanduiding 'maximale goot- en bouwhoogte (m)' anders is aangegeven;
-
b. bouwhoogte maximaal 6 m, tenzij ter plaatse van de aanduiding 'maximale goot- en bouwhoogte (m)' anders is aangegeven, met dien verstande dat:
-
1. tot 1 m uit de perceelsgrens de maximale bouwhoogte maximaal 4 m bedraagt, en
-
2. tot 2 m uit de perceelsgrens de maximale bouwhoogte maximaal 5 m bedraagt;
-
3. een uitzondering geldt voor die situaties waarin de kapconstructie in het verlengde ligt van het hoofdgebouw. In dat geval geldt als maximale bouwhoogte de hoogte van het hoofdgebouw minus 1,5 m. De eisen als hiervoor gegeven over de afstand uit de perceelsgrens blijven hierbij wel van kracht;
-
c. in het achtererfgebied met dien verstande dat:
-
1. aanbouwen (zoals erkers) tot (het verlengde van) de voorgevel van het hoofdgebouw mogen worden gebouwd, mits de:
- bouwhoogte maximaal 3 m bedraagt;
- horizontale diepte maximaal 1,5 m bedraagt;
(zie ook de bouwregels in de bestemming Tuin in artikel 8.2.1 waarin, onder voorwaarden, deze gebouwen mogen worden voortgezet);
-
1. overkappingen (zoals carports) tot (het verlengde van) de voorgevel van het hoofdgebouw mogen worden gebouwd, mits de bouwhoogte maximaal 3 m bedraagt;
-
2. voor vrijstaande woningen geldt ook dat één zijde naast het hoofdgebouw vrij van gebouwen moet blijven over een strook van minimaal 3 m breed tot 8 m achter (het verlengde van) de voorgevel van het hoofdgebouw;
-
d. gezamenlijke oppervlakte voor zover gebouwd buiten het bouwvlak in het achtererfgebied maximaal:
-
1. op bouwpercelen tot 250 m² niet meer bedragen dan 60 m²;
-
2. voor zover de oppervlakte van het bouwperceel meer bedraagt dan 250 m² mag de onder 1 genoemde oppervlakte worden vermeerderd met 10% van de overmaat, met dien verstande dat de totale bebouwde oppervlakte aan aanbouwen en bijgebouwen niet meer dan 125 m² mag bedragen.
5.2.3 Bouwwerken geen gebouwen zijnde
Bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, bedraagt bij:
-
a. erf- en terreinafscheidingen vóór (het verlengde van) de voorgevel van het hoofdgebouw maximaal 1 m;
-
b. erf- en terreinafscheidingen achter (het verlengde van) de voorgevel van het hoofdgebouw maximaal 2 m;
-
c. overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde maximaal 2 m.