Bij de voorbereiding van een bestemmingsplan dient, op grond van artikel 3.1.6 lid 1, sub f van het Bro, onderzoek plaats te vinden naar de (economische) uitvoerbaarheid van het plan.
Het project wordt op particulier initiatief gerealiseerd. De kosten in verband met de realisatie van de uitbreiding zijn dan ook voor rekening van de initiatiefnemer. De kosten voor het volgen van de bestemmingsplanprocedure zijn gedekt middels een samenwerkingsovereenkomst. Het project wordt gefinancierd uit eigen middelen van de initiatiefnemer.
In principe dient bij vaststelling van een ruimtelijke besluit tevens een exploitatieplan vastgesteld te worden om verhaal van plankosten zeker te stellen. Op basis van ‘afdeling 6.4 grondexploitatie', artikel 6.12, lid 2 van de Wro kan de gemeenteraad bij het besluit tot vaststelling van het bestemmingsplan echter besluiten geen exploitatieplan vast te stellen indien:
- het verhaal van kosten van de grondexploitatie over de in het plan of besluit begrepen gronden anderszins verzekerd is;
- het bepalen van een tijdvak of fasering als bedoeld in artikel 6.13, eerste lid, onder c, 4°, onderscheidenlijk 5°, niet noodzakelijk is;
- het stellen van eisen, regels, of een uitwerking van regels als bedoeld in artikel 6.13, tweede lid, onderscheidenlijk b, c of d, niet noodzakelijk is.
In onderhavige situatie wordt voldaan aan bovenstaande voorwaarden, omdat de gemeentelijke kosten van het project geregeld worden middels een samenwerkingsovereenkomst. Eventuele planschadeclaims kan de gemeente verhalen op de initiatiefnemer.
De economische uitvoerbaarheid van dit bestemmingsplan is met het afsluiten van een anterieure overeenkomst en een overeenkomst tegemoetkoming in schade aangetoond.