Plan: | uitbreiding begraafplaats Drongelen |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0738.BP2002-GV01 |
Bij toepassing van deze planregels wordt als volgt gemeten:
De voor 'Agrarisch met waarden - Landschap' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met bijbehorende gebouwen, bouwwerken, geen gebouwen zijnde, wegen en paden, parkeervoorzieningen, groenvoorzieningen, water en voorzieningen voor de waterhuishouding, tuinen en erven.
Voor het bouwen gelden de volgende regels:
Gebouwen voldoen aan de volgende kenmerken:
Voor een bedrijfswoning of plattelandswoning gelden de volgende regels:
Bij een bedrijfswoning of plattelandswoning mogen aan-, uit- en bijgebouwen en overkappingen worden gebouwd in het achtererfgebied binnen het bouwvlak tot een gezamenlijke oppervlakte van maximaal:
Voor die aan-, uit- en bijgebouwen en overkappingen die niet inpandig worden gebouwd, of worden herbouwd, in een van de gebouwen als bedoeld in artikel 3.2.1 gelden de volgende kenmerken:
Onder strijdig gebruik wordt in ieder geval verstaan:
Het bevoegd gezag kan afwijken van het bepaalde in lid 3.4.1 onder c voor nevenfuncties en/of verbrede landbouw, waarbij moet worden voldaan aan de volgende voorwaarden:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd, met toepassing van artikel 3.6 Wet ruimtelijke ordening het bestemmingsplan te wijzigen voor het:
Wijzigen als bedoeld in artikel 3.6.1 kan slechts, mits:
De voor 'Groen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met bijbehorende gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
Gebouwen voldoen aan de volgende kenmerken:
De bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, bedraagt:
De voor 'Maatschappelijk' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met bijbehorende gebouwen, bouwwerken, geen gebouwen zijnde, wegen en paden, parkeervoorzieningen, groenvoorzieningen, water en voorzieningen voor de waterhuishouding, tuinen, erven en speelvoorzieningen.
Het realiseren van gebouwen is niet toegestaan
Bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, bedraagt bij:
De voor 'Tuin' aangewezen gronden zijn bestemd voor tuinen met bijbehorende gebouwen, bouwwerken, geen gebouwen zijnde, erven, water en voorzieningen voor de waterhuishouding en parkeerplaatsen op de eigen oprit.
Uitbouwen zoals een erker bij het hoofdgebouw van de op hetzelfde bouwperceel gelegen woning mogen worden gebouwd, mits de:
Overkappingen zoals een carport bij het hoofdgebouw van de op hetzelfde bouwperceel gelegen woning mogen worden gebouwd, mits de:
Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 6.1 voor het toestaan van het gebruik van de tuin als parkeerplaats voor:
Afwijken als bedoeld in artikel 6.3.1 kan slechts mits:
De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met bijbehorende gebouwen, bouwwerken, geen gebouwen zijnde, wegen en paden, parkeervoorzieningen, groenvoorzieningen, water en voorzieningen voor de waterhuishouding, tuinen en erven.
Hoofdgebouwen voldoen aan de volgende kenmerken:
bouwwijze: | ter plaatse van de aanduiding: |
hal;f-vrijstaand of vrijstaand | 'twee-aaneen' |
vrijstaand | 'vrijstaand' |
Aan-, uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen mogen binnen en buiten het bouwvlak worden gebouwd en voldoen aan de volgende kenmerken:
Een aan huis verbonden beroep moet voldoen aan de volgende regels:
Burgemeester en wethouders kunnen afwijken van het bepaalde in artikel 7.3 ten behoeve van het toestaan van een aan huis verbonden beroep tot een vloeroppervlakte van 100 m², met dien verstande dat:
Afwijken als bedoeld in artikel 7.4.1 kan slechts mits:
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
De planregels van de bouwverordening ten aanzien van onderwerpen van stedenbouwkundige aard blijven overeenkomstig het bepaalde in artikel 9 lid 2 van de Woningwet buiten toepassing, behoudens ten aanzien van de volgende onderwerpen:
Aan-, uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen mogen in afwijking van de bepalingen in hoofdstuk 2 van deze regels in elk geval net zo hoog zijn als de hoogte van de eerste bouwlaag van het hoofdgebouw + 0,25 m.
Hoofdgebouwen moeten zijn voorzien van een kap tenzij via een regeling in hoofdstuk 2 en / of de verbeelding anders is bepaald. Indien de bepalingen op de verbeelding omtrent goot- en bouwhoogte gelijke maten geven is in elk geval ook een plat dak toegestaan.
Het bevoegd gezag kan afwijken van het bepaalde in artikel 10.3.1 voor het realiseren van een andere dakafdekking.
Afwijken als bedoeld in artikel 10.3.2 kan slechts mits:
Ondergronds bouwen is toegestaan tot een diepte van 4 m onder peil en op die plaatsen waar bovengronds gebouwd mag worden. De gegeven bestemmingsomschrijving blijft onverminderd van kracht.
In die gevallen dat de goothoogte, bouwhoogte, oppervlakte, inhoud en/of de afstand tot enige op de verbeelding aangegeven lijn van bouwwerken, die in overeenstemming met het bepaalde in de Woningwet tot stand zijn gekomen, op het tijdstip van terinzagelegging van het ontwerp van het plan minder dan wel meer bedraagt dan in de regels in hoofdstuk 2 is voorgeschreven respectievelijk toegestaan, geldt die goothoogte, bouwhoogte, oppervlakte, inhoud, percentage en/of afstand in afwijking daarvan als minimaal respectievelijk maximaal toegestaan.
In die gevallen dat op de verbeelding een maatvoeringsaanduiding ontbreekt, gelden de maatvoeringen van de bestaande bouwwerken, voor zover deze in overeenstemming met het bepaalde in de Woningwet tot stand zijn gekomen, zoals aanwezig op het tijdstip van terinzagelegging van het ontwerp van het plan, waarbij voor het bebouwingspercentage geldt dat dit met 10% mag toenemen ten opzichte van de aanwezige bebouwing.
Burgemeester en wethouders kunnen afwijken van de regels ten behoeve van:
Het bevoegd gezag trek de afwijking, verleend op grond van artikel 10.1.1 met betrekking tot het gebruik als afhankelijke woonruimte in, indien de bij het afwijken bestaande noodzaak vanuit een oogpunt van mantelzorg niet meer aanwezig is of indien de omstandigheden waaronder is afgeweken zijn gewijzigd.
Afwijken als bedoeld in artikel 10.1.1 kan slechts mits:
Het bevoegd gezag kan het plan wijzigen in de vorm van het aanbrengen van geringe veranderingen in de plaats, ligging en/of afmetingen van bestemmingsgrenzen en bouwgrenzen.
De uitvoerbaarheid van het wijzigingsplan moet zijn gewaarborgd, in verband waarmee in elk geval aangetoond moet worden:
Op dit bestemmingslan is naast het bepaalde in dit bestemmingsplan tevens het bepaalde in het bestemmingsplan 'Dubbelbestemmingen en gebiedsaanduidingen' van toepassing.
Deze regels worden aangehaald als:
Regels van het bestemmingsplan 'uitbreiding begraafplaats Drongelen'.